Stel je voor dat je terug bent in je basisschoolklas, waar je cijfers en vergelijkingen moest sorteren terwijl je je afvroeg: “Wanneer zal ik dit ooit nodig hebben?” In werkelijkheid waren die uren die je aan wiskunde besteedde, een training voor je brein, net als een spier.
Laten we nu allemaal even een mentale workout doen. Kijk naar de vergelijking hierboven. Ben je aan het nadenken? Puzzelen? Aan het uitrekenen? Heb je al een pen en papier gepakt? Goed.
Zoals je strenge leraar je vroeger vertelde, is wiskunde eigenlijk essentieel in het dagelijks leven. Het gaat niet alleen om de algebra en trigonometrie die je op hoog niveau nodig hebt voor technische beroepen, en ook niet alleen om de eenvoudige optelling en aftrek die je gebruikt in de supermarkt. Wiskunde stimuleert problem-oplossende vaardigheden omdat je elk probleem stap voor stap benadert.
Dus voor de vergelijking hierboven, buig je je spieren door het probleem te benaderen, het op te splitsen en je oplossing te vinden met behulp van logica.
Eerst — Haakjes. De bewerking 1+1 geeft ons 2. Vervolgens vermenigvuldiging. Dat betekent 12 x 2, wat gelijk is aan 24. Daarna aftrekken. Als je 24 aftrekt van 30, krijg je 6.
Als je oplossing 6 is, dan heb je succesvol gewerkt.