Veel mensen denken nog altijd dat gezond eten een kwestie is van keuzes maken. Even die chips laten liggen en voor een appel gaan, toch? Maar zo simpel is het niet – zeker niet voor mensen met een kleine portemonnee.
Nieuw onderzoek van Wageningen University & Research laat zien dat armoede mensen gevangen houdt in een web van ongezonde voeding, stress en slechte gewoontes. En het probleem zit veel dieper dan je zou denken.
Fastfood op elke hoek, groente zeldzaam
Laten we beginnen bij het voedselaanbod zelf. In armere wijken zie je opvallend veel snackbars, kebabzaken, pizzatenten en fastfoodketens.
Loop een rondje door zo’n buurt en je struikelt letterlijk over het gemaksvoedsel. Een gezonde lunch of avondmaaltijd is daarentegen veel moeilijker te vinden – tenzij je flink wat geld wilt neertellen bij een biologische supermarkt of speciale winkel.
Volgens het onderzoek bestaat in supermarkten maar liefst 80 procent van het aanbod uit ongezonde of bewerkte producten. Dat is geen toeval. Ongezonde producten zijn goedkoop om te maken, hebben een lange houdbaarheid en leveren de producenten veel winst op.
Denk aan chips, frisdrank, koekjes, magnetronmaaltijden en snacks. Groente en fruit zijn daarentegen vaak duurder, sneller bedorven en vragen meer voorbereiding.
Geld is maar één factor – stress doet de rest
Geldgebrek is dus een grote drempel, maar het is niet het enige dat een gezonde levensstijl in de weg staat. Mensen die in armoede leven, hebben vaak te maken met voortdurende stress.
Die stress beïnvloedt het brein en de keuzes die je maakt. Als je hoofd vol zit met zorgen over de huur, rekeningen, werk of de kinderen, is gezond koken vaak het laatste waar je energie voor hebt.
Het plannen van een gezonde maaltijd, boodschappen doen met een beperkt budget, koken, afwassen – het klinkt simpel, maar in de praktijk is het voor veel mensen een enorme opgave. Een snelle pizza of iets uit de magnetron lijkt dan veel aantrekkelijker. Niet uit gemakzucht, maar uit mentale uitputting.
Opvoeding en omgeving versterken het patroon
Mensen die opgroeien in een omgeving waar gezond eten geen rol speelt, nemen die eetgewoontes vaak over. Als je ouders vooral bewerkte voeding kochten, leer je niet hoe je verse producten klaarmaakt.
En als je vrienden, buren en familie ook ongezond eten, voelt dat als normaal. In zulke omgevingen is er weinig kennis over voeding, of juist wantrouwen tegenover “gezonde” alternatieven die onbekend en duur aanvoelen.
Sociale gewoontes zijn hardnekkig. Als iedereen in je kring dagelijks een energiedrankje drinkt en de snackbar als vaste prik ziet, is het moeilijk om daartegenin te gaan. Zelfs als je wéét dat het beter kan, voelt het vaak als iets voor ‘de rijke mensen’.
De gevolgen: gezondheidsproblemen stapelen zich op
Het gevolg van deze vicieuze cirkel is zichtbaar in de statistieken. In Nederland leven ongeveer 500.000 mensen onder de armoedegrens.
Daarnaast leeft nog eens 1,2 miljoen mensen op of net boven het sociaal minimum. Deze groepen hebben beduidend vaker te maken met overgewicht, diabetes type 2, hart- en vaatziekten en andere gezondheidsproblemen.
Volgens het CBS komt overgewicht bijvoorbeeld veel vaker voor onder mensen met lagere inkomens dan bij rijkere Nederlanders. En die ongelijkheid begint al jong: kinderen in arme gezinnen eten gemiddeld ongezonder, bewegen minder en hebben vaker te maken met gezondheidsklachten.
Een beter voedingspatroon is essentieel – maar lastig
Een gezonder voedingspatroon zou voor deze groepen veel gezondheidswinst opleveren. Maar het veranderen van eetgedrag is niet zomaar gedaan. Het vraagt om een andere inrichting van wijken, beter voedselaanbod, minder marketing voor junkfood, én ondersteuning op maat.
Onderzoekers en hulpverleners pleiten daarom al langer voor een brede aanpak waarbij de overheid, voedingsindustrie, gemeenten en bewoners samenwerken. Denk aan meer gezonde producten in de supermarkt, lagere btw op groente en fruit, hogere belastingen op ongezonde voeding, en betere voorlichting in begrijpelijke taal.
De voedingsindustrie moet ook verantwoordelijkheid nemen
Hoewel de voedingsindustrie vaak mooie beloften doet over “gezondere keuzes”, blijft de praktijk achter. Ongezonde producten worden massaal gepromoot met felle kleuren, reclames en prijsacties. Het loont voor supermarkten en fabrikanten simpelweg meer om junkfood te verkopen.
Zolang winst belangrijker is dan volksgezondheid, blijft gezond eten voor veel mensen een luxeproduct. Overheden zouden daarom ook strengere regels kunnen opleggen aan producenten, bijvoorbeeld over de samenstelling van producten, reclame gericht op kinderen of de positie van ongezonde voeding in winkels.
Wat kunnen gemeenten en buurten doen?
Gemeenten kunnen ook veel betekenen. Ze zouden bijvoorbeeld de komst van nieuwe fastfoodzaken in bepaalde wijken kunnen tegenhouden. Daarnaast kunnen lokale initiatieven – zoals buurttuinen, gezamenlijke kookavonden of betaalbare maaltijden – zorgen voor een gezondere voedingsomgeving.
In veel wijken bestaan al initiatieven waarbij bewoners samen groenten verbouwen of leren koken met simpele, gezonde ingrediënten. Zulke projecten hebben niet alleen een positief effect op de gezondheid, maar versterken ook de sociale cohesie in de buurt.
Begrip is de eerste stap naar verandering
Wat vooral nodig is: meer begrip. Begrip van beleidsmakers, hulpverleners, artsen, scholen en media. Want zolang we blijven doen alsof ongezond eten vooral een kwestie van “eigen schuld” is, verandert er niets.
Pas als we erkennen dat dit probleem diepgeworteld is in het systeem – van voedselaanbod tot sociale ongelijkheid – kunnen we écht iets veranderen.
Sanne Djojosoeparto van Wageningen University vat het mooi samen: “Het moet niet over de mensen gaan, maar met hen.” Luisteren naar de ervaringen van mensen die dagelijks met deze problemen leven, en hen betrekken bij oplossingen – dat is de weg vooruit.
Bron: AD.nl