Roos kon haar oren niet geloven toen haar moeder het onderwerp aansneed. “Als ik straks op de kinderen moet passen, wil ik daar wel wat voor terugzien,” zei haar moeder zonder blikken of blozen. Voor Roos voelde het als een klap in het gezicht. “Hoezo betalen? Het zijn je eigen kleinkinderen. We zijn toch familie?”
Het leek zo’n mooie oplossing. Roos en haar man werken allebei fulltime en hadden al weken zitten puzzelen om de opvang voor hun twee kinderen rond te krijgen. Toen haar moeder voorstelde om een paar dagen per week op te passen, was dat een enorme opluchting. Het voelde als een win-winsituatie. Tot dit gesprek.
“Het gaat niet eens om veel,” verdedigde haar moeder zich. “Gewoon een beetje extra voor mijn tijd. Want eerlijk is eerlijk, oppassen is ook werk.” Maar Roos begreep er niets van. “Werk? Hoe kun je het werk noemen om op je eigen kleinkinderen te passen? Dat doe je toch gewoon omdat je van ze houdt?”
Voor Roos voelt het hele idee om haar moeder te betalen alsof hun relatie ineens een zakelijke transactie is geworden.
“Ik snap het niet. Als ik vroeger bij mijn oma was, hoefde zij toch ook geen vergoeding? Ze vond het juist heerlijk om ons over de vloer te hebben. Nu lijkt het alsof alles een prijs heeft.”
Toch probeert Roos het van haar moeders kant te bekijken. “Ze is natuurlijk al wat ouder en geniet van haar vrije tijd. Misschien wil ze niet dat het voelt alsof ze vastzit aan verplichtingen.”
Maar zelfs met dat in gedachten blijft het wringen. “Ze biedt het zelf aan, en nu is er ineens een prijskaartje aan verbonden. Dat voelt gewoon niet goed.”
Wat Roos het meest raakt, is het gevoel dat er niet op dezelfde manier naar de situatie wordt gekeken. “Ik zie dit als iets wat je uit liefde voor je familie doet. Maar zij ziet het blijkbaar als een taak waar een vergoeding tegenover moet staan. Dat doet pijn.”
Het is een discussie die niet alleen in het gezin van Roos speelt. Steeds meer grootouders geven aan dat ze het zwaar vinden om structureel op hun kleinkinderen te passen. Sommige zien het als een verantwoordelijkheid die ze liever niet op zich nemen.
Anderen, zoals de moeder van Roos, willen er een vergoeding voor. Maar waar ligt de grens tussen een helpende hand bieden en betaald werk doen?
Roos voelt zich verscheurd. Ze wil geen ruzie met haar moeder, maar ze wil ook geen relatie waarin geld zo’n grote rol speelt. “Ik heb haar geprobeerd uit te leggen dat we dit financieel gewoon niet kunnen dragen. Als we haar moeten betalen, kunnen we net zo goed een oppas inhuren.”
Volgens Roos begrijpt haar moeder niet wat dit voor impact heeft op hun band. “Het gaat niet alleen om het geld. Het voelt alsof we geen familie meer zijn, maar een soort werkgever en werknemer. En dat breekt mijn hart.”
Desondanks is Roos vastberaden om het gesprek open te houden. “Ik wil haar echt duidelijk maken hoe belangrijk ze voor ons is en hoe graag we haar bij ons leven betrekken. Misschien snapt ze dan dat het niet alleen gaat om het praktische deel, maar om wat het betekent om oma te zijn.”
Voor nu blijven Roos en haar moeder in een ongemakkelijke situatie zitten. “Ik wil geen ruzie maken, maar ik ga hier ook niet zomaar in mee,” zegt Roos stellig.
“Uiteindelijk hoop ik dat ze beseft dat haar rol in onze levens zoveel meer waard is dan welk bedrag dan ook. Want als we familie zijn, zouden we elkaar juist moeten helpen, niet afrekenen.”