Op een zonnige ochtend naderen drie verschillend gekleurde voertuigen een druk kruispunt, waar de regels voor voorrang bepalen wie als eerste mag gaan. Weet jij welke auto eerst mag?
Voertuig A (roze)
Een roze auto nadert het kruispunt met de intentie om linksaf te slaan. Voor voertuig A geldt de regel dat het voorrang moet verlenen aan zowel rechtdoorgaand verkeer als aan voertuigen die van rechts komen. Dit betekent dat voertuig A geduldig moet wachten totdat het veilig is om af te slaan, rekening houdend met voertuigen B en C.
Voertuig B (blauw)
Een blauwe auto benadert hetzelfde kruispunt, rechtdoor rijdend. Voor voertuig B is de situatie iets eenvoudiger: het moet enkel voorrang geven aan verkeer dat van rechts komt. Hierdoor heeft voertuig B als rechtdoorgaand verkeer prioriteit op voertuig A, dat linksaf wil slaan.
Voertuig C (geel)
Een geel voertuig komt aanrijden en staat op het punt rechtsaf te slaan. Voertuig C moet voorrang verlenen aan voertuig B, omdat B rechtdoor gaat en daarmee prioriteit heeft. Echter, voertuig A moet ook wachten tot voertuig C is gepasseerd voordat het veilig linksaf kan slaan.
Het antwoord
Voertuig B gaat als eerste, zonder verplichting om te wachten op voertuig A, dat linksaf wil slaan. Voertuig C volgt als tweede, zorgvuldig navigerend rond voertuig B. Ten slotte krijgt voertuig A de gelegenheid om veilig linksaf te slaan, nadat zowel voertuig B als C zijn gepasseerd.