Het lijkt een opvallend positief bericht voor de voorstanders van elektrisch rijden: volgens een nieuw onderzoek van de ADAC (de Duitse tegenhanger van de ANWB) zijn elektrische auto’s tegenwoordig betrouwbaarder dan auto’s met een verbrandingsmotor. Maar hoewel de cijfers op het eerste gezicht indrukwekkend lijken, blijven er twijfels hangen over de échte toekomstbestendigheid van deze stille voertuigen. Want is elektrisch rijden wel zo probleemloos als het lijkt? En wat zeggen deze cijfers nou echt?
Wat blijkt uit het ADAC-onderzoek?
De ADAC heeft de pechstatistieken onderzocht van auto’s die tussen 2020 en 2022 op kenteken zijn gezet.
Daaruit blijkt dat elektrische auto’s gemiddeld 3,8 keer per 1.000 voertuigen pech kregen waarvoor een monteur moest uitrukken. Voor benzine- en dieselauto’s lag dat aantal aanzienlijk hoger: 9,4 keer per 1.000 voertuigen.
Dat klinkt indrukwekkend – bijna drie keer zo betrouwbaar – maar er is meer aan de hand.
Want hoewel het klopt dat elektrische auto’s minder bewegende delen hebben, en dus minder slijtagegevoelige onderdelen, betekent dat nog niet automatisch dat ze voor de lange termijn de meest logische of duurzame keuze zijn.
Veel mensen – en zeker ook onze lezers – zien het elektrisch rijden nog altijd niet als de gouden oplossing die vaak wordt gepresenteerd.
De kinderziektes lijken voorbij, maar de échte test moet nog komen
De ADAC stelt dat het verschil vooral te danken is aan het feit dat autofabrikanten inmiddels veel geleerd hebben van de eerste generaties elektrische auto’s.
De kinderziektes zouden inmiddels grotendeels verholpen zijn. Denk aan softwareproblemen, accumanagement en laadsystemen die in het begin voor frustratie zorgden, maar nu beter functioneren.
Maar hierbij moet worden opgemerkt: we hebben het over relatief jonge auto’s. De oudste modellen in het onderzoek zijn net drie jaar oud.
Hoe deze voertuigen zich houden bij hogere kilometerstanden en in koudere klimaten, blijft nog de vraag. En vooral: hoe betrouwbaar zijn ze als de batterijcapaciteit begint af te nemen? Die test moet nog plaatsvinden.
De grootste boosdoener blijft de accu – maar niet de aandrijfbatterij
De meest voorkomende oorzaak van pech – zowel bij elektrische auto’s als bij traditionele modellen – blijft opvallend genoeg de 12V-startaccu.
Veel mensen denken dat elektrische auto’s die niet hebben, maar dat is een misverstand. Ook een EV heeft zo’n traditionele batterij aan boord, en die blijkt dus nog steeds een zwakke schakel.
Toch zal de gemiddelde autobezitter zich vooral zorgen maken over de hoofdaccu: het kloppend hart van een elektrische auto.
Die is duur, gevoelig voor temperatuurverschillen en kostbaar om te vervangen. Hoewel de technologie vooruitgaat, is het nog maar de vraag hoe goed deze batterijen zich houden na vijf, zeven of tien jaar intensief gebruik. Dáár zitten de grote vraagtekens.
Reparatiekosten: goedkoper of juist duurder?
Een ander punt dat vaak wordt aangehaald is het onderhoud. Elektrische auto’s hebben minder onderhoud nodig, zeggen experts. Geen olie verversen, geen bougies, geen uitlaat, geen versnellingsbakproblemen.
Dat klopt, maar wie weleens een softwareprobleem bij een moderne auto heeft gehad, weet dat ook daar fikse kosten aan kunnen kleven – zeker als de auto buiten garantie is.
Bovendien zijn er minder onafhankelijke garages die elektrische voertuigen mogen en kunnen repareren. Fabrikanten houden de touwtjes stevig in handen, en dat maakt de consument afhankelijk van dure merkdealers.
Iets waar traditionele autobezitters – die gewoon naar de buurman om de hoek kunnen – zich terecht zorgen over maken.
Kosten elektrisch rijden blijven een heet hangijzer
Los van betrouwbaarheid blijft één ding overeind: elektrisch rijden is lang niet altijd goedkoop. Zeker nu de overheid van plan is om subsidies af te bouwen en elektrische auto’s zwaarder te belasten, worden de maandlasten voor EV-bezitters fors hoger.
De wegenbelastingvrijstelling verdwijnt, de bijtelling gaat omhoog en ook het opladen wordt – door stijgende energieprijzen – steeds minder voordelig.
De ‘koopjesjager’ die in een elektrische auto stapt om te besparen, komt steeds vaker van een koude kermis thuis.
En hoewel de techniek zich ontwikkelt, blijft de aanschafprijs van een degelijke elektrische auto nog altijd vele duizenden euro’s hoger dan die van een vergelijkbare benzinevariant.
Wat zeggen de cijfers nou écht?
Terug naar het ADAC-rapport: ja, elektrische auto’s geven momenteel minder pech. Maar dat zegt weinig over de lange termijn.
De gemiddelde Nederlander rijdt zijn auto minstens 10 jaar. En de meeste elektrische auto’s die nu rondrijden zijn jonger dan vijf jaar. Er is dus nog veel dat we niet weten.
Bovendien zeggen pechcijfers niets over het gebruiksgemak, de laadstress, de beschikbaarheid van laadpalen of de vraag of het stroomnet het allemaal wel aankan.
Allemaal zaken die volgens veel automobilisten zwaarder wegen dan de kans op een monteur onderweg.
Is elektrisch rijden de toekomst? Wij twijfelen – en velen met ons
De overheid, de autofabrikanten en de media lijken overtuigd: elektrisch rijden is de toekomst. Maar onder de bevolking klinken steeds meer twijfels.
De hogere kosten, het beperkte bereik, de onzekerheid over laadinfrastructuur en de afhankelijkheid van schaarse grondstoffen maken dat veel mensen zich afvragen of dit wel dé oplossing is.
Bovendien zijn de alternatieven volop in ontwikkeling: waterstof, synthetische brandstoffen, hybride varianten die het beste van twee werelden combineren.
Waarom zouden we ons nu al volledig vastleggen op één route, als de technologie nog lang niet is uitgekristalliseerd?
Tot slot
Ja, elektrische auto’s zijn betrouwbaarder geworden. Dat mag gezegd worden. Maar betrouwbaarheid is slechts één stukje van de puzzel.
Voor veel mensen blijft elektrisch rijden een dure, onpraktische en soms zelfs opgelegde keuze.
En wie weet: misschien worden we over tien jaar allemaal elektrisch. Maar op dit moment? Zijn er nog genoeg redenen om het met een flinke korrel zout te nemen. Dat staat wat ons betreft buiten twijfel.
Laat weten wat jij ervan vindt op Facebook – ben jij al overgestapt, of wacht je liever nog even af?