Lidewij is 45 jaar en woont in een gezellige buurt waar iedereen elkaar kent. Het leven lijkt haar goed gezind, met een leuke baan, een paar hechte vriendinnen en drie tieners die het huis vullen met leven.
Toch is er een aspect van haar leven dat haar dagelijks kwelt, en dat gaat over haar relatie met haar man. Wat ooit begon als een liefdevolle verbintenis, is de laatste jaren veranderd in iets waar Lidewij steeds minder grip op lijkt te hebben.
“Elke keer als we bij anderen zijn, voel ik me klein en vernederd,” zegt ze, terwijl ze haar handen over elkaar slaat en haar ogen naar beneden richt. “Het is alsof hij er genoegen in schept om me voor schut te zetten. Alsof hij wil laten zien dat hij de baas is.”
Lidewij probeert haar emoties in bedwang te houden, maar de pijn in haar stem is onmiskenbaar. Ze beschrijft hoe haar man, die ooit haar steun en toeverlaat was, nu degene is geworden die haar keer op keer in verlegenheid brengt. Het is een subtiele vorm van vernedering, maar daardoor juist zo venijnig.
“Het begon eigenlijk heel onschuldig,” herinnert Lidewij zich. “Hij maakte grapjes over mijn kookkunsten. Ik dacht dat het allemaal een beetje plagerij was, iets dat je in een relatie doet. Maar langzaam werden die grapjes steeds venijniger.
Hij lachtte niet meer samen met mij, maar om mij. En dan nog wel waar anderen bij zijn. Het is moeilijk om dat uit te leggen aan vrienden, want het lijkt zo onschuldig. Maar het doet pijn. Het voelt alsof hij mijn zwaktes blootlegt en mij daarmee neerzet als iemand die niet goed genoeg is.”
Lidewij vertelt hoe haar man het vaak doet wanneer ze met vrienden of familie zijn. “Dan zijn we bijvoorbeeld bij een etentje met vrienden en hij begint uit het niets over hoe ik dingen niet goed organiseer of hoe ik iets weer eens ben vergeten.
Het ergste is dat hij dat op een luchtige toon doet, alsof het gewoon een grappige anekdote is. En iedereen lacht, want ze denken dat het onschuldig is. Maar ik voel me dan zo ongemakkelijk, bijna beschaamd. Het is niet één keer, maar het gebeurt steeds weer.”
Voor de buitenwereld lijkt het vaak alsof het allemaal goed bedoeld is. “Mensen zien hem als charmant, hij kan heel grappig en vlot zijn. Maar ze kennen niet de andere kant. Ze weten niet hoe vaak hij mij kleineert en hoe dat mijn zelfvertrouwen beetje bij beetje aantast. Hij zegt dan dingen als ‘Ze heeft het weer niet begrepen’ of ‘Je kent Lidewij, ze is altijd een beetje chaotisch’. En iedereen lacht, maar voor mij is het een steek.”
Het heeft jaren geduurd voordat Lidewij zich realiseerde dat dit niet normaal was. “In het begin dacht ik dat ik overgevoelig was. Misschien had hij gelijk en moest ik leren om wat luchtiger naar dingen te kijken. Maar naarmate de tijd verstreek, begon ik me steeds vaker onzeker te voelen in sociale situaties. Ik was constant bang dat hij weer iets over me zou zeggen waar anderen bij waren. Het voelde alsof ik voortdurend op mijn hoede moest zijn.”
De impact op Lidewij is groot. Ze merkt dat ze zich steeds meer terugtrekt. “Ik heb soms gewoon geen zin meer om naar feestjes of etentjes te gaan als hij erbij is. Ik weet dat het waarschijnlijk weer gaat gebeuren. Dat gevoel van onzekerheid vreet aan je. Je begint jezelf in vraag te stellen: Ben ik echt zo? Ben ik zo’n kluns, zoals hij zegt?”
Wat haar het meest raakt, is dat er nooit excuses komen. “Hij doet het gewoon weer, zonder ooit te erkennen dat het kwetsend is. Als ik er iets van zeg, draait hij het om. Dan zegt hij dat ik niet tegen een grapje kan of dat ik alles te serieus neem. Maar het voelt niet als een grap. Het voelt alsof hij me probeert te laten zien dat hij beter is dan ik.”
Lidewij vertelt dat het niet alleen haar zelfvertrouwen heeft aangetast, maar ook de manier waarop ze naar hun relatie kijkt. “Ik vraag me soms af of hij überhaupt nog van me houdt. Waarom zou je iemand die je liefhebt keer op keer zo laten voelen? Het voelt zo eenzaam, want ik weet niet hoe ik dit moet aanpakken. Ik wil hem niet verliezen, maar ik wil ook niet langer zijn speelbal zijn.”
Ze is bang om dit met vrienden te bespreken, omdat ze niet wil dat anderen haar man gaan zien zoals zij hem nu soms ziet. “Ik wil niet dat mensen denken dat hij een slecht mens is. Hij heeft zoveel goede kanten, maar dit… dit doet gewoon pijn. En ik weet niet hoe ik het moet stoppen.”
De situatie waarin Lidewij zich bevindt, is er één die helaas veel vrouwen zullen herkennen. Het is een sluipende vorm van emotionele manipulatie en kleinering, die vaak moeilijk te herkennen is omdat het verpakt zit in humor en sarcasme. Maar voor de persoon die het overkomt, voelt het allesbehalve grappig. Het raakt het hart van hun zelfbeeld en hun vertrouwen in de relatie.
Lidewij blijft hopen dat haar man op een dag inziet wat zijn woorden met haar doen. Tot die tijd probeert ze haar kracht te vinden in de kleine momenten waarin ze zichzelf kan zijn, zonder angst om weer eens het onderwerp van zijn grappen te worden.