Ingrid, 69 jaar oud en oma van twee kleine kleinkinderen, begrijpt er niets van. Steeds weer ziet ze hoe haar dochter een oppas regelt voor de kinderen, terwijl ze al zo vaak heeft aangegeven dat ze zelf maar al te graag zou willen oppassen.
Het steekt haar, want ze houdt zielsveel van haar kleinkinderen en zou niets liever doen dan tijd met hen doorbrengen.
“Het voelt soms alsof ik buitenspel sta,” vertelt ze. “Ik begrijp best dat mijn dochter een druk leven heeft en dat ze haar dingen op haar manier wil regelen, maar ik wil juist helpen. Ik heb al zo vaak laten weten dat ik beschikbaar ben, en toch lijkt het alsof ze steeds andere keuzes maakt.”
Ingrid ziet het als haar manier om haar dochter te ontlasten. “Vroeger, toen ik zelf jonge kinderen had, had ik niet de luxe van een oppas. Mijn ouders sprongen wel eens bij, maar verder moesten we het allemaal zelf doen. Nu ik met pensioen ben, heb ik juist alle tijd om voor mijn kleinkinderen te zorgen. Maar het lijkt soms alsof mijn dochter niet op mij rekent of misschien zelfs niet op mij wíl rekenen,” legt ze uit.
Ze vraagt zich af waar het vandaan komt en of haar dochter misschien twijfelt aan haar capaciteiten. “Ik ben fit, ik ben gezond en ik ben helemaal niet ouderwets of strikt. Ik zou echt met liefde die dagen vrijhouden om op te passen.”
Wat Ingrid extra raakt, is dat ze juist zo’n goede band heeft met de kleintjes.
“Mijn kleinkinderen zijn gek op me. We gaan samen naar de speeltuin, we bakken koekjes en maken wandelingen. Ze hebben het altijd naar hun zin als ze bij mij zijn, en ik geniet daar zo intens van. Maar nu lijkt het alsof ik dat minder mag doen dan ik zou willen. En eerlijk gezegd, ik snap niet waarom.”
Soms vraagt ze voorzichtig aan haar dochter of het misschien aan haar ligt. “Ik wil natuurlijk geen druk zetten, maar ik wil wel begrijpen waarom ze steeds voor een oppas kiest. Ik heb het al eens subtiel gevraagd, maar dan krijg ik antwoorden als: ‘Het is al geregeld, mam,’ of ‘De oppas komt ook graag.’ Dat voelt voor mij een beetje als een afwijzing.”
Ingrid vertelt dat ze zich afvraagt of haar dochter bang is dat ze niet op dezelfde lijn zitten wat betreft opvoeding.
“Misschien denkt ze dat ik te makkelijk ben, of dat ik niet goed met alle nieuwe opvoedmethodes omga. Maar ik volg haar regels en instructies netjes op. Als zij zegt dat er geen snoep gegeven mag worden, dan doe ik dat niet. Ik begrijp dat zij de ouder is, en ik wil alleen maar dat iedereen tevreden is.”
Het gevoel dat haar hulp niet gewenst is, maakt Ingrid verdrietig. “Het is lastig om dat uit te leggen aan vrienden, want zij begrijpen het ook niet helemaal. Zij vinden het juist raar dat ik niet vaker oppas, vooral omdat ik het zo graag wil. Het voelt soms alsof mijn dochter de waarde van een oma-figuur niet helemaal ziet.”
Ze weet dat haar dochter vaak gestrest is en een drukke baan heeft, en juist daarom wil Ingrid er voor haar zijn. “Ik zou willen dat ze ziet dat dit mijn manier is om haar te steunen, om een rol te spelen in het leven van mijn kleinkinderen, en om haar wat ademruimte te geven.”
Ondanks alles probeert Ingrid het positief te blijven zien en hoopt ze op een moment dat ze haar dochter kan laten inzien hoe belangrijk dit voor haar is.
“Misschien moet ik een keer echt met haar om de tafel zitten, zonder subtiele hints, en gewoon eerlijk zeggen hoe ik me erbij voel. Dat ik haar keuzes respecteer, maar dat ik me aan de zijlijn staande voel terwijl ik juist zo graag actief betrokken wil zijn. Ik wil geen ruzie of ongemak, maar ik wil wel dat ze begrijpt dat dit voor mij veel betekent.”
Een goede vriendin gaf haar onlangs het advies om misschien een keer gewoon aan te bieden om op een specifieke datum op te passen. “Dat is misschien wel het proberen waard,” zegt Ingrid.
“Gewoon een concrete datum noemen, zodat ze ziet dat ik het meen. Wie weet, misschien kan ze dan wat meer loslaten en mij die rol toevertrouwen.”
Ingrid hoopt dat haar dochter in de toekomst anders naar haar kijkt en haar misschien als de oppas bij uitstek gaat zien. Ze wil de band met haar kleinkinderen versterken, zonder tussenkomst van een vreemde oppas, en haar dochter de steun bieden die ze zelf vroeger zo goed had kunnen gebruiken.
Voor Ingrid is dit meer dan alleen oppassen; het is haar manier om aanwezig te zijn, een stukje liefde te delen en haar kleinkinderen iets mee te geven van zichzelf.