De zomer is in volle gang en de koffers worden weer massaal ingepakt. De bestemming? Voor velen is het wederom Frankrijk, en met name het zuiden blijft razend populair. Toch gaan deze vakanties lang niet meer zo goedkoop als vroeger. De inflatie is voelbaar in alle lagen van het dagelijks leven, en dus ook tijdens de zomervakantie. Een weekje weg is al lang geen vanzelfsprekendheid meer voor elk gezin.
Vakantiegedrag verandert, maar de kosten stijgen
Wat direct opvalt is dat Nederlanders hun vakantiegedrag aanpassen. We gaan vaker, maar korter. Toch zijn de kosten per persoon behoorlijk gestegen.
Uit cijfers van NU.nl blijkt dat de gemiddelde Nederlander in 2024 zo’n 709 euro per persoon kwijt is aan een zomervakantie. Ter vergelijking: in 2022 was dat nog 629 euro. Dat is dus een stijging van 80 euro in twee jaar tijd.
Die stijging lijkt misschien mee te vallen, maar dat bedrag is exclusief grote uitgaven zoals een caravan of nieuwe auto. Het gaat hier puur om de directe vakantiekosten: verblijf, vervoer, eten, drinken en eventuele uitjes. En voor wie weleens op de Franse tolwegen heeft gereden of de prijzen van benzine heeft gezien: dat loopt al snel op.
De Zwarte Zaterdagen komen er weer aan
Zodra de vakantie begint, gaan we weer massaal richting het zuiden. En dat betekent automatisch: files op de Route du Soleil.
Die beroemde snelweg van Parijs naar Marseille verandert op piekdagen in een langzaam kruipende stoet auto’s met dakkoffers, fietsen achterop en caravans erachteraan. Deze drukste dagen worden ook wel de ‘Zwarte Zaterdagen’ genoemd, en zijn ieder jaar vaste prik.
Met name rond steden als Lyon, Orange en Valence staat het verkeer muurvast. Dat kost niet alleen tijd en geduld, maar ook flink wat brandstof. Combineer dat met hoge temperaturen, jengelende kinderen op de achterbank en torenhoge benzineprijzen, en je snapt dat de vakantiestress vaak al voor de bestemming begint.
Waar gaat dat geld allemaal naartoe?
Een gemiddelde camping kost tegenwoordig al snel 35 tot 50 euro per nacht. Tel daarbij op dat je vaak minstens twee weken gaat, en je zit al gauw op 500 euro voor alleen de overnachtingen.
Dan hebben we het nog niet eens gehad over uit eten gaan, tolwegen, tanken, uitstapjes naar attractieparken of lokale markten en natuurlijk de boodschappen.
Op veel campings betaal je extra voor alles: warm water in de douche, gebruik van de wasmachine of toegang tot het zwembad. Sommige mensen proberen te besparen door zelf te koken en boodschappen te doen bij de lokale supermarkt, maar ook daar zijn de prijzen flink gestegen. Een simpele barbecue of pizza-avond kan dus ook al aardig in de papieren lopen.
Is 709 euro dan echt realistisch?
Wie goed nadenkt, vraagt zich terecht af: hoe komen ze uit op dat gemiddelde bedrag? Voor 709 euro per persoon kun je met een gezin van vier nauwelijks nog een fatsoenlijke vakantie in Frankrijk boeken, laat staan in een hotel of appartement.
Waarschijnlijk zit het ‘geheim’ van dat bedrag in de grote groep Nederlanders die heel goedkoop reist of zelfs in eigen land blijft.
Kamperen bij familie, gratis logeren via platforms of een paar dagen op een boerderij in Nederland – het telt allemaal mee in het gemiddelde. Maar dat betekent ook dat een groot deel van de mensen véél meer uitgeeft dan die 709 euro.
Denk aan luxe campings, glamping, hotelovernachtingen, dure restaurants en dure tankbeurten op de Route du Soleil. Voor die groep is 709 euro een lachertje.
De verborgen kosten van vakantie
Vakantie draait niet alleen om geld. Maar het is wel belangrijk om te beseffen hoeveel kleine kosten zich opstapelen. Denk aan een ijsje hier, een koffietje daar, een souvenir voor thuis of een extra dagje naar een waterpark. Het zijn uitgaven die vaak niet gepland zijn, maar die bij elkaar flink aantikken.
Ook verzekeringen, pechhulp in het buitenland en het eventuele onderhoud van de auto vooraf maken deel uit van de totale kosten. Zeker als je met een caravan rijdt, moet je ook rekening houden met een hoger brandstofverbruik, meer tol en soms zelfs aparte verzekeringseisen.
Waarom we tóch massaal blijven gaan
Ondanks alle kosten is de vakantiedrang onverminderd groot. Nederlanders zijn reislustig en zien vakantie als een noodzakelijke manier om te ontspannen. Veel mensen hebben het gevoel dat ze na een jaar hard werken wel een weekje zon en vrijheid verdienen. En daar hoort dan ook bij dat men bereid is diep in de buidel te tasten.
Sommige gezinnen sparen het hele jaar door voor hun zomervakantie. Ze zetten elke maand een bedrag opzij, zodat ze in juli of augustus onbezorgd kunnen genieten.
Anderen kiezen voor een persoonlijke lening of creditcardbetaling, wat natuurlijk op de lange termijn duurder is – maar het verlangen om ‘er even tussenuit te zijn’ wint het vaak van het verstand.
Gaan we minder, of juist anders?
Het lijkt erop dat de stijgende kosten niet zozeer leiden tot minder vakanties, maar tot andere keuzes. Mensen kiezen vaker voor een korter verblijf, zoeken naar goedkopere alternatieven of boeken last-minutes.
Kamperen wordt opnieuw populair, en ook vakanties buiten het hoogseizoen zijn in trek bij mensen zonder schoolgaande kinderen.
Nederland zelf is ook steeds meer in beeld als bestemming. Vakantieparken, natuurhuisjes en campings aan de kust of op de Veluwe draaien topomzetten. Je hoeft niet altijd ver weg te gaan om dat vakantiegevoel te krijgen, zeker als het weer in Nederland mee zit.
Conclusie
De zomervakantie is nog steeds heilig voor de meeste Nederlanders, maar het wordt steeds moeilijker om met een beperkt budget weg te kunnen. Met gemiddeld 709 euro per persoon wordt het een uitdaging om alles eruit te halen wat je zou willen.
Toch blijkt: wie creatief is, vooruit plant en bereid is om concessies te doen, kan ook nu nog een heerlijke vakantie beleven.
De vraag blijft wel: hoe lang kunnen we dit volhouden? Want met stijgende prijzen, inflatie en steeds hogere accijnzen op brandstof is het niet ondenkbaar dat de komende jaren nóg duurder worden. Maar voorlopig geldt voor velen: even alles vergeten, gas geven, en gaan.