De wolf is terug in Nederland – en dat zorgt voor flink wat discussie. Op social media, in dorpshuizen en zelfs in de Tweede Kamer vliegen de meningen over elkaar heen. Maar hoe veel weten we eigenlijk écht over dit wilde roofdier?
Rond de wolf hangen nogal wat fabels en spookverhalen. Tijd om die te ontkrachten. Met de hulp van biologen en ecologen zetten we vijf veelvoorkomende misverstanden op een rij. Spoiler: nee, wolven eten geen mensen.
1. Wolven doden voor hun plezier
Een veelgehoorde opmerking: “Wolven slachten schapen af en laten ze gewoon liggen. Dat is toch puur voor de lol?” Maar dat is niet hoe wolven werken, zeggen experts. Wolven zijn roofdieren die jagen om te overleven. In het wild leven ze vaak op het randje van honger en zijn ze voortdurend op zoek naar voedsel.
De verwarring ontstaat vaak bij zogeheten “surplus killing”, waarbij wolven meerdere dieren doden, bijvoorbeeld in een panieksituatie bij een kudde schapen.
Dit is géén plezierjacht, maar een instinctieve reactie. Wolven slaan dan hun kans omdat ze in het wild vaak dagenlang zonder eten zitten. Als ze niet gestoord worden, keren ze terug naar de prooi om alles op te eten – inclusief huid en botten. Dus nee, het is geen bloeddorst. Het is overlevingsdrang.
2. Wolven zijn gevaarlijk voor mensen
Nog zo’n angstbeeld: “Straks vallen ze ook kinderen aan!” Laten we dit helder stellen: aanvallen van wolven op mensen zijn extreem zeldzaam. In Europa zijn er in de afgelopen honderd jaar maar een handjevol incidenten geweest, en bijna altijd ging het om zieke of in gevangenschap opgegroeide dieren.
Wolven zijn van nature schuw. Ze ruiken een mens op honderden meters afstand en kiezen meestal het hazenpad. In landen als Duitsland, Polen en Italië leven al decennia lang wolven in de buurt van mensen zonder noemenswaardige incidenten. Dus ja, de kans dat je gebeten wordt door een loslopende hond is vele malen groter.
3. Wolven zijn uitgezet in Nederland
“Die beesten zijn hier gewoon neergezet door natuurfreaks!” Die bewering hoor je vaak, maar het klopt niet. Er is geen wolvenproject in Nederland dat dieren uitzet. Wolven zijn uit zichzelf teruggekeerd – en dat is goed gedocumenteerd.
Dankzij GPS-halsbanden, cameravallen en DNA-onderzoek weten we precies hoe de wolf zich verspreidt. De dieren komen hoofdzakelijk vanuit Duitsland, waar ze zich sinds de jaren ’90 opnieuw gevestigd hebben.
Jonge wolven leggen soms honderden kilometers af op zoek naar een eigen territorium. Zo zijn ze – helemaal uit zichzelf – in Nederland terechtgekomen. Geen transportwagens, geen geheime plannen. Gewoon natuur.
4. De natuur kan niet zonder wolven
Sinds de wolf terug is in natuurgebieden zoals de Veluwe, wordt er vaak gezegd dat hij “essentieel” is voor het ecosysteem. Dat klopt deels, maar experts plaatsen daar wel nuance bij.
De wolf speelt een rol in het in toom houden van hoefdieren zoals edelherten en wilde zwijnen. Daardoor kunnen jonge boompjes en planten zich beter ontwikkelen. Een positief effect dus.
Maar de natuur draait niet om één diersoort. Er zijn talloze factoren die bepalen hoe een ecosysteem functioneert: het klimaat, bodemgesteldheid, menselijk ingrijpen, andere roofdieren, enzovoort.
De wolf is een puzzelstukje – niet de magische oplossing. Wel helpt zijn aanwezigheid om natuurlijke balans terug te brengen in overbegraasde gebieden.
5. Wolven zijn een ramp voor veehouders
Er zijn gevallen bekend waarbij wolven schapen hebben gedood. Dat is zuur voor de betrokken veehouders, absoluut.
Maar het idee dat de wolf een landelijke bedreiging vormt voor de veeteelt klopt niet. In Nederland worden de meeste schapen gedood in gebieden zonder preventieve maatregelen, zoals afrastering of nachtopvang.
Waar goed beschermende maatregelen worden genomen – zoals wolfwerende rasters of kuddewaakhonden – daalt het aantal incidenten drastisch.
In andere landen werkt dit al jaren goed. In Frankrijk en Italië zijn boeren zelfs verplicht hun kuddes te beschermen. Bovendien biedt de overheid in Nederland vergoedingen voor schade én preventie. Dus hoewel het risico niet nul is, is het zeker beheersbaar.
Waarom deze fabels blijven rondgaan
Fabels blijven leven omdat de wolf emoties oproept. Angst, fascinatie, woede – het is allemaal aanwezig. Verhalen over wolven zijn eeuwenoud en vaak gebaseerd op religie, sprookjes en overlevering.
In die verhalen is de wolf meestal het monster, de boeman in het bos. En dat beeld leeft door in hoe mensen vandaag de dag reageren op hun terugkeer.
Social media speelt daar ook een rol in. Foto’s van doodgebeten schapen gaan viral, terwijl de context vaak ontbreekt.
Tegelijkertijd groeit het aantal natuurliefhebbers dat de wolf verwelkomt als ‘natuurlijk topdier’, wat dan weer weerstand oproept bij boeren en jagers. Het gevolg: een gepolariseerd debat waarin feiten soms ondergesneeuwd raken.
Wat zeggen de experts echt?
Biologen, ecologen en wolvenonderzoekers zijn het redelijk eens over de feiten:
-
De wolf hoort thuis in de Europese natuur.
-
Hij is niet gevaarlijk voor mensen.
-
Goede bescherming voorkomt 90% van de schade aan vee.
-
Monitoring is cruciaal, net als duidelijke communicatie.
De uitdaging zit hem in het combineren van wetenschap en draagvlak. Want pas als mensen de wolf leren begrijpen, ontstaat er ruimte voor acceptatie. En dat begint bij het herkennen van fabels – en ze durven los te laten.
Slotgedachte: geen monster, maar een medebewoner
De wolf is geen monster uit een sprookje, maar een wild dier dat zijn plek terugvindt in het Nederlandse landschap. Zijn terugkeer vraagt om aanpassing, dialoog en goede afspraken. Niet om angstzaaierij of mythes. Door fabels te vervangen door feiten, kunnen we beter samenleven met dit fascinerende roofdier – en met elkaar.