Hoewel Nederland vaak wordt gezien als een voorloper op het gebied van duurzame mobiliteit, lijkt de realiteit toch wat weerbarstiger. Elektrisch rijden groeit, maar de overtuiging om de overstap echt te maken, blijft bij veel Nederlanders nog achter.
De interesse is er zeker, maar de daad bij het woord voegen blijkt ingewikkelder dan gedacht. Niet iedereen is al klaar voor een toekomst zonder benzine of diesel.
Uit de ANWB Elektrisch Rijden Monitor 2024 blijkt dat slechts een kwart van de Nederlanders verwacht binnen vijf jaar een elektrische auto aan te schaffen.
Dat percentage is opvallend laag in vergelijking met hoe vaak Nederland zichzelf positioneert als koploper in elektrisch vervoer. En wat misschien nog opvallender is: die koopintentie is al jaren nagenoeg stabiel. De cijfers blijven hangen, terwijl het aantal elektrische modellen toeneemt, net als het aantal laadpalen. Maar toch overtuigt het nog niet.
Wat wel verschil maakt, is of mensen thuis kunnen laden. Nederlanders met een eigen parkeerplek en zonnepanelen blijken veel eerder bereid de overstap te maken.
Onder die groep is de aanschafintentie voor een elektrische auto maar liefst 43 procent. Logisch, want wie thuis goedkoop en makkelijk kan opladen, bespaart flink. En je hoeft niet te stressen over een vrij laadpaaltje ergens in de buurt. Dat maakt elektrisch rijden ineens een stuk aantrekkelijker.
Maar de echte hobbel op de weg naar elektrisch rijden blijft de prijs. De gemiddelde prijs van een elektrische auto ligt inmiddels op ruim 46.000 euro.
Tegelijkertijd geven Nederlanders aan dat ze gemiddeld zo’n 34.000 euro willen uitgeven aan hun volgende auto. Dat verschil – ruim 11.000 euro – is weliswaar kleiner dan vorig jaar, maar nog steeds flink. Vooral voor mensen die niet leasen, maar gewoon zelf een auto willen kopen, voelt elektrisch vaak nog te duur.
Toegegeven, het aanbod wordt langzaam wat vriendelijker geprijsd. Aan het eind van dit jaar zijn er 83 elektrische modellen op de markt die onder de 50.000 euro vallen. En ook het aantal modellen onder de 35.000 euro is verdubbeld van zeven naar zestien.
Toch lijkt dat voor veel mensen nog niet genoeg. De prijsperceptie – het gevoel dat het nog steeds te duur is – blijft hangen. Zeker als je bedenkt dat een benzineauto in die prijsklasse meer ruimte of luxe biedt.
Daar komt nog iets anders bij: onzekerheid over wat de overheid gaat doen. Tot en met 2025 zijn elektrische auto’s vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting.
Maar daarna verandert dat. Vanaf 2026 gaan ook EV’s geleidelijk MRB betalen. En dat maakt mensen huiverig. Wat als je nu investeert in een dure elektrische auto, en over een paar jaar moet je alsnog volle bak belasting betalen? De helft van de ondervraagde Nederlanders zegt dat dit hun beslissing beïnvloedt.
En dan zijn er nog de subsidies. Op dit moment kun je als particulier nog 2.950 euro subsidie krijgen voor een nieuwe elektrische auto.
Maar ook die regeling stopt op 1 juli 2025. Daarna is het onduidelijk wat ervoor in de plaats komt, als er überhaupt iets komt. Die onzekerheid zorgt ervoor dat mensen wachten. Liever nog even doorrijden met de oude auto dan nu een gok wagen op iets dat financieel nog alle kanten op kan.
Wat ook meespeelt, is de zorg over het opladen. Nederland heeft dan wel een indrukwekkend netwerk van laadpunten – een van de dichtste in Europa – maar dat neemt de zorgen niet helemaal weg.
Vooral mensen die geen eigen oprit hebben, vinden het lastig om zich een leven met een stekkerauto voor te stellen. Je wilt niet elke avond zoeken naar een laadpaal in de buurt, of midden in de nacht opstaan omdat je even moet wisselen met de buurman.
Daarnaast speelt de actieradius nog steeds een rol. De gemiddelde elektrische auto in 2024 komt zo’n 418 kilometer ver op één lading. Dat is prima voor dagelijks gebruik, maar niet iedereen voelt zich daar comfortabel bij. Voor zes op de tien Nederlanders ligt de gewenste actieradius op maximaal 500 kilometer. Vier op de tien willen zelfs meer dan dat. Of dat nou realistisch is of niet, het laat wel zien dat de twijfel nog groot is.
Dus wat is er nodig om die twijfel weg te nemen? Meer duidelijkheid vooral. Nederlanders willen weten waar ze aan toe zijn. Wat gaat elektrisch rijden over drie jaar kosten? Welke belastingregels gelden er straks? En hoe zit het met de tweedehandsmarkt voor EV’s?
Ook informatie speelt een rol. Er bestaan nog steeds veel misverstanden over elektrische auto’s – over de batterij, de veiligheid, de levensduur – en zolang die niet worden weggenomen, blijft de drempel bestaan.
De komende jaren zullen cruciaal zijn voor de doorbraak van elektrisch rijden in Nederland. Met de juiste voorlichting, heldere beleidskeuzes en een blijvend betaalbaar aanbod kan de omslag echt gemaakt worden.
Maar voor nu lijkt het erop dat de helft van de Nederlanders voorlopig nog vasthoudt aan de vertrouwde brandstofmotor. En dat terwijl de laadpalen al klaarstaan.