Steeds meer jongeren in Nederland lopen vast op de woningmarkt. Uit recent onderzoek van ING blijkt dat jongeren tot 34 jaar gemiddeld 46 procent van hun inkomen kwijt zijn aan woonlasten als ze particulier huren.
Tien jaar geleden was dit nog 39 procent. Dat verschil is aanzienlijk en geeft aan hoe hard de lasten gestegen zijn. Vooral voor jongeren in de particuliere huursector zijn de kosten extreem.
Huurprijzen stijgen fors
De gemiddelde woonlasten voor jongeren in de particuliere sector bedragen momenteel zo’n 1185 euro per maand. Dit bedrag omvat de kale huur, maar ook de kosten voor energie, water en gemeentelijke heffingen.
Zelfs met huurtoeslag blijft het maandbedrag hoog. Meer dan een derde van de jongeren (38 procent) leeft in deze situatie, terwijl dat tien jaar geleden nog 24 procent was.
Minder geld over voor toekomstplannen
De gevolgen zijn duidelijk: jongeren houden nauwelijks geld over voor sparen, recreatie of om financiële reserves op te bouwen.
Voor velen betekent dit zelfs dat ze het uitstellen van grote stappen in hun leven, zoals het beginnen van een gezin of het maken van een carrièrestap. Wonen slokt simpelweg te veel van hun maandelijkse inkomen op.
Krapte op de sociale huurmarkt
Een belangrijke oorzaak van deze situatie is het gebrek aan sociale huurwoningen. Sinds 2015 is het aanbod aan corporatiewoningen nauwelijks gegroeid (slechts 0,7 procent), terwijl de vraag met 10 procent is toegenomen.
Hierdoor worden de wachtlijsten steeds langer, en zijn jongeren vaak aangewezen op de duurdere particuliere markt.
Een koopwoning is vaak onhaalbaar
Voor veel jongeren is het kopen van een woning geen optie. De inkomens van starters zijn vaak te laag om in aanmerking te komen voor een hypotheek die past bij de huidige huizenprijzen.
Bovendien maken strenge hypotheeknormen het moeilijk om een woning te financieren zonder extra hulp of spaargeld. Hierdoor blijven jongeren gevangen in een huurmarkt die elk jaar duurder wordt.
Ook huiseigenaren voelen de druk
Niet alleen huurders, maar ook jonge huiseigenaren merken de stijgende woonlasten. Toch zijn hun lasten relatief lager. Jongeren met een koopwoning besteden gemiddeld 28 procent van hun inkomen aan wonen. Voor jongeren in een sociale huurwoning ligt dit percentage op 31 procent. Dat is aanzienlijk lager dan de 46 procent in de particuliere sector.
De particuliere huurmarkt verandert
De private huurmarkt staat zelf ook onder druk. Nieuwe wet- en regelgeving maakt het voor particuliere verhuurders minder aantrekkelijk om woningen te blijven verhuren.
Veel verhuurders kiezen ervoor om hun panden te verkopen. Minder aanbod op de huurmarkt zorgt voor hogere prijzen, en dat raakt vooral jongeren die nergens anders terecht kunnen.
Generatiekloof wordt groter
De situatie zorgt ook voor een groeiende kloof tussen jong en oud. Oudere generaties hebben vaak lage maandlasten doordat zij al lang in hun koopwoning wonen of deze zelfs (bijna) hebben afbetaald. Bovendien is de waarde van hun woning vaak flink gestegen.
Jongeren daarentegen hebben te maken met torenhoge huurprijzen, krap aanbod en beperkte kansen op de koopmarkt.
Meer betaalbare woningen nodig
Om jongeren perspectief te bieden, is het nodig dat er veel meer betaalbare huurwoningen bij komen. Ook moet de koopmarkt toegankelijker worden voor starters.
Dit kan bijvoorbeeld door soepelere hypotheekregels voor jonge kopers met een stabiel inkomen of door meer nieuwbouwprojecten te realiseren met het oog op starters.
De politiek moet in actie komen
De wooncrisis onder jongeren is een maatschappelijk probleem dat om oplossingen vraagt. Beleidsmakers zullen maatregelen moeten treffen om betaalbaar wonen weer mogelijk te maken. Zonder structurele veranderingen dreigt een generatie vast te lopen in financiële stress en uitzichtloosheid.
Conclusie: jongeren raken klem op de woningmarkt
Het beeld is duidelijk: jongeren geven bijna de helft van hun inkomen uit aan wonen en houden nauwelijks financiële ruimte over. De druk op de woningmarkt is groot, het aanbod klein en de regels streng. Zonder ingrijpen zal de situatie alleen maar verslechteren.
Tijd voor verandering dus, want een generatie die niet meer kan wonen, kan ook niet meer bouwen aan de toekomst.
Structurele oplossingen voor betaalbare jongerenhuisvesting dringend nodig
De situatie vraagt om meer dan alleen tijdelijke maatregelen of pleisters op de wond. Er is dringend behoefte aan structureel beleid dat zich richt op het bouwen van betaalbare huurwoningen voor jongeren, het verruimen van hypotheekmogelijkheden voor starters, en het reguleren van de particuliere huursector om woekerprijzen tegen te gaan.
Alleen met gerichte investeringen, samenwerking tussen gemeenten, corporaties en projectontwikkelaars én politieke daadkracht kan de wooncrisis onder jongeren worden gekeerd.
Betaalbaar wonen moet geen luxe zijn, maar een recht — zeker voor de generatie die nu nog aan het begin van hun carrière staat en de toekomst van onze samenleving vormt.