Ria, 70 jaar oud, zat op een zonnige ochtend in haar nieuwe auto. Het was een langgekoesterde droom: een comfortabele, moderne auto waarmee ze nog jaren zou kunnen rijden. Maar die vreugde sloeg al snel om in een schuldgevoel toen haar kinderen ter sprake brachten wat ze na zou laten.
“Nadat ik een nieuwe auto kocht, begonnen mijn kinderen over een erfenis,” vertelt Ria met een mengeling van verbazing en teleurstelling.
De auto, een glimmend model waar ze weken naar had uitgekeken, stond nog maar net voor de deur toen haar dochter langs kwam. “Mam, wat een mooie auto,” had ze gezegd.
Maar al snel volgde een andere opmerking: “Ik hoop dat je nog wel wat spaargeld overhoudt voor later.” Ria voelde een steek in haar maag.
Later? Had ze haar kinderen ooit het idee gegeven dat ze met haar spaargeld rekening moesten houden?
“Het was niet alleen mijn dochter,” vertelt Ria. “Mijn zoon belde een paar dagen later en vroeg iets soortgelijks. Hij vroeg zich hardop af of ik nog voldoende over had om goed te leven, en dan had hij het niet alleen over mij.”
Ria begreep meteen waar hij op doelde. Het ging niet om haar comfort, maar om de erfenis.
De opmerkingen lieten haar niet los. Ria had altijd zuinig geleefd. Ze had gewerkt, gespaard en zichzelf weinig gegund. Deze auto was een cadeau aan zichzelf, iets waar ze lang over had nagedacht.
“Ik heb nooit om luxe gegeven,” zegt ze. “Maar nu ik ouder word, wil ik gewoon een beetje comfortabel kunnen leven. Is dat zo verkeerd?”
Toch voelde ze zich schuldig. “Ik begon te denken: misschien hebben ze gelijk. Misschien had ik dat geld moeten bewaren voor hen.” Maar aan de andere kant vroeg ze zich ook af waarom ze zich daar überhaupt druk over moest maken.
“Ik heb altijd gedacht dat ik mijn geld mag gebruiken om mijn eigen leven makkelijker te maken. Maar nu lijkt het alsof ik me daarvoor moet verantwoorden.”
De opmerkingen van haar kinderen hebben haar aan het denken gezet over wat er werkelijk speelt. “Ik weet dat ze het goed bedoelen,” zegt Ria. “Ze willen zeker weten dat ik niets tekortkom. Maar er zit ook iets anders achter. Het idee van een erfenis lijkt ineens zo belangrijk geworden.”
Het zette haar ook aan het twijfelen over haar eigen prioriteiten. “Moet ik minder uitgeven? Moet ik blijven sparen voor iets waar ik zelf niet eens van zal profiteren? Dat voelt toch ook niet goed?”
Ze praatte erover met een goede vriendin, die haar geruststelde. “Zij zei: ‘Ria, het is jouw geld. Je hebt het verdiend. Laat niemand je vertellen hoe je het moet uitgeven.’ Dat gaf me wel een beetje moed.”
Toch blijft het knagen. Ria merkt dat ze anders naar haar uitgaven kijkt sinds die gesprekken.
“Elke keer dat ik iets wil kopen, denk ik: is dit wel verantwoord? Dat had ik vroeger nooit. Ik kocht gewoon wat ik nodig had. Maar nu lijkt het alsof ik continu in mijn achterhoofd rekening moet houden met wat zij misschien denken.”
Het hele idee van een erfenis voelt voor Ria dubbel. “Ik wil mijn kinderen natuurlijk iets nalaten,” zegt ze. “Maar ik wil ook genieten van wat ik heb, nu ik er nog ben. Waarom moet dat met elkaar botsen? Ik heb altijd voor hen gezorgd. Waarom voelt het nu alsof ik verantwoording aan hen moet afleggen?”
Voorlopig probeert Ria een balans te vinden. Ze heeft besloten om met haar kinderen te praten over haar gevoelens. “Ik wil niet dat dit een groot probleem wordt,” zegt ze.
“Ik wil dat ze begrijpen dat ik niet roekeloos ben, maar dat ik ook gewoon een beetje wil genieten. Het leven is zo kort.”
Ria’s verhaal raakt aan een breder thema. Veel ouderen voelen zich onder druk gezet om hun spaargeld intact te houden voor de volgende generatie, terwijl ze zelf misschien nog jaren hebben om te genieten van wat ze hebben opgebouwd.
Voor Ria is het duidelijk: ze wil haar kinderen niet teleurstellen, maar ze wil ook niet vergeten te leven. “Het is mijn geld, mijn leven,” zegt ze zachtjes. “Maar ik wil ook dat zij dat begrijpen.”