Manon (39) vertelt openhartig over een gevoel dat ze moeilijk vindt om te delen: ze heeft een lievelingskind. Ze worstelt ermee om deze emotie te begrijpen en vraagt zich af of andere ouders dit gevoel soms ook herkennen, al gaat het vaak om iets wat onuitgesproken blijft. “Het is moeilijk om er eerlijk over te zijn,” zegt ze aarzelend.
“Maar ik kan er niets aan doen. Het overkomt me gewoon.” Het blijft een onderwerp waarover ze met niemand praat, deels uit schaamte, deels uit angst voor de reacties van anderen. Toch is het gevoel sterk aanwezig in haar dagelijks leven als moeder van haar twee kinderen: Milou, haar dochter van zeven, en Marnix, haar vierjarige zoon.
Manon beschrijft de verwarrende emotie als iets wat ze niet bewust gekozen heeft. Ze probeert de voorkeur die ze voelt te rationaliseren, te verklaren of zelfs te onderdrukken, maar steeds zonder succes. “Als moeder hou ik van allebei mijn kinderen,” vertelt ze. “Ik zou alles voor ze doen, daar is geen twijfel over mogelijk. Maar toch voel ik soms dat ik meer neig naar de één dan de ander, en dat maakt me onzeker.”
Het gaat Manon er niet om dat één van haar kinderen beter is dan het andere; ze ziet de unieke kwaliteiten van Milou en Marnix, en waardeert hen beide. Toch merkt ze dat ze zich instinctief dichter bij een van hen voelt, zonder precies te kunnen verklaren waarom. Ze wil niet zeggen over welk kind het gaat – dat is een geheim dat ze liever voor zichzelf houdt.
“Ik vind het eerlijk gezegd best eng om hier open over te zijn, zelfs in mijn eigen hoofd,” vertelt ze. “Ik ben bang dat als ik het hardop zeg, het verschil in gevoel alleen maar groter wordt. Het is niet iets wat ik wil, maar ik merk dat het gevoel er gewoon is.”
De vraag of ze zich schuldig voelt over haar gevoelens, is voor haar moeilijk te beantwoorden. Manon weet dat het normaal is om met elk kind een andere band te hebben, maar ze vraagt zich af of dat ook betekent dat het oké is om een duidelijke voorkeur te voelen.
“Ik voel me soms ontzettend schuldig en vraag me af wat voor moeder ik ben als ik dit toe kan geven aan mezelf. Is het wel eerlijk tegenover mijn kinderen?”
Manon vertelt dat de band met haar dochter Milou en haar zoon Marnix in elk geval anders is. Milou is haar oudste, en misschien speelt dat wel mee.
Haar kinderen zijn nog jong, en voor nu ziet ze geen tekenen dat zij iets merken van haar gevoelens. Toch blijft het in haar achterhoofd spoken: wat als ze ouder worden? Wat als ze aanvoelen dat hun moeder zich misschien meer verbonden voelt met een van hen?
“Ik probeer mezelf voor te houden dat het misschien een fase is,” vertelt Manon, zichtbaar emotioneel. “Ik wil zo graag dat beide kinderen zich geliefd en gewaardeerd voelen. Ik geef ze evenveel aandacht, en ik zet me volledig in voor hun welzijn. Maar die gevoelens, die kun je niet zomaar controleren.”
Ze heeft dit nog nooit besproken met andere ouders, deels omdat ze bang is voor onbegrip. Toch merkt ze ook dat haar gevoel wel eens minder taboe zou mogen zijn, omdat ouders er misschien vaker mee te maken hebben dan ze laten blijken.
“Soms denk ik: waarom kan ik er niet eerlijk over praten? Misschien voelen andere ouders dit ook en zouden we van elkaar kunnen leren. Maar het voelt ergens nog altijd alsof ik iets fout doe.”
Manon hoopt dat deze gevoelens met de tijd zullen vervagen, of dat ze in ieder geval kan leren om er op een gezonde manier mee om te gaan. “Ik probeer elke dag opnieuw liefdevol en eerlijk naar mijn kinderen te zijn, en mezelf niet te hard te veroordelen voor de gevoelens die ik ervaar.” Ze benadrukt dat haar wens is om beiden dezelfde steun en liefde te bieden.