Robert is iemand die zijn mening niet onder stoelen of banken steekt. Hij is 42, werkt al jaren als manager bij een logistiek bedrijf, en heeft een uitgesproken visie op hoe het systeem rondom uitkeringen beter zou moeten functioneren.
“Mensen met een uitkering moeten strenger gecontroleerd worden,” zegt hij zonder aarzeling. “Er zijn teveel mensen die misbruik maken van het systeem, en dat voelt gewoon niet eerlijk tegenover de mensen die iedere dag hard werken.”
Zijn frustratie komt niet uit het niets. Robert heeft meerdere vrienden en kennissen die volgens hem ‘lekker achteroverleunen’ terwijl anderen hun belastingen betalen om dat mogelijk te maken.
“Ik ken mensen die een uitkering hebben, maar gewoon zwart werken of zelfs op vakantie gaan. Hoe is dat mogelijk? Dat klopt toch niet? Het systeem is bedoeld als vangnet, niet als een soort levensstijl.”
Volgens Robert zit het probleem niet alleen bij de mensen zelf, maar ook bij de manier waarop de overheid toezicht houdt.
“Er wordt gewoon te weinig gecontroleerd. Natuurlijk, je moet formulieren invullen en af en toe bewijsstukken aanleveren, maar echt doorpakken gebeurt niet. Er wordt te veel op goed vertrouwen gewerkt. En laten we eerlijk zijn, dat vertrouwen wordt vaak beschaamd.”
Hij vertelt over een kennis die volgens hem volledig misbruik maakt van het systeem. “Hij zit zogenaamd in de bijstand, maar rijdt wel rond in een dikke auto die op naam van zijn broer staat. Het huis waarin hij woont is ook een stuk luxer dan wat je zou verwachten. Maar ja, niemand die echt kijkt hoe dat kan.”
Hoewel Robert boos kan worden over wat hij ziet als misbruik van het systeem, zit er ook een bezorgde kant aan zijn mening. “Als we niet strenger worden, holt het vertrouwen in het systeem achteruit.
Mensen die echt hulp nodig hebben, worden daar uiteindelijk de dupe van. Iedereen gaat ervan uit dat iedereen met een uitkering liegt of de boel oplicht, terwijl dat natuurlijk niet waar is.”
Hij benadrukt dat hij zeker begrijpt dat sommige mensen écht niet kunnen werken. “Er zijn natuurlijk mensen die gewoon hulp nodig hebben.
Daar is een uitkering voor bedoeld, en dat vind ik helemaal terecht. Maar als je wel kunt werken en je kiest ervoor om dat niet te doen, dan moet daar iets aan gedaan worden. Je moet een prikkel hebben om weer aan de slag te gaan.”
Voor Robert is dit geen abstracte discussie. Zijn eigen broer verloor ooit zijn baan en moest tijdelijk gebruik maken van een uitkering.
“Dat was zwaar voor hem. Hij schaamde zich ervoor en deed er alles aan om zo snel mogelijk weer werk te vinden. Dat is precies hoe het zou moeten zijn. Maar als ik zie hoe sommige mensen er gewoon tevreden mee zijn om nooit meer iets te doen, dan kan ik daar niet bij.”
Hij vertelt dat zijn broer uiteindelijk weer aan de slag ging en nu met trots kan terugkijken op die moeilijke periode. “Hij voelde zich weer mens, snap je? Hij wilde zijn eigen geld verdienen, niet afhankelijk zijn van anderen. Dat zou het doel moeten zijn voor iedereen.”
Als het aan Robert ligt, moet de overheid het controlesysteem flink aanscherpen. “Het is niet zo ingewikkeld. Kijk naar bankafschriften, vraag bewijsstukken op, en ga vaker op huisbezoek. En als je fraude ontdekt, moet je keihard ingrijpen.
Geld terugvorderen, boetes uitdelen, en misschien zelfs strafrechtelijk vervolgen. Alleen dan maak je het systeem eerlijker voor iedereen.”
Hij is zich ervan bewust dat dit niet altijd populair is om te zeggen. “Mensen vinden het vaak te streng of te hard, maar hoe lang blijven we anders het systeem zo misbruiken? De mensen die het écht nodig hebben, gaan daar uiteindelijk de prijs voor betalen.”
Robert sluit af met een duidelijke boodschap: “Ik wil geen mensen veroordelen die tijdelijk hulp nodig hebben, echt niet. Maar het moet wel eerlijk blijven. Als jij kiest om niets te doen terwijl je prima kunt werken, dan moet je daar op aangesproken worden. Het systeem is er voor ons allemaal, en dat moet zo blijven.”
Zijn overtuiging komt uit een diep gevoel van rechtvaardigheid, en hoewel zijn woorden soms scherp zijn, is het duidelijk dat hij vooral wil dat het systeem sterker en eerlijker wordt. “Iedereen moet zijn steentje bijdragen. Dat is niet meer dan normaal, toch?”