Medicijnen zijn bedoeld om levens te redden en mensen beter te maken, maar achter de schermen speelt er een spel dat vooral draait om geld. De prijzen van geneesmiddelen lopen soms zo hoog op dat ze voor veel discussie zorgen.
Hoe kan het dat de ene patiĆ«nt jaarlijks een paar duizend euro kost, terwijl een ander middel miljoenen euroās per patiĆ«nt per jaar vraagt? En wie bepaalt eigenlijk wat een medicijn mag kosten?
In dit artikel duiken we dieper in de wereld van medicijnprijzen. Van torenhoge bedragen in ziekenhuizen tot geheime onderhandelingen met farmaceuten ā dit is wat je moet weten.
De miljoenenbusiness achter pillen en injecties
Alleen al binnen ziekenhuizen werd er in 2023 in Nederland ruim 2,6 miljard euro uitgegeven aan dure geneesmiddelen. En dat is nog exclusief de medicijnen die via de apotheek verstrekt worden.
Nieuwe, vaak innovatieve medicijnen zijn extreem prijzig. Volgens het Zorginstituut Nederland staat de prijs vaak totaal niet in verhouding tot de daadwerkelijke gezondheidswinst.
Voor farmaceuten zijn de hoge bedragen te verklaren door de kosten van onderzoek en ontwikkeling. Maar critici wijzen erop dat die werkelijke kosten niet openbaar gemaakt worden.
Daardoor blijft de vraag hangen: zijn die miljoenenprijzen wel eerlijk, of vooral een manier om winsten op te drijven?
Het verschil tussen Nederland en de VS
Waar wij in Nederland en Europa stevig inzetten op kostenbeheersing, liggen de bedragen in de Verenigde Staten bijna vier keer zo hoog. Daar bepalen farmaceuten vrijwel zelf wat hun middelen waard zijn en wordt er minder streng onderhandeld.
Volgens de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) kijken we in Nederland te weinig naar de maatschappelijke winst. Als iemand dankzij een duur medicijn weer kan werken en deelnemen aan de samenleving, levert dat ook economische voordelen op.
Toch blijft hier de focus liggen op zo laag mogelijke prijzen, wat vaak leidt tot lange onderhandelingen en soms zelfs uitstel van toegang tot nieuwe middelen.
Wie bepaalt de prijs van een medicijn?
Zodra een middel is goedgekeurd door het Europees Geneesmiddelen Agentschap (EMA), mag de fabrikant het in Nederland op de markt brengen. De farmaceut bepaalt dan de lijstprijs, maar dat is lang niet wat er uiteindelijk betaald wordt.
De overheid heeft namelijk de Wet geneesmiddelenprijzen, die een maximum stelt aan wat fabrikanten mogen vragen. Daarna volgen onderhandelingen met zorgverzekeraars, ziekenhuizen of direct met het ministerie van Volksgezondheid.
Bij dure medicijnen ā vaak boven de 50.000 euro per patiĆ«nt per jaar ā belanden middelen in de zogenaamde sluis. Daarin bekijkt het Zorginstituut eerst of het middel voldoende meerwaarde heeft. Pas daarna wordt er onderhandeld.
Onderhandelen achter gesloten deuren
Die onderhandelingen verlopen niet zoals bij een doorsnee aankoop. Het gaat vaak per brief en mail, duren maanden of zelfs jaren en vinden volledig achter gesloten deuren plaats. Soms kan het wel 500 dagen duren voordat er een akkoord ligt.
Wat er precies wordt afgesproken, blijft geheim. Patiƫnten en burgers horen pas de uitkomst: of een middel vergoed wordt, ja of nee. Transparantie is er nauwelijks. Dat leidt tot veel frustratie, zeker bij patiƫnten die dringend wachten op een nieuw medicijn.
