Een weekje weg met het gezin. Even ontspannen, de boel de boel laten en genieten van elkaar. Dat klinkt heerlijk, toch? Maar wie anno 2025 een gezinsvakantie probeert te boeken, komt vaak van een koude kermis thuis.
De prijzen zijn zó hoog geworden dat veel gezinnen serieus moeten afwegen of ze überhaupt nog wel op vakantie kunnen. Want wat ooit betaalbaar leek, is nu ineens bijna een luxe geworden.
Wat kost een ‘simpele’ vakantie tegenwoordig?
Vroeger was een weekje naar de camping, een vakantiepark of een zonbestemming in Europa nog prima te doen zonder dat je er een spaarrekening voor moest plunderen.
Maar de realiteit is veranderd. Voor een gezin met twee kinderen ben je tegenwoordig al snel tussen de 2.000 en 3.500 euro kwijt voor een eenvoudige vakantie binnen Europa. En dan hebben we het nog niet over de extra kosten ter plaatse.
Een verblijf op een doorsnee vakantiepark in Nederland of België? Minimaal 1.200 euro voor een week in het hoogseizoen, en dan zit je nog niet eens in een luxe bungalow.
Een vliegvakantie naar Spanje of Italië, inclusief accommodatie en bagage? Reken gerust op 2.500 euro, en dat is dan zonder auto, uitstapjes of etentjes buiten de deur. Het loopt gewoon hard op.
Waar komt die prijsstijging vandaan?
Er spelen meerdere factoren mee. De inflatie, hogere energiekosten, stijgende lonen in de toeristische sector en hogere kosten voor vliegtickets zorgen allemaal voor prijsdruk.
Daarnaast hebben reisorganisaties en vakantieparken flink moeten investeren in duurzaamheid en extra personeel na de coronaperiode. Al die extra kosten worden natuurlijk doorberekend aan de klant.
Ook vluchten zijn duurder geworden door strengere regels rond CO₂-uitstoot en extra toeslagen op kerosine.
Budgetmaatschappijen adverteren nog wel met lage instapprijzen, maar zodra je bagage, stoelkeuze en belastingen erbij optelt, is het verschil met een reguliere maatschappij vaak minimaal.
Vakantie met het gezin? Reken maar op stress
Wat eigenlijk een relaxmoment hoort te zijn, begint voor veel ouders juist met stress. Niet alleen financieel, maar ook qua planning en keuzes maken.
Gaan we toch met de auto? Wordt het weer een midweekje Center Parcs in plaats van een strandvakantie? Of slaan we dit jaar gewoon helemaal over?
Een ouder zegt daarover: “We hebben drie kinderen. Alles keer vijf is al snel absurd duur. Je moet entree betalen voor elk uitje, ijsjes, lunch, souvenirs. Dat tikt zo aan. En dan hebben we het nog niet eens over benzine of parkeerkosten.”
De keuzestress wordt groter, omdat mensen het gevoel hebben dat ze moeten ‘halen’ wat ze kunnen. En dat terwijl juist vakantie de tijd is om even níét te moeten.
Zelfs binnen Nederland flink betalen
Ook een vakantie in eigen land is niet meer de voordelige optie die het ooit was. De prijzen voor vakantiehuisjes, B&B’s en hotels in Nederland zijn de afgelopen jaren flink gestegen. Zeker in het hoogseizoen of tijdens de schoolvakanties zijn de tarieven soms net zo hoog als in Zuid-Europa.
Een weekje Texel met het gezin? Tegen de tijd dat je de overtocht, accommodatie, fietsen en boodschappen hebt geregeld, ben je al honderden euro’s verder.
En dan heb je nog geen uitje gemaakt. Voor een simpel dagje dierentuin of attractiepark betaal je tegenwoordig met een gezin zo €150 tot €200, inclusief entree, parkeren en wat te eten.
Vakantiegevoel in eigen tuin
Steeds meer gezinnen zoeken daarom naar alternatieven. Een staycation is weer populair: lekker thuisblijven, dagjes weg in de buurt, en de tuin omtoveren tot vakantieoord met zwembadje en barbecue. Sommigen zetten een tent op in de achtertuin om toch het kampeergevoel te beleven. Creatief, maar het blijft een compromis.
Ook zie je vaker dat families samen op vakantie gaan om kosten te delen: opa en oma mee, of met vrienden een groot vakantiehuis huren. Dat drukt de prijs per persoon, maar vraagt natuurlijk ook wat inlevering qua privacy en vrijheid.
Wordt het ooit weer goedkoper?
Veel experts denken van niet. De tijd van goedkope last-minutes en budgetvakanties lijkt voorbij. De toerismesector wil verduurzamen, personeel eerlijker betalen en investeren in kwaliteit – allemaal goed nieuws op zich, maar het heeft een prijs. En die prijs komt steeds vaker bij de consument te liggen.
Toch hopen veel gezinnen dat er manieren blijven om tóch op vakantie te kunnen, zonder dat je er een lening voor hoeft af te sluiten. Sommigen sparen het hele jaar door speciaal voor die ene week weg. Anderen boeken slim buiten het seizoen, of kiezen voor landen waar het prijsniveau nog relatief laag ligt, zoals Slovenië of Hongarije.
De waarde van vakantie verandert
Wat je ook merkt: mensen worden kritischer. Als je zoveel betaalt, moet het ook echt goed zijn. Slechte accommodaties, slechte service of veel verborgen kosten worden keihard afgestraft in reviews. Reizigers willen waar voor hun geld – of het nou om een camping, hotel of bungalow gaat.
Toch blijft het idee van een vakantie iets waar veel mensen naar uitkijken. Even los van werk, school, verplichtingen. Tijd voor elkaar. Dat heeft z’n waarde, zelfs als het financieel pijn doet. Maar dat maakt het ook extra frustrerend als blijkt dat zo’n weekje weg eigenlijk niet meer te betalen is zonder flinke offers.
En dat roept een duidelijke conclusie op: het is niet normaal meer wat je tegenwoordig betaalt voor een gezinsvakantie.