Marco (42) werkt al bijna vijftien jaar als vuilnisman. Terwijl hij elke dag trots naar zijn werk gaat, heeft hij de laatste tijd gemerkt dat zijn kinderen daar anders over denken. Ze zijn inmiddels tieners en lijken zich steeds vaker te schamen voor het beroep van hun vader.
Marco voelt dit natuurlijk, maar hij laat zich niet ontmoedigen. Voor hem is het werk dat hij doet waardevol en hij draagt bij aan de samenleving, ook al zien zijn kinderen dat nu nog niet zo.
Marco vertelt dat zijn kinderen vaak afwerende reacties geven als hij vraagt hoe hun dag was of als ze met hun vrienden praten over beroepen. Ze lijken te aarzelen wanneer iemand vraagt wat hun vader doet. Hij merkt hoe ze stil worden, of proberen het gesprek een andere kant op te sturen.
In het begin deed dat hem pijn, maar nu begrijpt hij het beter. Tieners zitten in een fase waarin ze zichzelf willen bewijzen en vaak gevoelig zijn voor wat anderen denken.
De maatschappij plaatst bepaalde beroepen vaak op een voetstuk, terwijl andere beroepen, zoals dat van vuilnisman, minder waardering krijgen. Marco ziet dit dagelijks. Mensen kijken soms op hem neer of geven hem zelfs vieze blikken wanneer hij door de straten rijdt in de vuilniswagen.
Maar voor Marco is dit werk noodzakelijk en respectabel. Het is niet alleen zwaar werk, maar het draagt ook bij aan de netheid en leefbaarheid van de stad. Zonder vuilnismannen zouden de straten er heel anders uitzien, iets wat velen lijken te vergeten.
Hij legt uit dat het werk fysiek zwaar is. Vroeg opstaan, lange uren maken en in weer en wind door de stad rijden om het afval op te halen is niet altijd makkelijk. Toch haalt hij er veel voldoening uit. Iedere keer als de straten weer schoon zijn, voelt hij trots.
Het geeft hem een gevoel van voldoening dat hij iets concreets bijdraagt aan de gemeenschap. Hij ziet zichzelf als een onmisbare schakel in het systeem, en terecht.
Wat Marco vooral stoort, is de ongelijkheid in hoe verschillende beroepen worden gezien. Hij heeft vrienden die werken in kantoren en die meer aanzien lijken te krijgen, simpelweg omdat ze een pak dragen naar hun werk.
Terwijl Marco in zijn overall misschien minder indrukwekkend lijkt, is zijn werk net zo belangrijk. Het draait niet om de status van een baan, maar om de impact die het heeft op de maatschappij.
Hij heeft geprobeerd dit ook aan zijn kinderen uit te leggen. Hij vertelt ze dat een baan niet bepaald wie je bent, maar hoe je je werk doet, en of je trots bent op wat je doet. Het maakt niet uit of je een directeur bent, een leraar, of een vuilnisman, als je je werk met toewijding en eergevoel doet.
Voor Marco is het belangrijk dat zijn kinderen dit begrijpen. Hij wil dat ze leren dat elk beroep waarde heeft en dat je trots kunt zijn op wat je doet, zolang je er je best voor doet.
Het is niet altijd makkelijk om deze lessen over te brengen aan tieners. Ze zitten in een fase waarin ze zich vooral willen conformeren aan hun leeftijdsgenoten en waar groepsdruk een grote rol speelt. Marco begrijpt dat.
Hij was zelf ooit een tiener en weet hoe moeilijk het kan zijn om je eigen weg te vinden. Toch blijft hij proberen. Hij wil dat zijn kinderen leren om met respect naar alle beroepen te kijken en niet te snel oordelen.
Hij vertelt dat hij vroeger zelf niet altijd zeker wist wat hij wilde doen. Hij heeft verschillende banen geprobeerd voordat hij besloot vuilnisman te worden. Wat begon als een tijdelijke baan, groeide uit tot een vaste functie waarin hij zijn plek vond.
Marco heeft geleerd dat het niet uitmaakt wat je doet, zolang je er maar met trots en inzet in staat.
De schaamte van zijn kinderen raakt hem soms nog steeds, maar hij hoopt dat ze op een dag inzien hoe belangrijk zijn werk eigenlijk is.
Hij blijft geduldig en probeert ze te laten zien dat succes niet altijd betekent dat je een hoog salaris hebt of in een kantoor werkt. Succes is ook trots kunnen zijn op jezelf, je werk en de bijdrage die je levert aan de samenleving.
Marco sluit af met een glimlach. Ondanks alles blijft hij positief. Hij weet dat hij zijn werk met trots doet en dat hij een belangrijk onderdeel is van de gemeenschap. Op een dag, hoopt hij, zullen zijn kinderen dat ook begrijpen.
En tot die tijd blijft hij zijn werk doen, elke dag weer, met opgeheven hoofd en de wetenschap dat hij een verschil maakt.