Lisa zucht diep terwijl ze met een kop koffie aan de keukentafel zit. “Ik had dit echt nooit zien aankomen,” zegt ze. Haar zoon is elf en gaat normaal gesproken met plezier naar school, maar sinds kort is dat veranderd. Hij klaagt niet over de lessen, de leraren of zelfs zijn vrienden. Nee, het is iets wat Lisa niet had verwacht: de genderneutrale toiletten op school.
“Ik snap dat de school een veilige omgeving wil creëren voor iedereen, maar mijn zoon voelt zich gewoon niet op zijn gemak,” legt Lisa uit. “Hij wil niet naar een toilet waar meisjes ook naar binnen kunnen lopen. Hij zegt dat het raar voelt, alsof hij altijd op zijn hoede moet zijn.”
Lisa merkt dat het probleem groter wordt. Haar zoon heeft al een paar keer gezegd dat hij buikpijn heeft om thuis te kunnen blijven. “Ik weet dat het niet echt buikpijn is, maar stress,” zegt Lisa zachtjes. “Hij voelt zich ongemakkelijk, en dat gevoel groeit met de dag.”
De impact van de verandering
De genderneutrale toiletten zijn dit jaar ingevoerd op de school van haar zoon. “Ze hebben de jongens- en meisjestoiletten vervangen door één gedeelde ruimte met allemaal aparte hokjes,” legt Lisa uit. “Op papier klinkt het goed, maar in de praktijk is het voor mijn zoon echt een probleem.”
Volgens Lisa gaat het niet alleen om het ongemak van gedeelde toiletten, maar ook om de sociale druk. “Hij is elf, een leeftijd waarin kinderen toch al met hun lichaam en privacy worstelen. Hij zegt dat hij niet wil dat meisjes hem misschien horen of zien.
Zelfs als dat praktisch onmogelijk is, speelt het idee alleen al door zijn hoofd.”
Lisa’s zoon heeft haar ook verteld dat sommige van zijn vrienden hetzelfde voelen. “Hij zei dat hij niet de enige is die liever helemaal niet naar de wc gaat op school. Ze houden het op, en dat kan toch niet goed zijn?”
Wat moet je als ouder doen?
Lisa worstelt met hoe ze hiermee moet omgaan. “Ik wil hem niet dwingen om naar school te gaan als hij zich zo ongemakkelijk voelt. Maar ik wil ook niet dat hij dingen gaat vermijden die belangrijk zijn, zoals leren omgaan met verschillende situaties.”
Ze heeft al geprobeerd om er met hem over te praten, maar het blijft een lastig onderwerp. “Hij zegt gewoon: ‘Ik wil het niet, mama.’ En wat zeg je dan?”
Ze heeft ook contact gezocht met de school om het probleem aan te kaarten. “Ze waren begripvol, maar ze zeiden ook dat de genderneutrale toiletten hier zijn om te blijven. Het is een beleid dat van bovenaf is ingevoerd, en daar kunnen zij weinig aan veranderen.”
Lisa heeft gemerkt dat andere ouders ook vragen hebben. “Tijdens een ouderavond kwam het onderwerp toevallig ter sprake. Sommige ouders vinden het geweldig dat de school vooruitstrevend is, maar anderen, zoals ik, zien dat het voor sommige kinderen gewoon niet werkt.”
Een zoektocht naar oplossingen
Lisa overweegt nu om met haar zoon te kijken naar alternatieven. “Misschien kan hij een andere wc gebruiken, zoals die in het lerarenhok, of alleen tijdens bepaalde uren naar de wc gaan. Maar ik wil hem ook niet het gevoel geven dat hij ‘anders’ is of dat hij iets verkeerd doet.”
Ze denkt ook na over het gesprek dat ze met hem moet voeren.
“Ik wil hem uitleggen waarom deze verandering is doorgevoerd, maar ik wil ook dat hij weet dat zijn gevoelens geldig zijn. Het is belangrijk dat hij begrijpt dat hij mag aangeven waar hij zich ongemakkelijk bij voelt.”
Ondertussen blijft de situatie moeilijk. “Het doet pijn om te zien dat hij worstelt met iets waar ik geen directe oplossing voor heb,” zegt Lisa met een droevige blik. “Als ouder wil je je kind beschermen, maar soms weet je gewoon niet hoe.”
Hoe het verder gaat
Voor Lisa is dit geen zwart-wit verhaal. Ze wil het beste voor haar zoon, maar ze begrijpt ook waarom de school heeft gekozen voor genderneutrale toiletten. “Ik ben helemaal voor inclusiviteit en het creëren van een veilige omgeving voor iedereen. Maar ik wil niet dat mijn zoon zich daar ongemakkelijk of onveilig door voelt.”
Ze hoopt dat meer scholen in gesprek gaan met ouders en kinderen over dit soort veranderingen. “Misschien zijn er manieren om deze situaties aan te pakken zonder dat kinderen zich zo verloren voelen,” zegt ze. “Want uiteindelijk gaat het erom dat iedereen zich op school thuis voelt, toch?”