Farmaceuten onder vuur: gebrek aan openheid
Farmaceutische bedrijven geven als reden voor hun prijzen de hoge kosten van onderzoek en ontwikkeling. Veel medicijnen halen de markt nooit, en die mislukte pogingen moeten volgens hen ook terugverdiend worden. Maar hoeveel er daadwerkelijk geĆÆnvesteerd wordt, blijft gissen.
Overheden vragen al jaren om meer openheid, maar farmaceuten weigeren dit. Landen als Italiƫ en Frankrijk hebben inmiddels wetgeving aangenomen die fabrikanten verplicht meer transparantie te geven. Nederland kijkt mee, maar zet die stap nog niet volledig.
Een eerlijker systeem: cost-plus-plus
Critici zoals de stichting Wemos pleiten voor een ander systeem. Op dit moment wordt vaak uitgegaan van āvalue-based pricingā: de waarde die een medicijn voor de maatschappij heeft. Dat geeft farmaceuten veel speelruimte om prijzen kunstmatig hoog te houden.
Het alternatief is het zogenaamde cost-plus-plus-model, aanbevolen door de Wereldgezondheidsorganisatie. Hierbij wordt uitgegaan van de daadwerkelijke kostprijs, plus een redelijke winstmarge Ʃn een bijdrage voor nieuw onderzoek.
Zo zouden medicijnen betaalbaarder worden en kan de samenleving erop vertrouwen dat prijzen niet willekeurig zijn.
De rol van succes en mislukking
De farmaceutische industrie verdedigt zich door te zeggen dat succesvolle middelen ook de mislukkingen moeten financieren.
Het ontwikkelen van een nieuw medicijn kost miljarden, en vaak sneuvelen tientallen projecten voordat er ƩƩn effectief product overblijft.
Toch zeggen tegenstanders dat dit geen vrijbrief mag zijn om prijzen buitensporig hoog te maken. Zeker niet wanneer overheden en patiƫnten de rekening moeten betalen en levens afhangen van de beschikbaarheid.
Internationale verschuivingen en Trumpās rol
De Amerikaanse druk speelt ook een rol. Toenmalig president Donald Trump gaf al aan dat de VS niet langer de grootste betaler wil zijn voor dure medicijnen. Daardoor verschuiven farmaceuten hun blik naar Europa.
Volgens een inventarisatie van de Europese koepel EFPIA stond er ooit 165 miljard euro aan investeringen in Europa gepland, maar daarvan is inmiddels zoān 100 miljard onzeker.
Dit kan betekenen dat bedrijven minder willen investeren in Europese landen als er streng onderhandeld wordt over prijzen.
Wat betekent dit voor patiƫnten?
De gevolgen zijn duidelijk voelbaar. Nieuwe medicijnen blijven langer āin de sluisā hangen, omdat farmaceuten hun gesprekken met het ministerie uitstellen.
Voor patiĆ«nten betekent dat wachten ā soms maanden, soms jaren ā op middelen die hun leven kunnen redden of sterk verbeteren.
Dat wachten kan cruciale gevolgen hebben. Voor iemand met een ernstige ziekte is tijd vaak het meest kostbare bezit. Elke maand vertraging door prijsdiscussies kan letterlijk het verschil maken tussen leven en dood.
Conclusie: prijzen onder druk, maar strijd nog lang niet voorbij
De hoge prijzen van medicijnen zijn niet alleen een Nederlands probleem, maar spelen wereldwijd. Nederland kiest voor kostenbeheersing, terwijl farmaceuten wijzen op hun enorme investeringen. Ondertussen staan patiƫnten in de wachtkamer, soms onnodig lang.
De roep om een eerlijker systeem wordt steeds sterker. Transparantie, het cost-plus-plus-model en internationale samenwerking kunnen bijdragen aan een gezonder evenwicht tussen betaalbaarheid en innovatie.
EƩn ding is duidelijk: zolang farmaceuten hun prijzen achter gesloten deuren bepalen en overheden maandenlang onderhandelen, blijft de patiƫnt de dupe.
Bron: Telegraaf