Peter, 62 jaar oud, woont al zijn hele leven in dezelfde buurt en heeft zijn financiën altijd op dezelfde manier beheerd: met pen, papier, en een regelmatig bezoekje aan zijn lokale bank. Terwijl de wereld om hem heen steeds digitaler wordt, houdt Peter vast aan de traditionele manier van bankieren. Online bankieren? Dat is niets voor hem.
“Ik vertrouw die technologie niet,” zegt hij resoluut, terwijl hij aan de keukentafel zit met zijn vertrouwde bankafschriften voor zich.
In een tijd waarin bijna alles via het internet gaat, lijkt Peter een uitzondering. De meeste mensen regelen tegenwoordig hun bankzaken met een paar klikken op hun telefoon, maar voor Peter is dat een stap te ver.
“Iedereen zegt dat het makkelijk is en dat je alles in de hand hebt, maar ik ben er niet gerust op. Wat als er iets misgaat? Wat als iemand mijn geld steelt en ik heb het niet eens door?”
Peter’s wantrouwen richting technologie gaat verder dan alleen het ongemak van iets nieuws leren. “Je hoort zó vaak verhalen over hackers, mensen die ineens al hun spaargeld kwijt zijn. Hoe kan ik zeker weten dat het veilig is?” vraagt hij zich hardop af.
Hij heeft geen behoefte om mee te gaan met de massa. “Ik weet hoe mijn bank werkt. Als ik een probleem heb, loop ik gewoon naar binnen en praat ik met iemand aan de balie. Ze kennen me daar, en ik heb altijd het gevoel dat ik op hen kan vertrouwen. Dat krijg ik niet van een scherm.”
Zijn wantrouwen in online bankieren wordt versterkt door verhalen van vrienden en familie. Peter vertelt over een goede vriend die bijna 5000 euro kwijt was door een phishing-aanval.
“Hij kreeg een e-mail die van zijn bank leek te komen, en voordat hij het wist, was zijn geld weg. De bank kon het gelukkig terughalen, maar dat heeft me alleen maar meer overtuigd dat online bankieren niks voor mij is.”
Hoewel Peter vol overtuiging vasthoudt aan zijn standpunt, begint hij wel de druk van zijn omgeving te voelen. Zijn kinderen, die allebei hun bankzaken online regelen, proberen hem al jaren over te halen om de overstap te maken.
“Ze zeggen steeds: ‘Pa, je moet met de tijd meegaan. Het is veiliger dan je denkt.’ Maar ik weet het niet, hoor. Zij zijn opgegroeid met die technologie, voor hen is het allemaal vanzelfsprekend. Voor mij voelt het gewoon onnatuurlijk,” legt hij uit.
Peter herinnert zich de eerste keer dat zijn kinderen hem probeerden te overtuigen. “Ze hadden me een smartphone gegeven, en ik moest een app downloaden om mijn saldo te bekijken. Het duurde een half uur voordat ik überhaupt wist hoe ik moest inloggen.
En dan al die wachtwoorden, codes en verificaties… Het voelde gewoon niet goed. Uiteindelijk heb ik die telefoon aan mijn zoon teruggegeven en gezegd: ‘Dit is niets voor mij.'”
Zijn verzet tegen online bankieren komt ook voort uit zijn diepe verlangen naar privacy en controle. “Met al die online dingen weet je nooit wie meekijkt. Je moet je gegevens overal invoeren, en dan moet je maar hopen dat niemand ermee aan de haal gaat.”
Peter is zich ervan bewust dat banken veel doen om hun digitale systemen veilig te houden, maar dat biedt hem weinig troost. “Ze zeggen wel dat het veilig is, maar als iemand echt je gegevens wil, vinden ze wel een manier. Dat risico wil ik gewoon niet nemen.”
Ondanks zijn zorgen over technologie, begrijpt Peter dat de wereld verandert. Hij merkt dat steeds meer bankkantoren verdwijnen en dat zelfs eenvoudige handelingen, zoals het controleren van zijn saldo, moeilijker worden als hij niet online gaat.
“Ik heb laatst drie kwartier in de rij gestaan om een simpele overboeking te doen. De jongere mensen om me heen keken me raar aan. Voor hen is het allemaal zo snel en makkelijk via hun telefoon, maar voor mij is het een heel gedoe geworden om alles zelf op papier te doen.”
Toch blijft hij bij zijn beslissing. “Kijk, ik begrijp dat de wereld verandert en dat online bankieren handig is voor veel mensen. Maar voor mij voelt het gewoon niet veilig. Misschien ben ik ouderwets, maar ik hecht gewoon veel waarde aan persoonlijk contact en zekerheid. Als ik mijn geld wil zien, wil ik naar de bank kunnen gaan, iemand in de ogen kunnen kijken en weten dat alles goed geregeld is.”
Peter beseft dat hij waarschijnlijk een van de weinigen is die nog zo denkt, maar dat maakt hem niet uit. “Het gaat om mijn geld, mijn toekomst. Ik heb mijn hele leven hard gewerkt en ik wil zeker weten dat alles goed zit. Als dat betekent dat ik wat vaker naar de bank moet lopen, dan is dat maar zo.”
Zijn kinderen blijven hem pushen, maar Peter blijft onvermurwbaar. “Ze bedoelen het goed, dat weet ik. Maar zolang ik het nog kan, hou ik het gewoon bij hoe ik het altijd heb gedaan. Ik heb geen zin om me druk te maken over hackers en online oplichters. Voor mij werkt het zo prima.”