Het lijkt dé duurzame oplossing: een warmtepomp. Goed voor het milieu, zuinig in gebruik, en steeds vaker te zien in Nederlandse huizen. Maar achter de glimmende beloftes schuilt een probleem waar veel huiseigenaren tegenaan lopen: het onderhoud.
Wie denkt dat het installeren van een warmtepomp het einde van de zorgen is, komt bedrogen uit. Vooral nieuwbouwhuizen blijken een bron van klachten te zijn.
Bij Vereniging Eigen Huis (VEH) is het sinds afgelopen zomer een drukte van belang. Met bijna tweeduizend meldingen in slechts vier weken barst het meldpunt uit zijn voegen. De klachten lopen uiteen, maar één ding is duidelijk: het onderhoud van warmtepompen verloopt allesbehalve soepel.
Cindy Kremer, directeur van VEH, windt er geen doekjes om. “We horen verhalen van mensen die jaren bezig zijn met het vinden van een monteur. Sommigen zitten letterlijk in de kou door storingen.”
Een veelgehoord probleem is het gebrek aan informatie. Consumenten hebben vaak geen idee wat hun warmtepomp nodig heeft qua onderhoud. En als ze die informatie al hebben, stuiten ze op het volgende obstakel: er is geen onderhoudscontract geregeld.
Bouwers wijzen naar installateurs, installateurs naar bouwers, en de woningeigenaar blijft achter met een apparaat dat niemand lijkt te willen onderhouden. Het wordt er niet beter op wanneer de fabrikant van de warmtepomp failliet gaat. Plots is er niemand meer die kan helpen.
Maar daar houdt het niet op. Zelfs als je een monteur kunt vinden, is het de vraag of die de klus kan klaren. Een groeiend aantal meldingen gaat over warmtepompen die simpelweg onbereikbaar zijn.
“We hebben gevallen gehoord van buitenunits die tussen zonnepanelen op een dak zijn geplaatst,” zegt Kremer. “Om die te bereiken, heb je een hoogwerker nodig. En vind maar eens een bedrijf dat dat wil doen zonder de hoofdprijs te rekenen.”
Het klinkt als een logistieke nachtmerrie, en dat is het ook. Voor veel huiseigenaren is dit niet wat ze hadden verwacht toen ze voor een warmtepomp kozen. Het is een dure investering die uiteindelijk minder gebruiksvriendelijk blijkt dan gedacht.
“De installatiebranche moet echt stappen zetten,” zegt Kremer. “Er is niet genoeg onderhoudspersoneel, en dat wreekt zich nu.”
Een ander knelpunt is het gebrek aan richtlijnen. Hoe en waar moet een warmtepomp precies worden geplaatst? En wat is er nodig om hem in de toekomst goed te kunnen onderhouden? VEH pleit voor duidelijkheid.
“Dit soort problemen zouden helemaal niet mogen voorkomen,” zegt Kremer. “De overheid en de branche moeten hier samen verantwoordelijkheid in nemen.”
Voor veel huiseigenaren komt deze oproep misschien te laat. De verhalen stapelen zich op. Een gezin in een nieuwbouwwoning vertelt hoe ze na een storing wekenlang zonder verwarming zaten omdat niemand de warmtepomp wilde of kon repareren.
“Je voelt je in de steek gelaten,” zeggen ze. “Iedereen lijkt zijn handen ervan af te trekken.”
Toch is het niet alleen kommer en kwel. Warmtepompen zijn nog steeds een belangrijke stap richting een duurzamer Nederland. Maar om die belofte waar te maken, moeten de randvoorwaarden beter worden geregeld.
Huiseigenaren verdienen duidelijkheid, goede service, en apparaten die ook op de lange termijn bruikbaar blijven.
Voor nu blijft het voor veel mensen hopen dat hun warmtepomp zonder problemen blijft draaien. Maar met het groeiende aantal meldingen lijkt dat hoopvol denken. De vraag blijft: wie gaat dit oplossen?
Want terwijl de politiek en de branche naar elkaar kijken, zitten mensen in koude huizen, met kapotte apparaten en frustraties die zich opstapelen. Een duurzame oplossing? Daar lijkt het voorlopig nog niet op.