Annet is 38 jaar en woont nog steeds in haar ouderlijk huis. Niet omdat ze dat wil, maar omdat ze geen andere keuze heeft.
De huizenmarkt zit op slot en voor een alleenstaande met een gemiddeld inkomen is het kopen of huren van een eigen woning vrijwel onmogelijk. En volgens haar is dat niet alleen de schuld van de stijgende prijzen of het gebrek aan nieuwbouw.
“Ouderen houden alles bezet, terwijl wij niks hebben. Ze wonen met z’n tweeën of zelfs alleen in grote huizen, maar verhuizen? Ho maar!”
Een leven dat niet vooruitgaat
Al sinds haar 28ste is Annet actief op zoek naar een woning. Eerst rustig, in de hoop dat ze iets passends tegen zou komen. Later wanhopig, toen ze zich realiseerde dat er simpelweg niets te vinden was. “Eerst dacht ik: het komt wel goed, ik spaar gewoon wat langer door.
Maar inmiddels ben ik tien jaar verder en zit ik nog steeds in mijn oude slaapkamer. Het voelt alsof mijn leven stil is blijven staan.”
In de afgelopen jaren heeft ze honderden huizen bekeken, online én in het echt. Maar telkens liep het op hetzelfde uit: te duur, te veel concurrentie, of al verkocht voordat ze überhaupt een bod kon doen.
“Je ziet een leuk appartement en binnen een dag is het weg. Of er komen 50 geïnteresseerden opdagen en je weet gewoon: ik maak geen schijn van kans.”
Wat haar het meest frustreert, is dat er wel degelijk huizen zijn. “Als ik door een gemiddelde woonwijk loop, zie ik overal enorme eengezinswoningen waar één of twee mensen in wonen.
Vaak gepensioneerden die er al veertig jaar zitten en helemaal niet weg willen. Terwijl jonge mensen zoals ik nergens heen kunnen.”
“Ze klagen over jongeren, maar houden zelf alles vast”
Volgens Annet wordt er vaak met de vinger gewezen naar jongeren. “We zouden te kieskeurig zijn, te veel geld uitgeven aan vakanties en koffies bij Starbucks.
Maar dat is onzin. Het maakt mij niet uit waar ik woon, als het maar een plek voor mezelf is. En ik ken genoeg mensen die geen cent uitgeven aan luxe, maar alsnog niks kunnen vinden.”
Wat haar steekt, is dat ouderen massaal in hun grote huizen blijven zitten, terwijl er voor starters en jonge gezinnen geen plek is.
“Ze hebben die huizen ooit voor een schijntje gekocht en profiteren van gigantische overwaardes, maar ze doen er niks mee. Ze willen niet verhuizen, want ‘dan moeten ze kleiner wonen’ of ‘dat is te veel gedoe’. Maar voor ons is er simpelweg niks!”
Geen financiële kans, geen eerlijke markt
Een van de grootste obstakels is het feit dat ouderen hun huizen vaak zonder financiële druk kunnen vasthouden. “Ze hebben geen hypotheek meer of betalen een klein bedrag per maand. Daardoor is er geen enkele noodzaak om te verhuizen.
Terwijl starters de hoofdprijs moeten betalen en daarnaast nog te maken krijgen met absurd hoge hypotheekrentes en strenge leenregels.”
Ook ziet Annet hoe ouderen met meerdere huizen hun bezit gewoon aanhouden, om te verhuren of voor hun kinderen te bewaren.
“Hoe vaak hoor je niet dat ouders een tweede huis kopen als investering? Of dat rijke families woningen in de familie houden terwijl er jonge mensen zijn die helemaal niets hebben? De huizenmarkt is gewoon oneerlijk verdeeld.”
De emotionele last van ‘thuis wonen’
Hoewel Annet haar ouders dankbaar is dat ze nog steeds bij hen mag wonen, voelt het niet als een volwaardig volwassen leven.
“Op mijn 38ste zou ik zelfstandig moeten zijn. Mijn eigen ruimte, mijn eigen ritme, mijn eigen regels. Maar in plaats daarvan woon ik nog steeds in hetzelfde huis als waar ik als tiener woonde.”
De sociale druk is groot. “Iedereen om me heen lijkt wel een eigen plek te hebben. Vrienden nodigen me uit voor etentjes in hun koophuis, collega’s praten over hun verbouwingen, terwijl ik me moet verantwoorden waarom ik nog bij mijn ouders woon. Alsof ik iets verkeerd doe.”
Ook daten is een uitdaging. “Probeer maar eens serieus een relatie op te bouwen als je nog bij je ouders woont.
Het voelt ongemakkelijk, het beperkt je vrijheid en het schrikt mensen af. Want laten we eerlijk zijn: niemand vindt het aantrekkelijk als iemand op deze leeftijd nog thuis woont.”
“Dwingen tot verhuizen? Ja, als het nodig is!”
Annet snapt dat mensen niet zomaar hun huis willen verlaten, maar vindt dat er wel iets moet veranderen.
“Waarom zou iemand van 75 in een huis van 200 vierkante meter moeten wonen, terwijl jonge gezinnen of starters helemaal niks hebben? Natuurlijk moet je niemand zomaar dwingen, maar de overheid mag best ingrijpen.
Bijvoorbeeld door verhuizen aantrekkelijker te maken of door belastingvoordelen te bieden voor wie zijn woning doorgeeft aan jongere generaties.”
Sommige mensen vinden dat een drastische oplossing, maar Annet ziet het anders. “Kijk naar hoe de woningmarkt nu is: jongere generaties krijgen gewoon geen eerlijke kans.
Als dat betekent dat we ouderen moeten stimuleren om kleiner te gaan wonen, dan is dat maar zo. Zij hebben hun leven lang al geprofiteerd van goedkope huizen en lage lasten, terwijl wij vastzitten.”
Een uitzichtloze situatie
Tot nu toe heeft Annet nog geen oplossing gevonden. “Ik heb geen miljonair als ouder die even een huis voor me koopt, en huren is onbetaalbaar.
Dus ik zit vast. Misschien moet ik wachten tot er ooit een regeling komt die ouderen stimuleert om door te stromen, maar ik vrees dat dat nog jaren gaat duren. Tegen die tijd ben ik waarschijnlijk 50 en woon ik hier nog steeds.”
Ondertussen blijft ze zoeken, al weet ze niet meer hoe lang ze het volhoudt. “Het is frustrerend, het is oneerlijk en het voelt uitzichtloos.
Maar ik weiger te accepteren dat dit het is. Er móet een oplossing komen, want zo kan het niet langer doorgaan.”