Je zit lekker op de bank, kop koffie erbij, telefoon in de hand. En daar verschijnt ineens zo’n raadsel dat je even wakker schudt: “2 x 5 (3 x 2) – 5 = ?” Zo’n puzzeltje dat er eenvoudig uitziet, maar al snel twijfel zaait.
Je kijkt er nog eens naar, fronsend. Misschien is het simpel, misschien niet. Maar één ding is zeker: je brein wordt aan het werk gezet.
Dit soort raadsels speelt een slim spelletje met ons. Ze lijken eenvoudig – het zijn immers maar een paar getallen en wat haakjes – maar de oplossing is soms net even anders dan verwacht.
Het is alsof je in een doolhof terechtkomt waarbij elke afslag je verder van de uitgang lijkt te brengen. En toch blijf je proberen, want ergens voel je dat je dit moet kunnen oplossen. Het is bijna als een competitie met jezelf.
Het mooie aan raadsels zoals deze, is dat ze ons uitdagen om verder te denken dan het oppervlak. Misschien ben jij iemand die meteen begint te rekenen. Of misschien twijfel je meteen en vraag je je af of er een addertje onder het gras zit.
Vaak zijn het juist die kleine verwarrende details die een raadsel leuk maken. Want wie houdt er nou niet van een klein hersenkrakertje?
Goed, laten we eens kijken naar de opgave zelf: “2 x 5 (3 x 2) – 5 = ?” Hoe zou je dit aanpakken? Misschien begin je direct van links naar rechts, zoals je vroeger op school leerde. Maar wacht eens, hier komen de regels van de rekenvolgorde om de hoek kijken.
Die goede oude volgorde die we misschien een beetje vergeten zijn, maar die wiskunde net even een tikkeltje ingewikkelder maakt.
In wiskunde geldt de rekenvolgorde: eerst de haakjes, dan de vermenigvuldigingen en delingen, en als laatste de optellingen en aftrekkingen. Deze volgorde is cruciaal om tot het juiste antwoord te komen.
En toch, wanneer je zo’n raadsel voor je ziet, lijkt die volgorde ineens een stuk minder duidelijk. Het is net alsof het brein in de war raakt door de simpele opzet en ergens een foutje insluipt.
We beginnen dus eerst met de haakjes. Daar staat “3 x 2”. Dat is nog eenvoudig, toch? Die vermenigvuldiging levert ons 6 op. Nu ziet ons raadsel er al net wat simpeler uit: “2 x 5 x 6 – 5”. Maar we zijn er nog niet. Nu komt de volgende stap, waarbij we verder gaan met de vermenigvuldigingen.
Als we de vermenigvuldigingen in de juiste volgorde uitvoeren, krijgen we eerst “2 x 5”. Dat levert 10 op. Dan blijven we over met “10 x 6 – 5”. Klinkt al een stuk overzichtelijker, toch?
Nu is het tijd voor de laatste vermenigvuldiging: “10 x 6”. Dat maakt samen 60. Dus we hebben nu nog maar één stap te gaan: “60 – 5”. En daar komt het antwoord uitrollen.
Toch klinkt het misschien nog ingewikkelder dan het is. Raadsels zoals deze doen ons namelijk twijfelen aan wat we ooit geleerd hebben. Je kunt zo snel gaan twijfelen aan jezelf bij zo’n ogenschijnlijk simpele som.
Misschien heb je zelfs een andere aanpak geprobeerd of dacht je ergens een trucje te zien. Het leuke aan deze puzzels is dat het ons eraan herinnert dat er soms niet meer nodig is dan de basisregels van wiskunde – maar dan wel goed toegepast.
Een andere reden waarom deze raadsels zo fascinerend zijn, is omdat ze ons soms even uit de dagelijkse sleur halen. We denken vaak dat alles in ons leven een bepaalde logica volgt, maar een eenvoudig rekensommetje kan die logica snel doorbreken.
Het is alsof je even opnieuw moet leren denken. En eerlijk is eerlijk, dat maakt het ook wel weer leuk. Zeker wanneer je de oplossing vindt en het antwoord klopt.
Dus, ben je er klaar voor? Heb je het antwoord al in gedachten? Misschien heb je een poging gewaagd, misschien ben je zelfs een paar keer opnieuw begonnen omdat je ergens een fout vermoedde.
Maar nu is het tijd om je geduld te belonen en het juiste antwoord op dit raadsel te onthullen.
Het antwoord op dit raadsel is 55.