Maaike, 53 jaar, heeft een uitgesproken mening als het gaat om mensen in de bijstand en hun keuzes. Voor haar is het helder: “Mensen in de bijstand zouden geen auto mogen bezitten.” Ze ziet het bezitten van een auto als een luxe, en vindt dat het niet past bij een situatie waarin mensen afhankelijk zijn van overheidssteun.
“Als je in de bijstand zit, moet je je levensstijl aanpassen. Een auto hoort daar gewoon niet bij,” legt ze uit, zonder omwegen. Voor haar voelt het oneerlijk dat sommige mensen, die volgens haar beter zouden moeten letten op hun uitgaven, toch hun auto behouden.
Maaike legt uit dat het vooral de belastingbetalers zijn die uiteindelijk opdraaien voor de kosten. “Wij werken hard voor ons geld en betalen belasting. Als dat geld dan gebruikt wordt om mensen in de bijstand te ondersteunen, moeten zij volgens mij geen luxe-uitgaven hebben.
Een auto is gewoon duur – verzekeringen, wegenbelasting, benzine – dat tikt aan.” Ze vertelt dat ze mensen kent die afhankelijk zijn van de bijstand, maar toch de keuze maken om hun auto aan te houden.
“Sommigen zeggen dat ze niet zonder kunnen omdat ze bijvoorbeeld hun kinderen moeten wegbrengen of boodschappen moeten doen. Maar ik denk dan: je kunt toch fietsen, de bus nemen of samen rijden? Die mogelijkheden zijn er toch ook?”
Volgens Maaike hebben mensen vaak niet door hoeveel geld een auto kost. Ze noemt het een soort blinde vlek. “Een auto lijkt zo vanzelfsprekend, maar het kost gewoon een hoop. En als je die kosten maandelijks moet bijeensprokkelen met een bijstandsuitkering, vraag ik me echt af waar de prioriteiten liggen.”
Ze ziet regelmatig situaties in haar buurt waar mensen in de bijstand luxe artikelen bezitten en dat stuit haar tegen de borst. “Ik heb het gevoel dat sommigen niet beseffen dat bijstand echt voor de basis bedoeld is. Als je een auto wil, moet je daar zelf voor kunnen werken en betalen.”
Het idee dat een auto als ‘essentieel’ wordt gezien door sommige bijstandsgerechtigden, vindt Maaike overdreven. Ze vertelt dat haar ouders het vroeger zonder auto moesten stellen en dat zijzelf jaren zonder heeft gedaan. “Vroeger was het helemaal niet raar om geen auto te hebben. Wij gingen op de fiets naar ons werk of het openbaar vervoer in.
En dat kan nu toch nog steeds? Het is juist goed om flexibel te zijn en oplossingen te vinden, dat hoef je niet altijd van de overheid te verwachten,” zegt ze vastberaden. “Misschien moeten mensen in de bijstand iets meer die mentaliteit overnemen.”
Maaike snapt dat dit onderwerp gevoelig ligt, maar blijft bij haar standpunt. “Ik hoor vaak dat mensen hun auto nodig hebben voor hun werk, maar als je in de bijstand zit, heb je officieel geen werk, dus dan valt dat argument gewoon weg.” Ze ziet het bezitten van een auto in die situatie niet als noodzaak, maar als een luxe die naar haar mening niet past bij een uitkering.
“Een auto is geen basisbehoefte. In Nederland hebben we prima alternatieven. Je hebt je fiets, het openbaar vervoer, en voor speciale gevallen zijn er ook nog oplossingen als deelauto’s of buurtbusjes. Er zijn genoeg opties die niet zoveel kosten.”
Volgens Maaike moeten mensen die in de bijstand zitten, vooral kijken naar waar ze écht op kunnen besparen. “Een auto kost vaak honderden euro’s per maand. Als je die kosten niet hebt, hou je geld over voor andere zaken, zoals eten en kleding, of misschien zelfs sparen voor een toekomst zonder bijstand.
Dat lijkt me een veel gezondere manier om met geld om te gaan als je in een uitkeringssituatie zit.” Ze vindt dat mensen die geen inkomsten uit werk hebben, hun middelen beter kunnen besteden aan zaken die echt noodzakelijk zijn. “Je kunt dat geld toch veel beter gebruiken voor je gezin of andere basale uitgaven?”
Hoewel Maaike begrijpt dat niet iedereen haar mening zal delen, blijft ze er sterk achter staan. Ze vindt dat de overheid de regels rondom bijstandsuitkeringen moet aanscherpen en dat controle strenger moet zijn. “Het zou goed zijn als er een duidelijke grens is.
Als je bijstand ontvangt, dan moet je gewoon keuzes maken. Je kunt niet alles hebben.” Ze hoopt dat deze gedachtegang breder gedeeld gaat worden en dat er meer begrip komt voor het feit dat een uitkering eigenlijk bedoeld is als tijdelijke hulp. “De bijstand moet als vangnet fungeren, niet als een levensstijl waarin alles maar mogelijk blijft.”
Maaike heeft vaak discussies over dit onderwerp, en merkt dat haar mening niet altijd goed wordt ontvangen. “Sommigen zeggen dat ik te streng ben, maar ik zie het gewoon zo.
De bijstand is er voor de basis. En als mensen die basis bij elkaar krijgen zonder auto, dan moeten we dat stimuleren. Dat geld kan dan beter gebruikt worden voor mensen die écht hulp nodig hebben.”
Voor haar draait het allemaal om eerlijkheid en verantwoordelijkheid: “Ik gun iedereen een comfortabel leven, maar als je afhankelijk bent van de bijstand, moet je je leefstijl aanpassen. Luxe dingen horen daar niet bij.”