Steeds vaker mengen grote bedrijven zich in maatschappelijke thema’s. Inclusiviteit, duurzaamheid en diversiteit worden volop gepromoot – ook via simpele, dagelijkse producten zoals boodschappentassen. Albert Heijn besloot recent regenboogtasjes aan te bieden, bedoeld als steunbetuiging aan de lhbtqi+ gemeenschap.

Maar niet iedereen juicht dat toe. Een alledaagse boodschap doen veranderde ineens in een ongemakkelijke situatie, vooral voor klanten die niet per se een boodschap via hun boodschappentas willen uitdragen.
Een man die geen zin had om met een regenboogtas naar buiten te lopen, bedacht daar zijn eigen – opvallende – oplossing voor. En dat zorgde voor heel wat gespreksstof.
Regenboogkleuren steeds zichtbaarder in het straatbeeld
Wie door een Nederlandse stad loopt, kan er niet meer omheen. Oversteekplaatsen, bushokjes, vuilnisbakken en nu ook boodschappentassen zijn voorzien van regenboogkleuren. Het is bedoeld als een zichtbaar signaal: hier is iedereen welkom, ongeacht geaardheid of identiteit.
Albert Heijn doet daar graag aan mee en biedt nu uitsluitend regenboogtassen aan bij sommige vestigingen. Vanuit het hoofdkantoor wordt dit gezien als een manier om inclusiviteit uit te dragen. Toch roept die aanpak gemengde reacties op.
Voorstanders vinden het een prachtig gebaar. Tegenstanders vragen zich af of boodschappen doen politiek of ideologisch gekleurd moet zijn. Want waar ligt de grens? En mag je nog kiezen voor iets neutraals?
Niet iedereen loopt graag met een statementtas rond
De regenboogvlag is wereldwijd bekend als symbool van diversiteit en gelijkheid. Maar het is en blijft een symbool. En symbolen dragen altijd een lading.
Sommige klanten voelen zich daar ongemakkelijk bij. Niet per se omdat ze iets tegen inclusiviteit hebben, maar omdat ze het gevoel hebben gedwongen te worden om een standpunt uit te dragen – simpelweg omdat ze hun tas zijn vergeten.
In een tijd waarin bijna alles voorzien is van een boodschap, groeit de behoefte bij sommige mensen aan eenvoud en neutraliteit. Niet iedere klant wil boodschappen doen met een tas die iets uitstraalt over zijn of haar overtuigingen, of die juist vragen oproept waar die persoon niets mee te maken wil hebben.
De creatieve oplossing van één klant gaat viraal
In een Albert Heijn-filiaal waar enkel regenboogtasjes werden verkocht, kwam een man tot een opvallende actie. In plaats van met een gekleurde tas de winkel uit te lopen, besloot hij zijn boodschappen zelf in te pakken – in oude kranten.
Zijn pasta, fruit en blikjes werden netjes gewikkeld in het ochtendnieuws, en hij liep zonder tasje de winkel uit.
Zijn actie werd door een omstander vastgelegd en op sociale media gedeeld. Binnen no-time gingen de beelden viraal. De meningen daarover liepen flink uiteen.
Sommigen vonden het overdreven of zelfs kleingeestig. Anderen zagen er juist een originele manier in om een persoonlijke grens aan te geven, zonder woorden, zonder ruzie, maar gewoon op zijn eigen manier.
Is het oké om geen regenboogtas te willen?
Deze vraag leeft bij veel mensen. In een wereld die steeds socialer, inclusiever en uitgesprokener wordt, lijkt het alsof neutraliteit verdwijnt. Wie niet actief een gebaar maakt, krijgt al snel het verwijt dat hij tegen iets is. Maar is dat eerlijk?
De man in kwestie koos er niet voor om luid protest te voeren of anderen lastig te vallen. Hij wilde gewoon geen tas met een boodschap die niet bij hem past. En daar is niks mis mee. Niet iedereen voelt zich prettig bij symboliek, en authenticiteit is voor velen minstens zo belangrijk als idealisme.
Het punt dat hij maakte, was dan ook niet per se anti-inclusief. Het was eerder een pleidooi voor keuzeruimte. Waarom zou je als klant niet gewoon kunnen kiezen tussen verschillende soorten tassen – met of zonder boodschap?
Bedrijven balanceren tussen commercie en activisme
Albert Heijn is niet de enige die zich verbindt aan maatschappelijke thema’s. PostNL heeft bussen met regenboogdesigns, banken sponsoren Pride-events, en zelfs verzekeraars laten in campagnes zien dat ze ‘open minded’ zijn.
Die maatschappelijke betrokkenheid is vaak oprecht, maar heeft ook een commercieel motief. Merken die zich progressief positioneren, hopen op sympathie van de consument. Maar dat werkt niet altijd in hun voordeel. Sommige klanten voelen zich juist uitgesloten als ze niet willen meedoen aan het publieke statement.
De hamvraag is: waar ligt de grens tussen maatschappelijk betrokken zijn en mensen in een bepaalde richting duwen?
Wat zegt dit over hoe we met elkaar omgaan?
De regenboogtasjes-discussie lijkt op het eerste gezicht onschuldig, maar raakt aan iets groters. Het gaat over vrijheid van keuze, over hoe we omgaan met sociale druk en over het recht om ergens niets van te vinden – zonder daar op afgerekend te worden.
De man met de krant toonde aan dat je ook met een klein gebaar een punt kunt maken. Zonder anderen te beledigen of te schofferen. Hij liet simpelweg zien: ik kies mijn eigen weg. En misschien is dat wel de belangrijkste boodschap in dit hele verhaal.
De balans tussen boodschap en gemak
De meeste mensen willen gewoon boodschappen doen, zonder politiek, zonder statements, zonder ongemak. Natuurlijk is het goed dat bedrijven hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Maar dat mag nooit ten koste gaan van de vrijheid van de klant.
Als de enige tas die je kunt kopen voorzien is van een uitgesproken boodschap, dan wordt dat geen keuze meer – maar een verplichting. En dat voelt voor sommigen onprettig.
De oplossing? Geef de klant een optie. Bied regenboogtasjes aan, maar zorg dat er ook een neutrale variant beschikbaar.





