De meivakantie ligt net achter ons en voor je het weet staat de zomervakantie alweer voor de deur. Klimaatbewust als we zijn, zouden we natuurlijk met de trein reizen of lekker kamperen in eigen land. Of misschien kiezen we voor een vakantiehuisje bij onze buren in Duitsland of België.
Nee natuurlijk niet! Nederlanders pakken deze zomer weer massaal het vliegtuig om naar onze vakantiebestemming te reizen. Sterker nog, we doen het vaker dan vorig jaar!
Vliegen blijft populair ondanks klimaatdebat
Hoewel de klimaatdiscussie steeds heviger wordt en duurzaam reizen aan populariteit lijkt te winnen, blijken de cijfers anders. Volgens recent onderzoek uitgevoerd door de reisbrancheorganisatie ANVR kiest maar liefst 55 procent van de Nederlandse vakantiegangers dit jaar voor het vliegtuig.
Vorig jaar lag dit percentage nog op 51 procent. Blijkbaar laat de meerderheid van de Nederlanders zich toch niet zo snel ontmoedigen door klimaatoproepen om duurzamer te reizen.
De ANVR concludeert dan ook dat de positieve trend van eigen vervoer en treinreizen niet doorzet. Ondanks de kritiek op vliegen en de druk om CO2-uitstoot te verminderen, blijft het vliegtuig voor veel Nederlanders de favoriete keuze. Blijkbaar weegt gemak toch zwaarder dan milieubewustzijn.
Schiphol blijft favoriet
Als we naar de luchthavens kijken, blijft Schiphol met stip op één staan als populairste vertrekpunt. Ruim 63 procent van de vliegende Nederlanders vertrekt vanuit onze nationale trots. Daarna volgen Eindhoven Airport (13 procent) en de luchthavens net over de grens in België en Duitsland.
Deze laatste groep groeit gestaag en bedient inmiddels 15 procent van de Nederlandse reizigers. Vooral mensen uit de grensstreek kiezen voor luchthavens zoals Düsseldorf en Brussel, die soms goedkoper en minder druk zijn.
Waarom vliegen we toch massaal?
Dat Nederlanders massaal blijven vliegen, ondanks alle klimaatrapporten en waarschuwingen, heeft verschillende redenen. Ten eerste speelt gemak een grote rol.
Vliegen is vaak sneller dan andere vormen van vervoer, zeker als de bestemming ver weg is. Daarnaast is het aanbod aan goedkope vliegtickets nog steeds groot. Budgetmaatschappijen als Ryanair en Transavia trekken met hun lage prijzen veel vakantiegangers over de streep.
Ook de mogelijkheden om met de trein naar populaire vakantiebestemmingen te reizen zijn vaak beperkt. De trein is in veel gevallen duurder en minder flexibel dan het vliegtuig. Bovendien kost een treinreis naar Zuid-Europa vaak aanzienlijk meer tijd dan een vlucht. Veel mensen vinden die extra reistijd simpelweg niet de moeite waard.
De impact van vliegreizen op het klimaat
Dat vliegen een flinke impact heeft op het klimaat, is inmiddels geen geheim meer. De luchtvaartsector is verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de CO2-uitstoot wereldwijd.
Toch lijken veel Nederlanders het lastig te vinden om deze wetenschap te koppelen aan hun eigen vakantiegedrag. Vliegen voelt voor velen als een vanzelfsprekende luxe, iets wat bij de moderne levensstijl hoort.
Experts waarschuwen echter dat deze houding op de lange termijn niet houdbaar is. De klimaatdoelen van Nederland en de Europese Unie vragen om een forse vermindering van uitstoot.
De luchtvaartsector staat daarom onder druk om te verduurzamen, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van schonere brandstoffen en efficiëntere vliegtuigen. Toch blijft de groei van het aantal passagiers voorlopig groter dan de winst die met verduurzaming wordt geboekt.
Verantwoordelijkheid bij reizigers?
Veel klimaatexperts vinden dat ook reizigers zelf verantwoordelijkheid moeten nemen. Dit kan door minder vaak te vliegen, voor kortere afstanden de trein te nemen en compensatie te betalen voor de uitstoot.
Toch lijken dergelijke adviezen weinig invloed te hebben op het reisgedrag van de meeste Nederlanders. De vraag blijft: hoe krijg je mensen zover dat ze hun gewoontes veranderen?
De overheid kan hierbij een rol spelen door vliegreizen duurder te maken via belastingen of door te investeren in aantrekkelijker treinalternatieven. Zo zou een directe hogesnelheidsverbinding tussen Nederland en populaire Europese bestemmingen de keuze voor duurzaam vervoer kunnen stimuleren.
Reisbureaus en luchtvaartmaatschappijen
Reisbureaus en luchtvaartmaatschappijen spelen slim in op de onverminderde vraag naar vliegreizen. In plaats van terughoudendheid te tonen, worden nieuwe bestemmingen toegevoegd en blijven de prijzen scherp. Zeker nu veel mensen hun vakanties weer volop plannen na de coronajaren, wordt vliegen weer als vanzelfsprekend gezien.
Sommige maatschappijen proberen wel hun groene imago te versterken door compensatieprogramma’s aan te bieden of duurzamere brandstoffen te promoten. Maar de vraag is of dit meer een marketingstrategie is dan een daadwerkelijke bijdrage aan het milieu. Tot nu toe lijkt de impact op het reisgedrag minimaal.
Wat brengt de toekomst?
Op korte termijn lijkt er weinig te veranderen. Nederlanders blijven vliegen omdat het snel, relatief goedkoop en efficiënt is. Of het nu gaat om een stedentrip naar Barcelona of een zonvakantie naar Griekenland, het vliegtuig blijft de meest voor de hand liggende keuze.
Op de lange termijn zal de luchtvaartsector echter wel moeten verduurzamen om te voldoen aan internationale klimaatafspraken. De vraag blijft of dat genoeg zal zijn om de milieuschade van massaal vliegverkeer te compenseren. Tot die tijd blijft de discussie over de noodzaak van vliegen en de impact op het klimaat volop gaande.
Conclusie
Nederlanders kiezen ondanks de klimaatdiscussie weer massaal voor het vliegtuig. De drang naar gemak en betaalbaarheid wint het van milieubewustzijn. Hoewel er alternatieven zijn, blijven deze voor veel reizigers onaantrekkelijk door de hoge kosten en langere reistijden.
Schiphol blijft de populairste luchthaven, maar ook de grensluchthavens winnen terrein. Het lijkt erop dat vliegen voorlopig nog de voorkeur blijft houden, ondanks alle zorgen over de klimaatimpact.
