Sinds de PVV met Geert Wilders en minister Marjolein Faber aan het roer staat, gonst het van de verhalen dat ambtenaren zich actief zouden verzetten tegen hun beleid.
Onderzoeker Hildebrand Bijleveld wijst op een reeks opvallende gebeurtenissen die wijzen op meer dan alleen gezonde kritiek of debat. Volgens hem gaat het om een patroon van sabotage en tegenwerking, diep van binnenuit de ministeries zelf.
Van subtiele tegenwerking tot openlijk verzet
Vanaf het moment dat Faber het ministerie van Asiel en Migratie betrad, lekten er negatieve verhalen uit naar de media. Ambtenaren zouden haar anoniem hebben weggezet als “wereldvreemd”. NRC kopte zelfs dat Faber “in haar eigen werkelijkheid leeft”.
De framing kreeg nog meer kracht toen linkse opiniemakers haar in praatprogramma’s en columns “knettergek” of “autistisch” noemden. De toon was gezet en de publieke beeldvorming veranderde razendsnel.
Niet alleen de woorden, maar ook de daden zouden hebben meegespeeld. Voorstellen die Faber naar voren bracht, werden vanuit de ministeries zelf in twijfel getrokken of onderuit gehaald.
Een voorbeeld is het Deense beleid waarbij bij azc’s borden zouden zijn geplaatst met een oproep om terug te keren naar het land van herkomst.
Terwijl Faber dit als inspiratie aandroeg, lieten Nederlandse ambtenaren anoniem weten dat zulke borden “helemaal niet bestaan”. Daarmee werd niet alleen haar beleid, maar ook haar geloofwaardigheid in twijfel getrokken.
Lintjesgate: een openlijke clash
Een van de meest besproken momenten was de zogenoemde lintjesgate. Faber weigerde koninklijke onderscheidingen te ondertekenen voor medewerkers van asielinstellingen, omdat dit haaks stond op de PVV-lijn. Het ministerie trok zich daar niets van aan.
Ambtenaren gingen zelfs een stap verder en plaatsten een advertentie in een landelijke krant om de betrokken medewerkers alsnog publiekelijk te bedanken. Het resultaat: een bewindspersoon die volledig buitenspel werd gezet door haar eigen ambtelijke apparaat.
Volgens critici liet dit incident zien hoe ver de weerstand ging. Waar normaal gesproken ambtenaren loyaal de koers van een minister ondersteunen, werd hier doelbewust de andere kant op bewogen.
Grensbewaking op papier, maar niet in praktijk
Ook bij het thema grensbewaking liep Faber tegen een muur. Marechausseemedewerkers gaven openlijk toe dat zij de kennis en kunde rondom grenscontrole grotendeels waren “verleerd”.
Toen Faber plannen aankondigde om de grensbewaking te herstellen, stuitte zij op nauwelijks bereidheid om mee te werken.
Opvallend is dat vlak na de aankondiging de Rekenkamer plotseling met een rapport kwam waarin stond dat het versterken van de grensbewaking “niet effectief” zou zijn. Voorstanders van de PVV zagen dit als een handige timing die vooral de plannen van Faber in diskrediet moest brengen.
Kritiek vanuit gesubsidieerde instellingen
De PVV kreeg het niet alleen aan de stok met ambtenaren binnen de ministeries. Er klonk ook harde kritiek vanuit instellingen die grotendeels door de overheid worden gefinancierd.
Denk aan de Kinderombudsman, de Nationale Ombudsman, Vluchtelingenwerk Nederland en de Adviesraad voor Migratie.
Die laatste instelling kreeg bovendien een opvallende voorzitter: Evelien van Roemburg, voorheen actief bij Oxfam en kandidaat voor PvdA/GroenLinks. De PVV probeerde haar benoeming tegen te houden, maar had geen meerderheid om dit door te drukken. Voor veel kiezers en commentatoren voedde dit de indruk dat de kaarten structureel tegen de partij geschud zijn.
Lekken van gevoelige adviezen
Een ander incident dat de gemoederen bezighield, was het uitlekken van het advies van de Raad van State over de asielnoodwet van de PVV.
Terwijl de conclusie – namelijk dat de wet moest worden afgewezen – snel in de media belandde, bleef de onderbouwing achterwege. Het selectieve lekken zorgde voor verwarring, speculatie en vertraging van het beleid.
Onderzoeker Bijleveld trekt hierbij een parallel met het inburgeringsbeleid van voormalig minister Rita Verdonk. Ook zij werd in het verleden geconfronteerd met tegenwerking vanuit haar eigen departement, waardoor plannen in de praktijk moeilijk of zelfs onmogelijk werden uitgevoerd.
Is er sprake van een gecoördineerd patroon?
Het stapelen van incidenten roept de vraag op of dit allemaal op zichzelf staande voorvallen zijn, of dat er sprake is van een bewuste strategie om het PVV-beleid te dwarsbomen. Tegenstanders van de partij stellen dat ambtenaren simpelweg hun plicht doen door te wijzen op onuitvoerbare of problematische plannen. Voorstanders zien echter een veel groter probleem: een ambtelijk apparaat dat politiek gekleurd is en dat zijn macht gebruikt om een democratisch gekozen regering te frustreren.
Wat vaststaat, is dat de PVV zich in een lastige positie bevindt. Enerzijds hebben zij de steun van kiezers die verandering verwachten, anderzijds worstelen zij met een ambtenarencultuur die gewend is aan decennialang beleid in een heel andere richting. Dat spanningsveld zorgt voor voortdurende confrontaties en mediastormen.
Wat betekent dit voor de toekomst?
De kwestie rond de vermeende tegenwerking van ambtenaren kan grote gevolgen hebben voor de komende jaren.
Als ministers hun eigen plannen niet kunnen uitvoeren doordat hun ambtelijke staf het beleid niet steunt, komt de vraag naar boven hoe sterk de macht van het ministerie zelf is. Wie bepaalt er in Nederland eigenlijk het beleid: de gekozen politici of de ambtenaren die al jarenlang op dezelfde posten zitten?
Voor de PVV is dit een fundamentele uitdaging. Wilders en Faber hebben hun kiezers beloofd dat zij de koers rond asiel, migratie en veiligheid stevig zouden wijzigen.
Als het waar is dat er van binnenuit wordt gesaboteerd, kan dit leiden tot teleurstelling onder de achterban en een verdere polarisatie in het politieke debat.
Conclusie
De reeks onthullingen en incidenten rond de PVV en de rol van ambtenaren werpt een fel licht op een spanningsveld dat al langer sluimert in de Nederlandse politiek. Zijn de ministeries werkelijk neutraal, of spelen er achter de schermen politieke voorkeuren mee die beleid kunnen maken of breken?
Wat er ook van waar is: de indruk dat ministers van de PVV vanaf dag één op tegenwerking stuiten, is inmiddels stevig neergezet.
Het debat hierover zal de komende tijd ongetwijfeld blijven oplaaien – en hoe dat uitpakt, kan bepalend zijn voor de toekomst van zowel de partij als het politieke landschap in Nederland.