Lange tijd werd Nederland gezien als een van de Europese landen met het strengste asielbeleid. Discussies over opvanglimieten, snel terugsturen van afgewezen asielzoekers en het beperken van gezinshereniging stonden hoog op de politieke agenda.
Maar inmiddels lijkt het erop dat andere EU-landen Nederland hebben ingehaald. Steeds meer buurlanden voeren zélf een hardere lijn, waardoor de titel van “strengste asielbeleid ooit” ineens niet meer zo vanzelfsprekend naar Nederland gaat. Hoe pakken ze het aan in de rest van Europa?
Duitsland zet in op beperking en versnelling
Duitsland heeft de afgelopen jaren flinke stappen gezet om het asielbeleid aan te scherpen. De Duitse regering wil asielprocedures versnellen en afgewezen asielzoekers sneller uitzetten. Er is veel aandacht voor het voorkomen van misbruik van de asielprocedure. Nieuwe wetgeving maakt het bijvoorbeeld mogelijk om mensen in afwachting van hun uitzetting langer vast te houden.
Ook wordt er flink geïnvesteerd in samenwerking met herkomstlanden. Doel: sneller en efficiënter terugsturen.
Duitsland probeert bovendien opvangcentra buiten de grote steden te creëren, zodat druk op gemeenten wordt verlicht. Opvallend is dat zelfs binnen de sociaal-democratische SPD de roep om een strenger beleid sterker wordt, mede onder druk van rechtse partijen en maatschappelijke onvrede.
België: streng aan de grens, selectief aan de poort
Ook België is bezig met een opvallende koerswijziging. Jarenlang werd het Belgische asielbeleid gekenmerkt door traagheid en gebrekkige capaciteit.
Maar daar komt nu verandering in. België scherpt de controles aan de grenzen aan en werkt aan een beleid waarbij asielaanvragen van mensen uit zogenoemde ‘veilige landen’ versneld worden afgehandeld – vaak met als uitkomst een afwijzing.
Daarnaast heeft België een maximum ingesteld op het aantal opvangplaatsen dat beschikbaar is per dag. Wordt dat overschreden? Dan worden nieuwe aanvragen tijdelijk niet behandeld. Deze strategie zorgt voor minder druk op opvangcentra, maar roept ook kritiek op van mensenrechtenorganisaties.
Frankrijk wil procedure aan de buitengrenzen
Frankrijk volgt grotendeels dezelfde lijn als Duitsland, maar met een iets andere nadruk. President Macron heeft meermaals benadrukt dat Europa de buitengrenzen beter moet bewaken. Frankrijk wil asielprocedures deels naar die grenzen verplaatsen, zodat mensen zonder kans op asiel überhaupt de EU niet meer in komen.
Daarnaast is de samenwerking met Noord-Afrikaanse landen zoals Tunesië en Marokko cruciaal in het Franse beleid. Frankrijk probeert via diplomatieke deals te zorgen dat afgewezen asielzoekers sneller worden teruggenomen. Tegelijkertijd groeit de druk in het binnenland: rechtse partijen willen nog strengere maatregelen, linkse bewegingen vrezen juist voor een ontmenselijking van het systeem.
Oostenrijk en Denemarken: pioniers in harde aanpak
Wie echt harde maatregelen zoekt, moet kijken naar Oostenrijk en Denemarken. Deze landen lopen al jaren voorop in streng asielbeleid. Oostenrijk pleit zelfs openlijk voor opvang buiten Europa, bijvoorbeeld in Afrika. Asielaanvragen moeten daar worden behandeld en afgewezen personen keren niet terug naar Europa.
Denemarken is nog radicaler. Het land sloot in 2021 een wet die het mogelijk maakt om asielzoekers helemaal buiten Europa op te vangen, in samenwerking met derde landen. Ook hanteert Denemarken een streng terugkeerbeleid en wordt gezinshereniging sterk beperkt. Deze aanpak stuit op internationale kritiek, maar krijgt onder andere in Oostenrijk en zelfs in delen van Duitsland bijval.
Nederland in vergelijking: strenger dan vroeger, maar niet uniek
En hoe staat Nederland er nu bij? Het Nederlandse asielbeleid is zonder twijfel aangescherpt. Denk aan de discussies rond de spreidingswet, de beperkingen rondom gezinshereniging en de focus op het sneller behandelen van kansarme aanvragen.
Ook is er extra geld vrijgemaakt voor uitzettingen en worden asielzoekers uit veilige landen vaak als eerste teruggestuurd.
Toch is Nederland in Europees perspectief geen uitzondering meer. Andere landen zetten vergelijkbare of zelfs hardere stappen. Wat Nederland jaren geleden tot koploper maakte, is inmiddels in veel andere hoofdsteden normaal geworden. Dat betekent niet dat het Nederlandse beleid mild is, maar het valt niet langer op als het strengste.
Waarom deze trend in Europa?
Er zijn verschillende redenen waarom EU-landen steeds vaker kiezen voor een streng asielbeleid. Ten eerste is er politieke druk. Rechtse en populistische partijen winnen terrein in veel landen. Zij zetten migratie bovenaan de agenda en zorgen ervoor dat ook centrum- en linkse partijen hun toon aanscherpen.
Daarnaast is er maatschappelijke onrust. Stijgende woonlasten, tekort aan betaalbare huisvesting en druk op de zorg maken dat burgers migratie vaker als probleem zien dan als verrijking. Dat dwingt overheden om in actie te komen – vaak met striktere regels.
Ook speelt het Europese asielsysteem zelf een rol. Omdat de druk ongelijk verdeeld is – denk aan landen als Italië en Griekenland die aan de buitengrenzen liggen – is er behoefte aan nieuwe oplossingen. Dat leidt tot meer grenscontroles, opvang buiten de EU en strengere selectie aan de poort.
Wat betekent dit voor de toekomst van asiel in Europa?
De kans is groot dat de lijn van streng beleid zich verder doorzet. De Europese Commissie werkt aan nieuwe migratiewetten waarbij lidstaten nauwer samenwerken om aanvragen sneller en efficiënter af te handelen. Daarbij komt ook ruimte voor detentie aan de grens en snellere uitzetprocedures.
Bovendien lijken nationale overheden zich steeds minder te laten leiden door morele bezwaren. Waar vroeger mensenrechtenorganisaties een grote stem hadden in het debat, overheerst nu het politieke realisme. Veiligheid, draagvlak en controle zijn de sleutelwoorden geworden.
Conclusie: van Nederland naar Europese norm
Wat ooit begon met stevige Nederlandse debatten over asiel en opvang, is inmiddels uitgegroeid tot een bredere Europese trend. Steeds meer landen kiezen voor strengere regels, snellere procedures en minder ruimte voor kansarme asielzoekers.
Nederland speelt daar nog steeds een rol in, maar is zeker niet langer het strengste land van de EU. Integendeel: bij de buren gebeurt het tegenwoordig nóg kordater.
Voor de toekomst betekent dit dat het asielbeleid in Europa waarschijnlijk verder zal verstrakken. Niet alleen als politieke reactie, maar ook als strategisch antwoord op een systeem dat onder druk staat. Eén ding is zeker: het laatste woord over asiel in Europa is nog lang niet gezegd.