De discussie over het onderwijs is weer opgelaaid, en dit keer ligt begrijpend lezen onder vuur. D66 stelt voor om deze klassieke lesmethode af te schaffen zoals we die nu kennen.
Een opvallend en veelbesproken voorstel. Maar wat zit erachter? En wil de partij echt dat kinderen niet meer leren hoe ze teksten moeten begrijpen?
Wat wil D66 precies veranderen?
D66 vindt dat begrijpend lezen, zoals het nu wordt aangeboden op basisscholen, niet meer werkt. Volgens de partij leren kinderen vooral trucjes: signaalwoorden herkennen, kopjes scannen, de structuur van een tekst analyseren.
Maar dat zorgt niet automatisch voor écht begrip. Leerlingen weten vaak nog steeds niet goed wat ze gelezen hebben, ondanks dat ze technisch prima kunnen lezen.
De partij wil daarom stoppen met begrijpend lezen als apart vak en het integreren in andere vakken zoals geschiedenis, aardrijkskunde en biologie. Daar komen kinderen immers ook volop in aanraking met teksten, en volgens D66 is dat de ideale plek om leesbegrip aan te leren, maar dan in een betekenisvolle context.
Waarom moet begrijpend lezen anders?
De motivatie om deze verandering door te voeren komt voort uit een paar hardnekkige problemen:
Leerlingen lezen slechter dan ooit
Nederlandse kinderen scoren al jaren slechter op internationale leesvaardigheidstoetsen. De leesmotivatie is laag en veel kinderen lezen nauwelijks nog boeken in hun vrije tijd.
Dat leidt tot een groeiende kloof tussen kinderen die wel en niet goed kunnen lezen – met alle gevolgen van dien voor schoolprestaties en kansen in de toekomst.
Begrijpend lezen werkt demotiverend
De huidige methodes zijn vaak saai en technisch. Kinderen lezen korte, gefragmenteerde teksten over onderwerpen die ze nauwelijks interesseren. Ze moeten vragen beantwoorden over alinea’s die ze niet boeiend vinden. Geen wonder dat veel leerlingen er geen zin in hebben.
Trucjes in plaats van diepgang
In plaats van zich te verdiepen in wat een tekst echt zegt, leren leerlingen vooral ‘hoe’ ze moeten lezen: wat zijn de signaalwoorden, wat is het tekstdoel, hoe herken je het onderwerp? Handige vaardigheden, maar zonder interesse of context beklijft er weinig.
Hoe moet het dan wél volgens D66?
Volgens D66 is er een veel betere manier om kinderen goed te leren lezen en begrijpen. En dat begint bij het aanbieden van rijke, interessante teksten. Dus niet langer losse tekstjes over willekeurige onderwerpen, maar langere, inhoudelijke teksten die aansluiten bij wat leerlingen leren bij andere vakken.
Een geschiedenisles over de Tweede Wereldoorlog? Perfect moment om samen een historisch artikel of persoonlijk dagboekfragment te lezen. Een biologieles over het menselijk lichaam? Waarom dan geen goed geschreven tekst over hoe het hart werkt? Op die manier leren leerlingen niet alleen de stof, maar ook hoe je informatie verwerkt en begrijpt in een natuurlijke context.
Daarnaast moet er veel meer ruimte komen voor leesplezier. Dus minder verplichte invuloefeningen, en meer tijd om écht te lezen: boeken, verhalen, artikelen – zolang het maar boeit. Want een kind dat graag leest, leert vanzelf beter lezen.
Wat verandert er op school?
Als het aan D66 ligt, verdwijnen de aparte begrijpend lezen-lessen met werkbladen en strategietrainingen. In plaats daarvan komt leesvaardigheid aan bod in andere lessen, op een natuurlijke manier. Dat betekent:
Geen aparte toets op ‘begrijpend lezen’, maar opdrachten waarbij tekstbegrip nodig is om de stof te snappen.
Meer aandacht voor inhoud en context. Niet alleen hoe iets staat, maar vooral wat er staat.
Leraren die zelf teksten kiezen die passen bij hun vak en klas, in plaats van standaardboekjes.
Meer ruimte voor lezen in de klas, met aandacht voor leesplezier en verdieping.
Voordelen van deze aanpak
Het plan van D66 klinkt misschien radicaal, maar er zitten duidelijke voordelen aan:
Dieper begrip: kinderen leren teksten écht te doorgronden, niet alleen trucjes toe te passen.
Meer motivatie: door interessante en betekenisvolle teksten te gebruiken, groeit het leesplezier.
Efficiënter onderwijs: begrijpend lezen wordt geen losstaand vak meer, maar verweven in alle vakken.
Sterkere woordenschat en kennisopbouw: langere, inhoudelijke teksten zorgen voor meer leerwinst.
Zijn er ook nadelen?
Tegenstanders van het plan maken zich zorgen over het verdwijnen van structuur. Als er geen vaste methode meer is, zijn scholen afhankelijk van hoe goed de leerkracht teksten kan selecteren en verwerken in de les. Ook wordt het lastiger om te toetsen of leerlingen daadwerkelijk beter gaan lezen.
Daarnaast vereist deze aanpak een flinke omslag in het onderwijs. Leraren moeten goed begeleid worden en scholen hebben tijd en middelen nodig om nieuwe lesvormen te ontwikkelen. Het succes valt of staat met een goede uitvoering.
Wordt begrijpend lezen echt afgeschaft?
Nee, het is geen volledige afschaffing, maar eerder een fundamentele herziening. D66 wil niet minder lezen, maar slimmer en zinvoller lezen. Begrijpend lezen wordt niet afgeschaft, maar geïntegreerd in de dagelijkse lespraktijk. Het doel blijft hetzelfde: kinderen leren teksten begrijpen, analyseren en toepassen. Alleen de manier waarop verandert.
Conclusie: een nieuwe kijk op lezen
Wat D66 voorstelt, is een andere benadering van leesonderwijs – eentje die beter aansluit bij de realiteit van nu. Kinderen moeten niet leren lezen om een toets goed te maken, maar om de wereld beter te begrijpen. Door begrijpend lezen te verbinden met vakinhoud, actuele thema’s en persoonlijke interesse, wordt lezen weer betekenisvol.
Of deze aanpak het onderwijs écht vooruit helpt, zal de praktijk moeten uitwijzen. Maar dat het huidige systeem op veel scholen vastloopt, is duidelijk. En als een partij het gesprek daarover op gang brengt, is dat misschien wel precies wat nodig is.