Lisanne heeft het zwaar met een situatie die steeds ongemakkelijker aanvoelt: haar man, Koen, verzamelt blikjes. Wat ooit begon als een onschuldige hobby is in haar ogen uit de hand gelopen. Ze durft er nauwelijks over te praten zonder een rode kleur op haar gezicht.
“Elke keer als ik hem met zo’n tas vol blikjes zie lopen, schaam ik me diep vanbinnen,” vertrouwt ze haar vrienden toe. Maar die schaamte gaat verder dan alleen het ongemak van zijn gewoonte. Ze is bang dat de mensen om hen heen verkeerde conclusies trekken over hun leven en financiële situatie.
“Ik ben gewoon bang dat mensen denken dat hij een zwerver is,” geeft Lisanne toe, terwijl ze vertelt hoe Koen geregeld met een rugzak vol blikjes thuiskomt na een wandeling door het park. “Het voelt alsof we in een slechte film leven.
Hij loopt er zo tevreden bij, maar ik zie alleen maar mensen vreemd naar hem kijken.” Ze vraagt zich soms af of hij zich wel bewust is van hoe anderen hem zien. Ze weet dat hij het verzamelen als iets onschuldigs beschouwt, maar voor haar is het een groeiende bron van schaamte en ongemak.
Haar angst werd werkelijkheid toen een vriendin op een dag niet meer kon zwijgen en voorzichtig vroeg: “Hebben jullie het financieel zo krap dat Koen nu zelfs blikjes moet verzamelen?”
De vraag sneed diep. Hoewel ze wist dat de vriendin het niet slecht bedoelde, voelde Lisanne de schaamte in al haar vezels. “We hebben het helemaal niet krap, maar wat moet je dan zeggen?” herinnert ze zich, nog steeds ongemakkelijk bij het idee dat mensen hen misschien als armlastig zien.
Lisanne weet dat Koen het doet omdat hij een verzamelaarsmentaliteit heeft. Hij vindt het leuk om dingen compleet te maken, of dat nu postzegels zijn, oude boeken, of in dit geval lege blikjes.
“Hij ziet er de waarde van in die ik echt niet begrijp,” verzucht ze. “Elke keer zegt hij: ‘Ach, het is toch duurzaam? Beter dat ik ze opruim dan dat ze op straat blijven liggen.’ Maar dat helpt niet tegen mijn gevoel van schaamte.”
De situatie leidt ook regelmatig tot discussies tussen de twee. Lisanne heeft hem al meerdere keren gevraagd om ermee te stoppen, of op zijn minst te minderen. Maar Koen is koppig en ziet er geen probleem in.
“Hij zegt dan: ‘Het is gewoon een hobby, waarom maak jij je zo druk?’ Maar het voelt voor mij alsof hij niet begrijpt wat het met mij doet,” zegt ze met een mengeling van frustratie en verdriet. “Het lijkt wel alsof hij liever zijn blikjes verzamelt dan rekening houdt met mijn gevoelens.”
Ondanks haar schaamte probeert Lisanne het gedrag van Koen soms goed te praten. Hij zorgt immers goed voor hen en er ontbreekt hen niets. Koen heeft een vaste baan en zet zich in voor het gezin. “Maar zelfs dat maakt het niet makkelijker,” legt Lisanne uit.
“Elke keer als ik denk dat ik eroverheen ben, zie ik hem weer met zo’n tas vol rommel lopen. En dan is al die schaamte weer terug.”
Het moeilijkste voor Lisanne is dat ze zich alleen voelt in deze situatie. “Mensen begrijpen niet hoe ongemakkelijk dit voor mij is,” zegt ze. “Als ik erover begin, lachen ze het weg of zeggen ze dat het wel meevalt. Maar ik ben degene die naast hem loopt als hij die blikjes naar het recyclingpunt brengt.”
Hoewel Lisanne geen makkelijke oplossing ziet, blijft ze hopen dat Koen ooit inziet wat zijn hobby met haar doet. Ze wil het liefst dat hij er helemaal mee stopt, maar ze weet ook dat hij zich moeilijk laat overtuigen. “Misschien moet ik het gewoon accepteren,” zegt ze met een zucht. “Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.”