Het verkeer in de stad is constant in beweging, met auto’s, scooters, voetgangers en vooral heel veel fietsers die allemaal hun weg proberen te vinden. In drukke steden als Amsterdam is de fiets al jaren koning. Maar die populariteit heeft ook een keerzijde. Fietspaden worden drukker, ongelukken komen vaker voor, en de snelheden waarmee sommige fietsers zich voortbewegen zijn allesbehalve onschuldig. Daarom pleit verkeersexpert Walther Ploos van Amstel nu voor een opvallende maatregel: een snelheidslimiet van 20 kilometer per uur voor fietsers.
De fietspaden raken overbelast
Het klinkt als een klein detail – een paar kilometer per uur langzamer fietsen – maar in de praktijk zou het een wereld van verschil kunnen maken. In een stad waar de fietser centraal staat, is het niet alleen belangrijk om ruimte te geven, maar ook om de veiligheid te bewaken.
De Amsterdamse gemeenteraad heeft al meerdere stappen gezet om het verkeer veiliger te maken, bijvoorbeeld door de maximumsnelheid voor auto’s te verlagen naar 30 kilometer per uur binnen de bebouwde kom.
Toch blijken veel ongelukken niet met auto’s te gebeuren, maar juist tussen fietsers onderling. Zeker nu elektrische fietsen, speed pedelecs en bezorgfietsen steeds harder gaan, ontstaat er een snelheidsverschil dat niet zonder risico is.
Waar de gemiddelde fietser rond de 18 kilometer per uur rijdt, zijn er genoeg momenten waarop mensen ruim boven de 25 kilometer per uur uitkomen. Vooral op korte stukken tussen verkeerslichten of bij inhaalmanoeuvres ontstaat er gevaar.
Fatbikes, e-bikes en snelheid als status
Wie tegenwoordig een fietspad oploopt, ziet het meteen: het beeld van de doorsnee fiets verandert. De klassieke stadsfiets maakt plaats voor moderne modellen met trapondersteuning of dikke banden.
Jonge scholieren op fatbikes razen met gemak voorbij, koeriers slingeren zich met bezorgkratten door de drukte heen, en forensen trappen met gemak de 25 kilometer per uur aan op hun elektrische fiets. Die snelheid voelt prettig, efficiënt en stoer. Maar diezelfde snelheid kan fataal zijn.
Volgens de politie is het aantal dodelijke fietsongelukken in Nederland gestegen, en de opkomst van elektrische tweewielers speelt daarin een duidelijke rol. Het is niet alleen het voertuig dat sneller gaat, maar ook de illusie van controle die mensen erbij krijgen.
Als je elke dag 25 kilometer per uur rijdt, voelt dat normaal – maar dat maakt het niet automatisch veilig.
Nieuwe regels voor een nieuwe realiteit
Volgens Ploos van Amstel moet de tijd van vrijblijvende fietsvrijheid misschien plaatsmaken voor een strakker gereguleerd systeem. Een snelheidslimiet van 20 kilometer per uur zou op drukke fietspaden de rust kunnen terugbrengen.
“Juist die korte stukken waar mensen echt even doortrekken, blijken het gevaarlijkst,” zegt hij. En dat is precies waar beleid op in zou kunnen grijpen.
In het huidige verkeersrecht bestaat er nog geen officiële maximumsnelheid voor fietsers. Maar er wordt al voorzichtig gesproken over het inzetten van maatregelen die daar verandering in kunnen brengen.
Denk aan fietsflitspalen – een fenomeen dat tot voor kort als satire werd gezien, maar nu serieus op tafel ligt. Of aan digitale snelheidsmeters die fietsers bewust maken van hun snelheid en ze oproepen om rustiger aan te doen.
Snelheidsverschil als grootste gevaar
De essentie van het probleem zit in het verschil tussen snel en langzaam. Waar oudere mensen of kinderen zich rustig voortbewegen, zijn er ook fietsers die het fietspad gebruiken alsof ze op een racebaan zitten.
Die combinatie zorgt voor veel bijna-ongelukken en soms ook echte botsingen. Wanneer twee fietsers elkaar raken op 25 kilometer per uur, kan dat flinke verwondingen veroorzaken.
Daar komt bij dat de infrastructuur in veel steden nog lang niet klaar is voor deze mix aan snelheden. Fietspaden zijn vaak smal, onoverzichtelijk en delen hun ruimte met scooters, bakfietsen, bezorgers en schoolgaande kinderen.
Het idee dat elke weggebruiker zelf zijn verantwoordelijkheid neemt, is mooi in theorie – maar blijkt in de praktijk niet altijd voldoende.
Van vrijheid naar verantwoordelijkheid
Het fietsen in Nederland is een vorm van vrijheid die diep geworteld zit in de cultuur. Iedereen fietst, van jong tot oud. Het is goedkoop, milieuvriendelijk en gezond. Maar juist omdat het zo gewoon is, vergeten mensen soms dat er ook regels bij horen.
Een snelheidslimiet invoeren voelt voor veel mensen misschien als een aantasting van die vrijheid. Toch gaat het hier niet om pesten of beperken, maar om beschermen.
Vergelijk het met de snelheid op de snelweg: niemand vindt het vreemd dat daar een maximum geldt, omdat we begrijpen dat veiligheid voorop moet staan. Waarom zou dat op het fietspad anders zijn?
Beleidsmakers overwegen maatregelen
De gemeente Amsterdam staat volgens ingewijden open voor het idee. De combinatie van drukke fietspaden, een toename van zware e-bikes en de vergrijzing van de bevolking maakt dat veiligheid een steeds grotere rol speelt.
Er wordt al gesproken over het verplaatsen van grote bakfietsen naar de rijbaan, zodat de kwetsbare fietsers meer ruimte krijgen. Ook wordt nagedacht over handhaving met sensoren en boetes bij overtredingen.
Of het haalbaar is om dit op grote schaal in te voeren, is nog de vraag. Maar de discussie is in elk geval gestart. En dat is niet onterecht. De cijfers spreken voor zich, en de drukte op het fietspad neemt alleen maar toe.
De toekomst van het Nederlandse fietspad
Misschien ziet de toekomst van de fietsroute er heel anders uit dan we gewend zijn. Met gescheiden rijbanen voor snelle en langzame fietsen, digitale displays langs de kant, en nieuwe regels voor e-bikes. Misschien wordt het binnenkort net zo normaal om een snelheidsboete op de fiets te krijgen als in de auto.
De kern blijft echter hetzelfde: fietsen moet veilig zijn. Voor iedereen. En als een maximumsnelheid daarbij helpt, dan is het in elk geval de moeite waard om te onderzoeken. Want in een samenleving waarin iedereen beweegt, moet niemand bang zijn om geraakt te worden.
Wil je rust op het fietspad, dan moet je misschien wel iets van je snelheid inleveren. Dat is geen straf, maar een investering in een gedeeld stukje veiligheid.
Bron: Autogekte.nl