Ciska, 41 jaar oud, bevindt zich in een complexe situatie waarin ze zowel de voordelen als de nadelen van de bijstand voelt. “Ik leef van de bijstand en wil niet dat mijn vriend gaat werken, dat zal ons minder geld opleveren,” zegt ze met een frons op haar voorhoofd.
Voor Ciska is het leven op bijstandsniveau een dagelijkse realiteit, en ze is gefrustreerd over de mogelijkheid dat haar vriend, die graag aan de slag wil, zou kunnen bijdragen aan hun financiële situatie. “Hij denkt dat werken ons meer zou opleveren, maar dat zie ik totaal anders.”
Ciska’s vriend heeft een sterke werkethiek en is altijd op zoek naar manieren om een bijdrage te leveren aan hun huishouden. “Hij zegt dat het goed voor hem zou zijn om weer aan het werk te gaan, dat hij zich nuttiger zou voelen,” legt ze uit.
Ciska begrijpt zijn verlangen om te werken, maar ze kan zich gewoon niet voorstellen dat het voor hen financieel voordelig zou zijn. “Het klinkt misschien raar, maar als hij gaat werken, verliezen we meer dan we winnen. De bijstand dekt de kosten en zorgt ervoor dat we rond kunnen komen.”
De gesprekken tussen Ciska en haar vriend worden steeds vaker gespannen, vooral als het gaat om het onderwerp werk. “Hij stelt voor om parttime te gaan werken, maar ik begrijp niet waarom hij dat zou willen,” zegt ze met een zucht.
“Als hij zijn tijd en energie aan een baan besteedt, wat blijft er dan nog voor ons over? We zijn nu al zo druk met alles.” Ciska voelt dat ze moet kiezen tussen de stabiliteit van hun huidige leven en het risico van het onbekende dat werk met zich meebrengt. “Ik wil niet dat we het financieel moeilijk krijgen omdat hij graag aan het werk wil.”
Ciska’s leven draait om de dagelijkse strijd om rond te komen. “Je moet echt creatief zijn met je geld als je van de bijstand leeft,” legt ze uit. “Ik plan elke aankoop en zorg ervoor dat we geen onnodige uitgaven doen.
Het is een hele klus, maar het werkt voor ons.” Ze heeft haar budget zorgvuldig opgebouwd, en elke euro telt. “Als hij gaat werken, komt er ineens veel meer bij kijken. We moeten misschien opnieuw kijken naar de huur, de energiekosten, en zelfs de boodschappen. Het is een groot risico.”
Haar vriend ziet de voordelen van werken echter heel anders. “Hij denkt dat hij meer voldoening kan halen uit een baan,” zegt Ciska. “En dat is iets wat ik gewoon niet begrijp. Waarom zou je dat doen als je al genoeg hebt om van te leven?”
Voor haar is het idee van werk synoniem aan stress en onzekerheid. “We hebben nu een bepaalde routine en het werkt, maar hij wil dat alles veranderen.” De spanning in hun relatie groeit, vooral omdat ze het gevoel heeft dat ze niet op dezelfde golflengte zitten als het gaat om hun toekomst.
Ciska is zich ervan bewust dat de maatschappij vaak een negatief beeld schetst van mensen die in de bijstand leven. “Mensen denken vaak dat we lui zijn of niet willen werken,” zegt ze. “Maar dat is helemaal niet waar.
We doen ons best om het leven te leiden zoals we dat willen, en de bijstand is een manier om dat te bereiken.” Ze voelt zich soms afgewezen door de maatschappij en vindt het moeilijk om haar situatie aan anderen uit te leggen. “Het is niet zo simpel als mensen denken. Er zijn zoveel factoren die meespelen.”
De gedachten van Ciska blijven bij de vraag wat ze werkelijk willen voor hun toekomst. “Ik vraag me vaak af wat de gevolgen zouden zijn als hij gaat werken. Zullen we dan nog steeds in ons huis kunnen blijven? Zullen we kunnen blijven leven zoals we nu doen?”
Deze vragen houden haar ’s nachts wakker. “Als we gaan werken, moeten we misschien ook nieuwe afspraken maken, nieuwe prioriteiten stellen. Ik ben bang dat we dat niet kunnen.” Ze wil hun huidige stabiliteit niet in gevaar brengen en blijft worstelen met haar gevoelens over werk en de bijstand.
“Ik begrijp zijn verlangen naar werk, maar ik wil ook onze veiligheid,” zegt ze. “Ik wil dat we onszelf kunnen zijn en niet constant bezig hoeven te zijn met geldzorgen.” Ciska wil dat haar vriend begrijpt dat hun situatie niet zo zwart-wit is.
“Het is niet alleen maar een kwestie van wel of niet werken. Het gaat om onze toekomst en wat we willen opbouwen.” Ze weet dat hun relatie op het spel staat, maar ze wil niet dat haar vriend de verkeerde keuzes maakt die hen in financiële problemen kunnen brengen.
“Ik hoop dat hij kan begrijpen waar ik vandaan kom,” zegt Ciska. “Ik ben niet tegen werken; ik wil gewoon dat we onze huidige situatie niet in gevaar brengen. Het is een moeilijke balans, en ik ben bang dat als we dat niet goed doen, we alles kunnen verliezen.”
De strijd tussen de verlangens van haar vriend en haar behoefte aan stabiliteit houdt haar wakker. “Als hij echt wil werken, moet hij goed nadenken over wat dat voor ons betekent. Want uiteindelijk willen we allemaal gelukkig zijn, maar dat moet wel op een veilige manier gebeuren.”
Met een zucht sluit ze haar gedachten af. De gesprekken blijven doorgaan, maar de toekomst is nog steeds onzeker.
Ciska hoopt op een dag een middenweg te vinden, waar ze beiden tevreden mee kunnen zijn, maar nu lijkt dat nog ver weg. “Ik wil gewoon dat we samen een leven opbouwen zonder de constante angst voor financiële problemen,” besluit ze. “Want dat is wat echt telt.”