Het leek jarenlang een vaststaand feit: wolven zijn schuwe dieren die mensen koste wat kost vermijden. Nederlandse wolvendeskundigen en biologen verzekerden ons dat we geen reden tot ongerustheid hadden.
Wolven zouden hooguit een glimp van ons opvangen voordat ze zich snel weer in de bossen terugtrokken. Maar inmiddels lijkt die theorie in rook te zijn opgegaan.
De realiteit laat een heel ander beeld zien, en veel mensen vragen zich af: hoe hebben de experts het zo faliekant mis kunnen hebben?
In de afgelopen maanden stapelen de verhalen zich op van wolven die zich steeds dichter bij menselijke bebouwing wagen. Niet langer beperken ze zich tot de diepten van de Veluwe of andere natuurgebieden.
Steeds vaker worden wolven gespot in dorpen en zelfs in woonwijken, waar ze onverschrokken door straten slenteren en nieuwsgierig lijken te kijken naar wat mensen aan het doen zijn. Voor bewoners is dit vaak een onaangename verrassing.
“Ik dacht eerst dat het een hond was,” vertelt een inwoner uit een Gelderse gemeente, “maar toen ik beter keek, realiseerde ik me dat ik naar een wolf stond te kijken. Hij keek recht naar me terug, alsof hij helemaal niet bang was.”
De groeiende lijst van confrontaties met wolven laat zien dat er meer aan de hand is dan incidentele ontmoetingen. In meerdere gevallen is er zelfs sprake van agressief gedrag.
Een recent voorbeeld komt uit Drenthe, waar een wolf tijdens een wandeling een man met zijn hond bleef volgen. “Het dier bleef maar achter ons aan komen,” vertelt de man. “Ik heb mijn hond opgetild en ben terug naar huis gerend. Het was doodeng.”
Het lijkt erop dat wolven niet alleen minder schuw worden, maar ook assertiever en soms zelfs bedreigend.
Deskundigen hebben ondertussen verschillende verklaringen geprobeerd te geven voor dit veranderende gedrag. Een veelgenoemde reden is dat mensen, vaak goedbedoeld, wolven hebben gevoerd.
Dit kan gebeuren wanneer wandelaars eten achterlaten in natuurgebieden of bewust voedsel neerleggen om de dieren van dichtbij te bekijken. Het gevolg is dat wolven leren dat mensen een bron van voedsel kunnen zijn, waardoor hun natuurlijke schuwheid afneemt.
Dit kan ertoe leiden dat wolven niet langer vluchten bij het zien van mensen, maar juist dichterbij komen.
Daarnaast wordt gesuggereerd dat jonge wolven, die op zoek gaan naar nieuwe territoria, minder ervaring hebben met het vermijden van mensen. Hun nieuwsgierigheid kan ervoor zorgen dat ze dichter bij menselijke nederzettingen komen, waar voedsel vaak gemakkelijker te vinden is dan in het wild.
Maar hoe verklaar je dan de agressie? Dat blijft voor veel experts een lastig punt. Sommige biologen vermoeden dat dit gedrag te maken heeft met stress of territoriumdrang, terwijl anderen wijzen op de mogelijkheid van voedseltekorten in natuurgebieden.
Voor mensen die in wolvengebieden wonen, zijn deze verklaringen echter weinig geruststellend. Er wordt steeds vaker opgeroepen tot maatregelen om confrontaties te voorkomen.
Sommige gemeenten overwegen al om extra waarschuwingsborden te plaatsen, terwijl andere inzetten op educatiecampagnes om bewoners te informeren over wat te doen als ze een wolf tegenkomen.
Toch is het moeilijk om het gedrag van een wilde wolf volledig te voorspellen, wat de zorgen alleen maar groter maakt.
Een van de meest opvallende incidenten van de afgelopen tijd gebeurde op de Veluwe, waar een wolf recht op een groep wandelaars afliep en niet leek te willen wijken. “Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt,” vertelt een van de wandelaars.
“We stonden letterlijk oog in oog met dat dier. Het voelde totaal niet veilig.” Dit soort verhalen maken duidelijk dat er een mismatch is tussen de theorie van wolvendeskundigen en de realiteit.
Waar eerder werd gedacht dat wolven de nabijheid van mensen zouden vermijden, blijkt nu dat sommige dieren daar weinig problemen mee hebben.
De vraag die veel mensen bezighoudt, is of de aanwezigheid van wolven op deze manier houdbaar is in Nederland. Terwijl natuurbeschermers blijven pleiten voor het behoud van deze roofdieren, groeit de roep om striktere regulering.
Voorstanders van de wolf wijzen op het ecologische belang van deze dieren, die helpen om populaties van herten en wilde zwijnen in toom te houden. Tegenstanders vrezen echter dat de risico’s voor mens en dier te groot worden.
Misschien is het meest opvallende aan deze discussie de snelheid waarmee het gedrag van wolven lijkt te veranderen. Slechts een paar jaar geleden leek het idee van een wolf in een woonwijk volstrekt onrealistisch.
Nu worden steeds meer mensen geconfronteerd met het feit dat wolven niet langer exclusief thuis horen in afgelegen bossen. Het roept vragen op over hoe we als samenleving moeten omgaan met deze nieuwe realiteit.
Voorlopig lijkt het erop dat er geen eenvoudige oplossing is. Terwijl experts worstelen met het begrijpen en verklaren van het gedrag van wolven, blijven bewoners in wolvengebieden achter met een mengeling van fascinatie en angst.
Eén ding is duidelijk: de terugkeer van de wolf naar Nederland is niet zonder uitdagingen, en het laatste woord hierover is waarschijnlijk nog lang niet gezegd.