Loïs zucht terwijl ze een slok neemt van haar inmiddels koud geworden thee. “Mijn schoonmoeder heeft weer wat,” zegt ze met een gefrustreerde glimlach. “Ze wil niet meer oppassen op de kinderen, tenzij ik weer fulltime ga werken. Ze vindt het namelijk ‘niet eerlijk’ dat ik maar parttime werk terwijl zij haar tijd opoffert.” Loïs rolt met haar ogen. “Hoe erg is het nou dat je moet oppassen op je eigen kleinkinderen?”
Het gesprek begon onschuldig, zoals meestal het geval is. Loïs en haar man hebben twee jonge kinderen, een zoon van vier en een dochter van twee. Omdat kinderopvang duur is en opa en oma dichtbij wonen, hebben ze een regeling getroffen: drie dagen per week passen de schoonouders op de kleintjes.
“Het leek een perfecte oplossing,” zegt Loïs. “Mijn man en ik konden aan het werk, en mijn schoonmoeder vond het in eerste instantie helemaal geweldig. Ze wilde ‘niets liever’ dan tijd doorbrengen met haar kleinkinderen, zei ze.”
“Ze zei dat ik mijn verantwoordelijkheid moest nemen”
Maar die toon veranderde een paar maanden geleden. “Mijn schoonmoeder begon steeds vaker opmerkingen te maken,” vertelt Loïs.
“‘Het is toch wel zwaar, hoor, de hele dag met die twee kleintjes. En ik ben ook niet meer de jongste,’ zei ze dan. Ik snap dat het niet altijd makkelijk is, maar niemand heeft haar gedwongen om dit te doen. Sterker nog, zij heeft het zelf aangeboden.”
De bom barstte toen haar schoonmoeder onverwachts tijdens een etentje de discussie op tafel gooide. “Ze zei ineens: ‘Loïs, ik denk dat je gewoon weer fulltime moet gaan werken. Het is niet eerlijk dat ik mijn pensioen hieraan besteed terwijl jij maar parttime werkt.’
Ik wist niet wat ik hoorde! Ik werk drie dagen per week, ik doe mijn best om er voor mijn gezin te zijn. Wat verwacht ze dan? Dat ik mezelf in tweeën splits?”
“Ze lijkt te vergeten hoe zwaar het is om alles te combineren”
Loïs voelt zich onbegrepen. “Het is niet alsof ik niks doe. Parttime werken betekent niet dat je halve dagen op de bank ligt. Ik probeer een balans te vinden tussen werk, moeder zijn en ook nog een beetje tijd voor mezelf. Maar als je haar hoort, lijkt het alsof ik mijn verantwoordelijkheid niet neem.”
Haar schoonmoeder heeft haar zelfs rechtstreeks aangesproken over hoe zij het vroeger deed. “Ze zei: ‘In mijn tijd werkte ik fulltime én zorgde ik voor mijn eigen kinderen. Waarom kun jij dat niet?’
Ik dacht echt: je hebt geen idee hoe anders het nu is. Alles is duurder, werkdruk is hoger, en wij hebben niet dezelfde mogelijkheden als vroeger.”
“Ik voel me schuldig, maar ook boos”
Loïs geeft toe dat ze zich soms schuldig voelt. “Natuurlijk waardeer ik wat ze doet. Het is niet niks om drie dagen per week op te passen. Maar tegelijkertijd maakt het me ook boos. Het voelt alsof ze me manipuleert om te doen wat háár beter uitkomt.
Het draait niet meer om wat goed is voor de kinderen of voor ons gezin, maar om wat voor haar het makkelijkst is.”
Ze haalt haar schouders op. “En het ergste is dat ze mijn man erbij probeert te betrekken. Ze zegt dingen als: ‘Jij moet haar overtuigen. Het is jouw verantwoordelijkheid als man om ervoor te zorgen dat ze haar steentje bijdraagt.’
Gelukkig staat mijn man volledig achter me. Hij zegt altijd: ‘Jij doet al meer dan genoeg. Laat je niet gek maken.’ Maar het blijft een ongemakkelijke situatie.”
“Waarom kan ze het niet gewoon uit liefde doen?”
Wat Loïs het meest raakt, is dat het lijkt alsof haar schoonmoeder oppassen niet meer uit liefde doet. “Ik begrijp dat het zwaar kan zijn, echt waar. Maar dit zijn haar kleinkinderen. Hoeveel mensen zouden het geweldig vinden om tijd met hun kleinkinderen door te brengen?
Het voelt alsof ze er een transactie van maakt. Alsof ze zegt: ‘Ik pas alleen op als jij doet wat ik wil.’ Dat doet pijn.”
De zoektocht naar een oplossing
Loïs probeert nu een manier te vinden om deze situatie aan te pakken zonder dat het de familiebanden beschadigt. “Ik wil geen ruzie. Dat is het laatste wat ik wil.
Maar ik wil ook niet toegeven aan haar eisen, want waar stopt het dan? Straks moet ik me voor alles wat ik doe aan haar verantwoorden.”
Ze denkt erover om met haar schoonmoeder te praten, maar dat voelt spannend. “Ik ben bang dat het escaleert. Ze kan heel koppig zijn. Maar ik moet wel iets doen, want zo kan het niet verder.
Misschien moeten we kijken naar een andere oplossing, zoals één dag minder oppas of meer kinderopvang. Al weet ik niet hoe we dat financieel moeten doen.”
“Ik wil me niet laten dwingen”
Ondanks alles blijft Loïs sterk. “Ik laat me niet dwingen,” zegt ze vastberaden. “Dit is mijn leven, mijn gezin. Ik waardeer wat ze doet, maar ik ga niet mijn hele leven omgooien omdat zij dat wil. Uiteindelijk draait het om wat het beste is voor ons als gezin, niet om wat haar het beste uitkomt.”
Met een kleine glimlach sluit ze af: “Wie weet, misschien ziet ze zelf wel in dat het belangrijker is om gewoon te genieten van haar kleinkinderen, zonder voorwaarden.
Tot die tijd blijf ik staan voor wat ik denk dat goed is. Want als moeder weet ik dat ik mijn best doe, en dat is meer dan genoeg.”