Walid (45) heeft er een heel duidelijke mening over: zijn dochter hoeft echt geen carrière te maken. “Vrouwen horen thuis te zijn, daar ligt hun geluk,” zegt hij zonder aarzeling. Terwijl hij rustig een kop koffie drinkt, steekt hij van wal. “Het is tegenwoordig helemaal uit de hand gelopen. Iedereen moet maar werken, rennen, presteren.
En dan? Je bent alleen maar moe aan het eind van de dag. Dat is toch geen leven?”
Walid groeide op in een gezin waar zijn moeder altijd thuis was. “Mijn vader werkte hard, en mijn moeder zorgde voor het huis en voor ons. We kwamen thuis van school, en het eten stond klaar.
De was was gedaan, het huis schoon, en er was altijd iemand om je verhaal aan te vertellen. Ik weet niet beter dan dat het zo hoort. Dat is wat een vrouw gelukkig maakt, die rol in het gezin. Mijn moeder had het niet anders gewild, ze was altijd blij.”
Zijn dochter, een slimme jonge vrouw van 21, ziet het echter anders. Ze studeert hard, heeft bijbaantjes en droomt van een toekomst waarin ze haar eigen geld verdient en onafhankelijk is. Dat idee gaat er bij Walid maar moeilijk in.
“Waarom zou je dat willen? Al dat werken, stressen, ruzie met collega’s. Je wordt daar niet gelukkig van. Bovendien: als ze later kinderen heeft, wie zorgt er dan voor ze? Een oppas? Een opvang? Kinderen horen bij hun moeder te zijn. Dat is altijd zo geweest.”
Zijn stem krijgt een kritische ondertoon. “Vrouwen willen tegenwoordig alles: carrière, geld, status. Maar het kost ze veel meer dan ze denken. Ze raken hun rust kwijt, hun gezin lijdt eronder, en uiteindelijk rennen ze zichzelf voorbij. Dan hebben ze later spijt dat ze geen tijd hadden voor hun kinderen, voor hun familie.”
Hij zucht diep en schudt zijn hoofd. “Ik zeg het maar zoals het is. Een gezin is geen bedrijf dat je even managet. Dat vraagt aandacht, liefde, en toewijding. En dat kun je niet opbrengen als je van vroeg tot laat op kantoor zit.”
Toch ziet Walid dat hij met zijn gedachten steeds meer in de minderheid is. Zijn dochter haalt haar schouders op wanneer hij het gesprek weer eens aansnijdt.
“Ze lacht dan, alsof ik ouderwets ben. Misschien ben ik dat ook, maar ik weet hoe het leven werkt. Als je gelukkig wilt zijn, moet je je niet laten meesleuren door de wereld.
Ze zeggen dat werken en geld verdienen vrijheid geeft, maar ik zie alleen maar meer problemen. Werkstress, burn-outs, eenzaamheid. Dat is de prijs die je betaalt.”
De relatie met zijn dochter staat hierdoor soms onder druk. Ze hebben er weleens ruzie over gehad. “Ze zegt dan dat het haar leven is, en dat ze zelf bepaalt wat ze ermee doet.
Daar heeft ze gelijk in, maar ik wil alleen het beste voor haar. Ze denkt dat ze sterk en onafhankelijk wordt door een carrière na te jagen, maar ik denk dat ze daarmee een leegte probeert op te vullen.”
Walid heeft moeite met het idee dat zijn dochter misschien niet hetzelfde leven wil als zijn moeder of zijn vrouw. “Mijn vrouw is gelukkig thuis. Ze houdt van koken, schoonmaken, en ze geniet ervan om voor ons te zorgen.
Ze voelt zich nuttig, gewaardeerd. Ik ben trots op haar, en ik zou het nooit anders willen. Maar mijn dochter ziet dat niet. Ze denkt dat dat leven minderwaardig is, alsof het geen waarde heeft. Dat doet pijn, want dat betekent dat ze haar moeder niet waardeert zoals ze is.”
Uiteindelijk hoopt Walid dat zijn dochter toch nog van gedachten verandert. “Misschien ziet ze het later in, wanneer ze ouder is en zelf kinderen heeft.
Dan zal ze begrijpen dat geluk niet zit in een dure baan of een groot kantoor. Geluk zit in de kleine dingen. Een thuis waar je warm wordt ontvangen.
Een moeder die er altijd is. Dat is wat ik haar wil meegeven, maar misschien moet ze het zelf ontdekken.”
Hij neemt nog een slok koffie en staart een moment uit het raam. “Ik wil haar niet dwingen, maar ik blijf erbij: vrouwen horen thuis gelukkig te zijn. Daar ligt hun kracht.”
Of zijn dochter daar ooit hetzelfde over zal denken, blijft de vraag. Voor nu blijft Walid hopen dat ze ooit zal begrijpen wat hij bedoelt.