De schooltijd in de jaren ’60 zag er compleet anders uit dan nu. Geen tablets of interactieve digiborden, maar stevige houten schoolbanken, een krijtbord voor in de klas en een leraar die met een strenge blik de orde bewaarde. Het was een periode waarin discipline, respect en structuur centraal stonden. Voor wie deze tijd heeft meegemaakt, zijn de herinneringen vaak nog kraakhelder: het geluid van krassende vulpennen, de geur van versgeslepen potloden en de angst om naar de hoek gestuurd te worden.
Rapporten waar je zenuwachtig van werd
Rapporten in de jaren ’60 waren niet zomaar een lijstje met cijfers, maar een serieuze evaluatie van je prestaties en gedrag. Leraren namen uitgebreid de tijd om hun observaties op te schrijven, en die waren niet altijd even subtiel.
Je werd niet gespaard met lieve woorden of motiverende zinnetjes – nee, als je lui was, dan stond dat er gewoon letterlijk in. Ouders waren streng en verwachtten dat je je best deed, dus een slecht rapport betekende stressvolle dagen.
Wie herinnert zich nog die lange, gespannen wandeling naar huis met het rapport in je tas? Je wist dat er thuis een serieus gesprek (of erger) zou volgen als de cijfers tegenvielen.
Bovendien waren die rapporten vaak prachtig met de hand geschreven. In een tijd waarin alles nog met pen en papier werd gedaan, was kalligrafie een kunst op zich. De sierlijke letters en nette kolommen gaven de rapporten een klassieke uitstraling, iets wat je nu bijna niet meer ziet.
De bok: vriend of vijand in de gymzaal
Wie in de jaren ’60 op school zat, kent ‘m maar al te goed: de bok in de gymzaal. Dit houten gevaarte stond in bijna elke sportzaal en moest tijdens de gymlessen bedwongen worden.
Je rende op volle snelheid op de bok af, sprong op de springplank en moest er in één soepele beweging overheen zien te komen. Voor sommige kinderen een fluitje van een cent, voor anderen een bron van paniek.
Gymles was sowieso een andere ervaring dan nu. Je werd niet gerustgesteld met bemoedigende woorden als iets niet lukte. De leraar was streng, en als je niet hoog genoeg sprong of niet snel genoeg rende, kon je rekenen op een opmerking waar je het warm van kreeg.
Maar toch: als je eenmaal de bok overwon, voelde dat als een echte overwinning.
Vulpennen en de eeuwige inktvlekken
In de jaren ’60 werd schrijven nog als een serieuze vaardigheid gezien, en dat begon met de vulpen. Schrijven met een balpen? Onmogelijk. Iedereen moest netjes leren schrijven met een vulpen, gevuld met inkt uit een inktpot.
Het bijvullen van de pen was een precisiewerkje en een ongelukje was zo gebeurd. Hoe vaak gebeurde het niet dat je pen ineens een grote klodder inkt op je schrift liet vallen? Of dat je per ongeluk over nog natte inkt veegde en je hele hand blauw was?
Toch had het schrijven met een vulpen ook iets bijzonders. Het gaf een zekere plechtigheid aan het leerproces.
Je leerde niet alleen letters vormen, maar ook hoe je netjes en zorgvuldig moest werken. Wie echt mooi schreef, kreeg daar zelfs complimenten voor van de leraar.
De lederen schooltas die jaren meeging
Bijna elk schoolkind in de jaren ’60 droeg een leren schooltas. Niet zo’n lichte rugzak zoals tegenwoordig, maar een stevige, rechthoekige tas die vaak bijna net zo groot was als het kind zelf.
Deze tassen waren gemaakt van dik leer en bedoeld om jaren mee te gaan. En dat deden ze ook: ze raakten versleten, kregen krassen en vlekken, maar werden daardoor alleen maar persoonlijker.
In die schooltas zat alles wat je nodig had: boeken, schriften, een broodtrommel en natuurlijk de gevreesde vulpen met inktpot. En hoewel de tas soms loodzwaar was, sleurde je ‘m elke dag mee naar school en weer terug. Geen gezeur over zware tassen of ergonomische schouderbanden – dat hoorde er gewoon bij.
In de hoek staan: een straf die je niet snel vergat
Wie zich in de jaren ’60 misdroeg in de klas, wist precies wat er ging gebeuren. Je werd niet weggestuurd met een zachte waarschuwing of een vriendelijk gesprek.
Nee, als je niet oplette, brutaal was of te veel lawaai maakte, stond je binnen no-time in de hoek. Letterlijk.
Met je gezicht naar de muur moest je minutenlang stilstaan terwijl de rest van de klas doorging met de les. Een vernederende straf, want iedereen kon zien dat je straf kreeg.
Soms moest je zelfs op de gang staan, waar andere leraren en leerlingen je konden zien. Dit soort disciplinaire maatregelen zouden nu ondenkbaar zijn, maar destijds was het heel normaal.
En als je écht pech had? Dan kreeg je een tik met de liniaal op je vingers. Strenge discipline was de norm, en respect voor de leraar werd er letterlijk ingeslagen.
Het was een andere tijd, waarin gezag niet werd afgedwongen door vriendelijke gesprekken, maar door duidelijke en soms harde regels.
Nostalgie naar een andere tijd
De schooltijd in de jaren ’60 was op veel manieren strenger en gestructureerder dan tegenwoordig.
Leraren waren autoritaire figuren, discipline was een vanzelfsprekendheid en er werd veel waarde gehecht aan netheid en orde. Maar voor wie deze tijd heeft meegemaakt, roept het vaak ook nostalgische gevoelens op.
De geur van vers geslepen potloden, de inktvlekken op je vingers, de zware leren tas en de bok in de gymzaal – het zijn herinneringen die je nooit vergeet.
Misschien was het een strenge tijd, maar het was ook een tijd waarin respect en structuur de boventoon voerden. En wie weet… misschien heeft dat toch ook wel z’n charme.