De energietransitie vermindert onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen aanzienlijk, maar elektrisch rijden is nog lang niet de heilige graal. De overstap naar elektrische voertuigen (EV’s) brengt nieuwe afhankelijkheden en problemen met zich mee.
In 2017 was slechts 0,15 procent van de personenauto’s volledig elektrisch, maar in 2022 was dit gestegen tot 2,76 procent in Nederland. Wereldwijd werden in 2022 7,3 miljoen elektrische auto’s verkocht, wat 14 procent van het totaal aantal verkochte auto’s was, volgens de Global EV Data Explorer van de International Energy Agency.
Het is echter belangrijk om te beseffen dat ook elektrische auto’s niet volledig milieuvriendelijk zijn. De elektriciteit die nodig is om een EV te laden, wordt in Nederland voor de helft opgewekt uit fossiele brandstoffen. Een middenklasse EV die 15.000 kilometer per jaar rijdt, verdubbelt het elektriciteitsverbruik van een gemiddeld huishouden. Naast het elektriciteitsverbruik is het productieproces van een elektrische auto, en meer specifiek de benodigde grondstoffen, een belangrijk aandachtspunt.
De overstap naar elektrische aandrijving heeft geleid tot een explosieve groei van de wereldwijde vraag naar mineralen en metalen, ook wel critical raw materials genoemd. De Europese Commissie definieert deze materialen als grondstoffen met een groot economisch belang, waarbij er een hoog risico op toeleveringsproblemen is vanwege het beperkte aantal bronnen en het gebrek aan betaalbare alternatieven.
Een belangrijk voorbeeld hiervan is neodymium, dat nodig is voor de productie van permanente magneten in elektromotoren en windturbines. Hoewel neodymium op veel plaatsen in de wereld voorkomt, is de winning ervan enorm vervuilend, waardoor het voornamelijk in China wordt gedolven.
Voor de productie van een doorsnee elektrische auto zijn diverse kritische materialen nodig. Voor de motor zijn dit neodymium, praseodymium en dysprosium. Voor de accu gaat het vooral om nikkel, kobalt en lithium. Neodymium is nodig voor de magneten in de motoren, terwijl grafiet, nikkel, kobalt en lithium cruciale bestanddelen zijn van de accu’s.
De meeste van deze materialen worden in China geproduceerd of verwerkt, wat leidt tot afhankelijkheid van China en ethische en milieuproblemen bij de winning.
Bijvoorbeeld, de winning van nikkel in Indonesië heeft geleid tot grootschalige ontbossing en ernstige milieuvervuiling. De productie van kobalt in Congo is berucht vanwege kinderarbeid en slechte arbeidsomstandigheden. Hoewel autofabrikanten zoals Mercedes-Benz maatregelen nemen om de bron van hun grondstoffen zorgvuldig te controleren, is het moeilijk om misstanden volledig uit te sluiten.
Er zijn echter ook positieve ontwikkelingen. De recycling van gebruikte lithium-ionaccu’s kan de vraag naar nieuw gedolven grondstoffen verminderen. Daarnaast werken autofabrikanten aan nieuwe technologieën die minder afhankelijk zijn van kritische grondstoffen.
Bijvoorbeeld, de LFP-accu (Lithium Iron Phosphate) vervangt nikkel, mangaan en kobalt door fosfor en ijzer, hoewel deze accu’s een lagere energiedichtheid hebben. Ook worden Na-ion-accu’s ontwikkeld, die geen kritische materialen bevatten en goedkoper zijn, maar een lagere energiedichtheid hebben.
In de komende jaren zullen lithium-ionaccu’s waarschijnlijk de standaard blijven vanwege de enorme investeringen in deze technologie. Tegelijkertijd blijft het belangrijk om alternatieve bronnen en technologieën te ontwikkelen om de afhankelijkheid van kritische grondstoffen te verminderen en milieuproblemen aan te pakken.
Autofabrikanten moeten blijven werken aan duurzame en ethisch verantwoorde oplossingen om de volledige potentie van elektrisch rijden te realiseren zonder de donkere kant van de productieprocessen uit het oog te verliezen.