Claire (36) zucht diep terwijl ze de parkeerplaats op rijdt bij haar lokale supermarkt. Het is weer zover. De enige laadplek voor elektrische auto’s wordt bezet door een brandstofslurpende SUV. “Hoe moeilijk is het om je auto gewoon op een normale plek te zetten?” vraagt ze zich hardop af. “Dit is precies waarom elektrisch rijden zo lastig wordt gemaakt.”
Als trotse eigenaar van een elektrische auto probeert Claire haar steentje bij te dragen aan een duurzamere wereld. Maar telkens wanneer ze haar auto wil opladen, stuit ze op hetzelfde probleem: laadplekken die bezet worden door auto’s die helemaal niet kunnen opladen.
“Het voelt alsof mensen niet snappen wat die plekken betekenen. Ze denken gewoon: ‘Oh, een lege plek, die neem ik.’ Maar dat is het niet! Het is geen parkeerplek, het is een laadplek.”
Het gebeurt haar vaker dan ze wil toegeven. Of het nu bij de supermarkt is, een winkelcentrum, of zelfs bij het laadstation op haar werk, Claire ziet steeds hetzelfde tafereel: niet-elektrische auto’s die zorgeloos op de laadplekken staan geparkeerd.
“Het maakt me boos,” geeft ze toe. “Ik plan mijn dag rondom het opladen van mijn auto, want dat is nou eenmaal nodig. Als zo’n plek dan bezet is door iemand die daar helemaal niet hoort te staan, zet dat alles op z’n kop.”
Claire heeft het gevoel dat er een gebrek aan bewustzijn is over wat deze plekken betekenen. “Mensen realiseren zich niet dat ze een ander echt dwarszitten,” zegt ze.
“Voor een elektrische rijder is een laadplek als een tankstation. Stel je voor dat iemand zijn auto midden bij de pomp laat staan om boodschappen te doen. Dat zou iedereen absurd vinden. Maar dit? Dit lijkt bijna geaccepteerd.”
Ze vertelt over een specifieke situatie die haar echt de keel uithing. “Laatst stond er een oude dieselbus op de laadplek bij een hotel waar ik verbleef. Ik sprak de chauffeur aan en vroeg vriendelijk of hij zijn auto kon verplaatsen.
Weet je wat hij zei? ‘Ik sta hier toch maar eventjes.’ Ja, voor jou is het eventjes, maar voor mij betekent het dat ik misschien niet genoeg batterij heb om thuis te komen.”
Claire’s frustratie is niet ongegrond. Ze ziet het niet alleen als een praktisch probleem, maar ook als een symbolische kwestie. “Het voelt alsof mensen geen respect hebben voor de overgang naar elektrisch rijden,” zegt ze.
“We proberen iets te doen voor het milieu, voor de toekomst, en dan krijg je dit soort gedrag. Het voelt bijna alsof mensen er tegenin willen gaan, gewoon omdat ze kunnen.”
Wat haar nog meer stoort, is het gebrek aan handhaving. “Die plekken hebben vaak duidelijke borden of zelfs een groene markering, maar toch gebeurt er niks als ze worden misbruikt,” vertelt ze.
“Waarom is het zo moeilijk om dit serieus te nemen? Als je op een gehandicaptenparkeerplaats parkeert zonder vergunning, krijg je direct een boete. Waarom gebeurt dat hier niet?”
Ondanks haar frustratie probeert Claire ook begrip op te brengen. “Misschien weten sommige mensen echt niet dat die plekken speciaal zijn. Maar dan nog, zou je niet even nadenken voordat je je auto daar neerzet? Het is geen rocket science.”
Ze heeft inmiddels haar eigen strategie ontwikkeld. “Ik probeer altijd eerst het gesprek aan te gaan. Meestal blijf ik beleefd, maar eerlijk? Het kost me soms moeite om niet uit mijn slof te schieten. Je voelt je zo machteloos als je afhankelijk bent van die plekken en mensen er gewoon maling aan lijken te hebben.”
Wat Claire het meest hoopt, is dat er meer bewustzijn komt rondom dit probleem. “Elektrisch rijden is de toekomst,” zegt ze stellig.
“Maar die toekomst wordt een stuk moeilijker als mensen niet begrijpen wat nodig is om het mogelijk te maken. Laadplekken zijn niet zomaar luxe, ze zijn een noodzaak. Als iedereen dat zou snappen, zou het al een stuk beter gaan.”
Voor nu blijft Claire volhouden. “Ik blijf beleefd en hoop dat mensen het uiteindelijk gaan begrijpen. Maar het zou zo fijn zijn als we elkaar gewoon een beetje meer zouden helpen. Want eerlijk? Die vervuilende auto’s horen daar écht niet.”