Rekensommen lijken soms zo eenvoudig, maar juist de simpelste kunnen de grootste discussie veroorzaken. Neem nu dit raadsel: 3 x 3 – 3 : 3 + 3 = ?. Op het eerste gezicht lijkt het een makkelijke rekensom. Toch blijkt deze vraag voor heel wat verwarring te zorgen.
Iedereen lijkt er een ander antwoord op te hebben, en de reacties zijn vaak vol overtuiging. Hoe komt het dat zo’n ogenschijnlijk simpele som zoveel verdeeldheid zaait? Het antwoord ligt niet alleen in de som zelf, maar ook in hoe we leren rekenen.
Het probleem begint vaak bij de volgorde van bewerkingen. Die volgorde is essentieel om een rekensom correct op te lossen. In de wiskunde is er een universele afspraak over hoe je berekeningen uitvoert: eerst haakjes, dan machten, daarna vermenigvuldigen en delen, en als laatste optellen en aftrekken.
Deze volgorde wordt vaak samengevat met een ezelsbruggetje zoals “haakjes, vermenigvuldigen en delen, optellen en aftrekken.” Als je die volgorde vergeet of negeert, krijg je al snel een verkeerd antwoord.
Bij een som als deze komen de misverstanden vaak voort uit een verkeerde aanpak. Veel mensen zijn geneigd om simpelweg van links naar rechts te rekenen, alsof ze een zin lezen. Maar dat is juist waar het misgaat.
In plaats van het systematisch aanpakken volgens de rekenregels, slaan sommigen stappen over of rekenen ze in de verkeerde volgorde. En dat levert verrassend genoeg allerlei verschillende antwoorden op.
Laten we de som eens stap voor stap bekijken. De rekensom is 3 x 3 – 3 : 3 + 3. Volgens de wiskundige regels begin je met vermenigvuldigen en delen, omdat die voorrang hebben op optellen en aftrekken.
Je begint met 3 x 3, wat 9 oplevert. Vervolgens kijk je naar 3 : 3, wat 1 is. Tot zover is het overzichtelijk. Wat je nu hebt, is 9 – 1 + 3.
De volgende stap is om de overgebleven som van links naar rechts uit te rekenen. 9 – 1 geeft 8. Als laatste tel je daar 3 bij op, en zo kom je uit op 11. Dit is het juiste antwoord volgens de rekenregels.
Maar waarom denken zoveel mensen dat het anders is? Dat komt vaak doordat ze de volgorde van de bewerkingen vergeten of simpelweg niet goed toepassen.
Stel je bijvoorbeeld voor dat iemand van links naar rechts gaat rekenen zonder na te denken over de prioriteit van de bewerkingen. Die persoon zou eerst 3 x 3 doen en daarna meteen – 3, wat 6 oplevert.
Vervolgens zou hij delen door 3, wat 2 is, en daar dan 3 bij optellen, wat uitkomt op 5. Dit is een totaal ander antwoord dan de juiste uitkomst. Het laat zien hoe belangrijk het is om de regels goed te volgen.
Wat deze som zo interessant maakt, is dat het niet alleen een rekenvraag is, maar ook een test van hoe goed je de basisregels van wiskunde begrijpt. Het is ook een goede herinnering aan hoe belangrijk het is om systematisch te werken.
Veel mensen leren de volgorde van bewerkingen op school, maar in de praktijk vergeten ze het weer, vooral als ze even snel een som proberen op te lossen.
Deze som heeft niet alleen rekenkundig waarde, maar ook een sociaal aspect. Wanneer een raadsel als dit online verschijnt, zoals op TikTok of Facebook, gaan mensen massaal in discussie. Iedereen is overtuigd van zijn eigen antwoord, en de commentsectie barst uit zijn voegen van de meningen.
Sommigen rekenen ter plekke mee, anderen maken ruzie over wie er gelijk heeft. Het resultaat? Een storm aan interactie en vaak ook hilariteit. Het laat zien dat wiskunde, hoe droog het soms ook lijkt, toch iets losmaakt bij mensen.
Het juiste antwoord op deze som, zoals eerder uitgelegd, is 11. Maar het leuke aan dit soort raadsels is dat ze niet alleen je rekenvaardigheid testen, maar je ook laten nadenken over hoe je problemen aanpakt.
Ze herinneren ons eraan hoe belangrijk het is om even stil te staan en systematisch te werken, in plaats van direct te springen naar een antwoord. Dus de volgende keer dat je zo’n raadsel tegenkomt, weet je precies wat je te doen staat: rustig blijven, stap voor stap werken en vooral genieten van de discussie die het oplevert.