In een klein dorpje aan de rand van de Veluwe zit Ina van 66 op een antieke schommelstoel. Het vuur in haar gietijzeren houtkachel knettert zachtjes op de achtergrond.
Voor haar ligt een kopje thee, en op tafel ligt de brief van de gemeente die haar hele winterroutine overhoop gooit. “Ik gebruik die kachel al dertig jaar. En ineens mag het niet meer? Dat voelt als inbreuk op m’n eigen huis.”
De aangekondigde regels rondom houtstook zorgen voor veel onrust bij inwoners van landelijke gebieden. Vooral ouderen, die het vaak nog gewend zijn om zelf te stoken, voelen zich geraakt. Ina is daar één van.
Haar huis is oud, slecht geïsoleerd, en volgens haar is de kachel meer dan een sfeerobject. “Dit is niet zomaar een ding voor gezelligheid.
Dit is hoe ik mijn woonkamer warm houd. En nu moet ik ineens denken aan filters, aan rookmelders, aan boetes? Alsof ik iets verkeerd doe.”
Ze wijst naar het raam. Buiten hangen de bladeren nog net aan de bomen. “In de winter is het hier soms -10. Mijn cv is oud, en gas is onbetaalbaar geworden. Dan heb ik het niet over een beetje duur, maar écht onbetaalbaar. Wat moet ik dan? Dikke trui aan en hopen dat de kou meevalt?”
Wat de situatie nog schrijnender maakt, is dat Ina al jaren investeert in wat ze noemt ‘nette houtstook’. “Ik gebruik alleen droog hout, ik steek het goed aan, laat het vuur niet smeulen. Ik heb me altijd netjes aan de regels gehouden. En toch word ik nu neergezet als iemand die de lucht vervuilt.”
De nieuwe regels, die bedoeld zijn om luchtvervuiling tegen te gaan, zouden vooral moeten gelden voor mensen die hout stoken puur voor de sfeer, zo klinkt het in veel reacties op social media. Maar daar wordt volgens bewoners als Ina geen onderscheid in gemaakt.
“Ik begrijp dat er mensen zijn die hun open haard alleen aanzetten voor de gezelligheid. En dat het niet goed is voor het milieu, geloof ik ook wel. Maar er is een verschil tussen een huis verwarmen en een marshmallow roosteren.”
Volgens haar wordt er veel over hen beslist, maar nauwelijks met hen gepraat. “Ik heb nooit iemand van de gemeente over de vloer gehad om te vragen hoe ik mijn huis verwarm. Ze sturen gewoon een brief: het mag straks niet meer. Dan denk ik: hoe dan? Kom een weekje hier wonen, en probeer het maar eens zonder kachel.”
De brief in kwestie gaat over een mogelijk stookverbod tijdens dagen met weinig wind of veel smog. Gemeenten mogen die regels lokaal handhaven, en er zijn boetes voor wie zich niet aan de regels houdt. “Ze zeggen dat het gaat om gezondheid.
Maar weet je wat ook slecht is voor je gezondheid? Kou in huis, stress omdat je niet weet hoe je je energierekening moet betalen, en het gevoel dat je geen controle meer hebt over je eigen leven.”
Ina heeft haar huis in de jaren zeventig samen met haar man gebouwd. Hij overleed vijf jaar geleden, maar zijn aanwezigheid is er nog altijd – en vooral rond de kachel. “Hij zat altijd op dat krukje bij het vuur. Las de krant, dronk een borrel. Als ik de kachel aansteek, is het net of hij weer even in huis is. En nu moet dat allemaal weg, omdat we in één klap ‘vervuilers’ zijn geworden.”
Ze zucht diep. “Ik ben niet tegen verandering, hoor. Maar doe het dan wel met respect voor mensen die al decennia op deze manier leven. Geef alternatieven, help mensen om te verduurzamen. Maar leg geen regels op die nergens op slaan.”
Volgens haar is er een kloof ontstaan tussen beleid en realiteit. “Ze praten altijd over ‘de burger meenemen’ in beleid. Maar ik voel me helemaal niet meegenomen. Het voelt eerder alsof ze me aan het duwen zijn richting een elektrische warmtepomp waar ik geen geld voor heb.”
Ina is niet de enige. In haar straat gebruiken meerdere buren een houtkachel. “We helpen elkaar ook. Als iemand goed droog hout heeft liggen, dan wordt dat gedeeld. Er zijn afspraken, we letten op de rook. Maar nu worden we allemaal over één kam geschoren.”
Terwijl het vuur in de kachel langzaam dooft, denkt Ina hardop na. “Ze willen alles duurzaam, alles elektrisch, maar ondertussen blijven de energieprijzen stijgen en krijgen we nauwelijks hulp. De mensen die het zich kunnen veroorloven, hebben hun huis al geïsoleerd. De rest? Die stookt gewoon wat er is.”
Wat ze het meest wrang vindt, is dat het voor haar voelt alsof ze opnieuw moet vechten voor haar manier van leven.
“Ik ben 66. Ik dacht dat ik nu een beetje rustig kon leven. Maar nee, ik moet nu ineens achter subsidieaanvragen aan, offertes opvragen, installateurs zoeken. Alsof ik tijd en energie teveel heb.”
Ze buigt zich naar voren om nog een blok hout op het vuur te gooien. “Ik ben geen activist. Ik ben gewoon iemand die warm wil zitten in haar eigen huis. Is dat tegenwoordig te veel gevraagd?”