Mariska is 43 jaar en moeder van twee kinderen. Ze werkt fulltime in de zorg, maar toch komt ze elke maand tekort. “Ik sta standaard rood tegen het einde van de maand,” zegt ze met een gefrustreerde zucht. “Het is gewoon niet meer te doen met deze prijzen. Alles is duurder geworden, van boodschappen tot energie, en mijn salaris groeit niet mee.”
Het probleem van Mariska is herkenbaar voor steeds meer mensen. De stijgende kosten van levensonderhoud maken het moeilijk om rond te komen, zelfs voor mensen met een vaste baan. “Ik werk keihard,” vertelt Mariska.
“Maar als ik mijn boodschappen doe, zie ik de prijzen van de meest simpele dingen omhoogschieten. Brood, melk, groente – alles kost nu twee keer zoveel als een paar jaar geleden.”
Ze laat haar bonnetje zien van een recente boodschappenronde. “Dit is wat ik nodig had voor een week,” zegt ze terwijl ze naar het totaalbedrag wijst: €125.
“En dat is dan zonder luxe producten. Gewoon basisdingen zoals rijst, aardappelen en groenten. Het voelt alsof je een fortuin moet uitgeven om gezond te eten.”
Maar het zijn niet alleen de boodschappen. Mariska wijst op haar energierekening.
“Die is ook door het dak gegaan. Vorig jaar betaalde ik rond de €150 per maand. Nu is dat bijna verdubbeld. Ik ben constant bezig om de thermostaat laag te houden en apparaten uit te zetten, maar het lijkt niet te helpen.”
Mariska probeert te besparen waar ze kan, maar het voelt als dweilen met de kraan open. “Ik koop minder nieuwe kleding voor mezelf en de kinderen. Ik probeer minder vaak de auto te gebruiken. Maar zelfs dat helpt niet genoeg. Aan het einde van de maand is het saldo altijd negatief, en dan krijg ik ook nog eens rente over dat tekort.”
Wat haar het meest frustreert, is dat er weinig hulp lijkt te zijn voor mensen zoals zij.
“Ik verdien te veel om in aanmerking te komen voor toeslagen, maar te weinig om comfortabel te kunnen leven. Het voelt alsof de middenklasse steeds verder wordt uitgeknepen.”
De financiële stress begint ook een tol te eisen op haar mentale gezondheid. “Ik lig er wakker van,” geeft ze toe.
“Elke maand opnieuw die spanning: hoe ga ik het redden? Wat als er een onverwachte uitgave komt, zoals een kapotte wasmachine of een rekening die ik vergeten ben? Het is uitputtend.”
Mariska is niet de enige die zich in deze situatie bevindt. Volgens recente cijfers van het Nibud staan steeds meer Nederlanders rood, en het zijn niet alleen mensen met een laag inkomen. Zelfs huishoudens met twee inkomens hebben moeite om de eindjes aan elkaar te knopen.
“Ik hoor het ook van mijn collega’s,” vertelt Mariska. “Iedereen heeft het erover hoe duur alles is geworden. Vroeger kon je met een week boodschappen nog wat lekkers meenemen. Nu ben je blij als je alleen de basics kunt betalen.”
Ze voelt zich soms schuldig tegenover haar kinderen. “Ik wil dat ze een fijne jeugd hebben, maar ik moet steeds vaker nee zeggen als ze iets vragen. Dat doet pijn als moeder. Maar wat moet ik anders? Het geld groeit niet aan de bomen.”
Mariska heeft een duidelijke boodschap voor de overheid. “Er moet echt iets veranderen. De prijzen blijven maar stijgen, maar onze salarissen blijven achter. Mensen zoals ik kunnen het niet meer aan. Hoe moet dit verder?”
Ze kijkt somber voor zich uit. “Ik ben bang voor de toekomst. Als het nu al zo moeilijk is, hoe gaat het dan over een paar jaar? Ik wil niet dat mijn kinderen opgroeien in een wereld waarin alles draait om overleven in plaats van leven.”
Ondanks alles blijft Mariska vechten. “Ik probeer hoop te houden,” zegt ze zacht. “Voor mezelf, maar vooral voor mijn kinderen. Zij verdienen een betere toekomst. En daar blijf ik voor knokken, hoe moeilijk het ook is.”