Het is elk jaar hetzelfde dilemma: zodra de dagen korter worden en de avonden frisser aanvoelen, komt de vraag naar boven of de verwarming al aan moet.
Sommigen zetten zonder twijfel de thermostaat omhoog zodra de eerste kou hun huis binnendringt, terwijl anderen het liefst zo lang mogelijk wachten om energie en kosten te besparen. Maar wat is nu eigenlijk verstandig?
De invloed van temperatuur in huis
De gemiddelde temperatuur waarbij mensen de verwarming aanzetten, ligt rond de 18 tot 19 graden.
Zodra het binnenshuis kouder wordt, merken veel mensen dat ze sneller koude handen en voeten krijgen of moeite hebben met ontspannen. Toch hoeft dat niet direct te betekenen dat de verwarming al omhoog moet.
Een extra trui, een plaid of een paar warme sokken kan vaak al voldoende zijn om comfortabel te blijven.
Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met de isolatie van je woning. Een goed geïsoleerd huis houdt warmte veel langer vast, waardoor je minder vaak de verwarming hoeft te gebruiken.
In een slecht geïsoleerde woning kan het daarentegen sneller onaangenaam fris worden.
Energieprijzen en kosten
De beslissing om de verwarming aan te zetten hangt tegenwoordig vaak samen met de energierekening. Energieprijzen zijn de laatste jaren flink gestegen, waardoor veel huishoudens bewuster omgaan met hun gasverbruik.
Hoe later je de verwarming aanzet, hoe meer je kunt besparen.
Toch moet je ook waken voor te lang wachten. Als de woning structureel te koud wordt, kost het uiteindelijk meer energie om alles weer op te warmen.
Het is dus een kwestie van balans: slim omgaan met je thermostaat en voorkomen dat je huis helemaal afkoelt.
Gezondheid en comfort
Naast geld speelt ook gezondheid een rol. In een te koude woning loop je sneller het risico op verkoudheid of andere klachten.
Vooral voor jonge kinderen, ouderen en mensen met een zwakke gezondheid is een aangename binnentemperatuur belangrijk. Langdurig leven in kou kan zelfs leiden tot stijve spieren en gewrichtspijn.
Een constante temperatuur van ongeveer 18 tot 20 graden wordt vaak gezien als gezond en comfortabel. Voor de slaapkamer mag het wat frisser zijn, maar in de woonkamer wil je doorgaans niet onder de 17 graden zakken.
Slim omgaan met de thermostaat
Moet de verwarming dan meteen hoog? Zeker niet. Vaak is het voldoende om de thermostaat een paar graden hoger te zetten, bijvoorbeeld naar 18 of 19 graden, in plaats van meteen door te schieten naar 21.
Bovendien is het handig om met tijdschema’s te werken. Moderne thermostaten kunnen eenvoudig worden ingesteld zodat de verwarming alleen draait wanneer het nodig is, bijvoorbeeld ’s ochtends en ’s avonds.
Een slimme thermostaat kan zelfs leren van je leefpatroon, waardoor je energieverbruik nog efficiënter wordt. Daarmee bespaar je ongemerkt geld, terwijl je toch geniet van een warme woning op de juiste momenten.
Alternatieven voor direct stoken
Voordat je de knop omdraait, zijn er genoeg manieren om de kou buiten de deur te houden:
Extra kleding: trek een warme trui of vest aan en kies voor dikke sokken.
Plaids en dekens: ideaal voor op de bank tijdens de avonduren.
Sluit deuren en ramen: zo blijft de warmte in de ruimte waar je bent.
Gebruik tochtstrips: kleine kieren kunnen veel kou naar binnen laten.
Laat zonlicht binnen: zoninstraling kan je woning gratis verwarmen.
Met deze simpele maatregelen kun je vaak een paar weken langer wachten met het aanzetten van de verwarming.
Is het goedkoper om continu te verwarmen?
Een veelgehoorde discussie gaat over de vraag of het beter is om de verwarming laag maar constant te laten draaien, of juist alleen aan te zetten wanneer je thuis bent.
Voor de meeste moderne, goed geïsoleerde huizen geldt dat het efficiënter is om de verwarming alleen te gebruiken wanneer nodig.
Bij slecht geïsoleerde woningen kan het echter lonen om de temperatuur niet te ver te laten zakken.
Het telkens opwarmen van een sterk afgekoelde woning kan namelijk meer energie kosten dan een constante lage temperatuur handhaven.
Tips om energie te besparen zonder kou te lijden
Wil je comfortabel wonen zonder dat je energierekening door het dak gaat? Dan zijn deze tips handig:
Stel je thermostaat maximaal op 19 graden in de woonkamer.
Zet de thermostaat ’s nachts of bij afwezigheid terug naar 15 graden.
Ventileer kort maar krachtig om vocht te verminderen, want vochtige lucht voelt kouder aan.
Overweeg vloerverwarming of infraroodpanelen als aanvulling, die vaak zuiniger zijn.
Investeer in isolatie, zoals dubbel glas of dakisolatie, om structureel te besparen.
Het psychologische effect van kou
Interessant is dat het gevoel van kou niet alleen door de thermometer bepaald wordt. Psychologisch speelt beleving een grote rol.
Wie buiten in de kou is geweest, ervaart binnenshuis sneller behaaglijkheid, zelfs bij lagere temperaturen.
Andersom kan iemand die gewend is aan een constant warme omgeving sneller klagen wanneer de verwarming een graadje lager staat.
Dit verklaart waarom sommige huishoudens pas in november de verwarming aanzetten, terwijl anderen al in september beginnen te stoken.
Conclusie: wel of niet de verwarming aanzetten?
De vraag of je de verwarming nu al moet aanzetten, heeft geen eenduidig antwoord. Het hangt af van je persoonlijke comfort, de isolatie van je woning, je gezondheid en je energierekening.
In de praktijk is het slim om zo lang mogelijk te wachten door gebruik te maken van warme kleding, dekens en goede isolatie.
Maar zodra het binnenshuis structureel onder de 18 graden zakt, kan het verstandiger zijn om toch de verwarming aan te doen.
Het gaat uiteindelijk om balans: comfortabel wonen zonder onnodig veel geld uit te geven.
Zet de thermostaat dus bewust aan wanneer het echt nodig is, maar voorkom dat je huis te koud wordt. Zo blijf je de winter door warm, gezond én zuinig.
Dit bericht op Instagram bekijken
