Mirjam, 48 jaar, kan het nauwelijks bevatten: haar kind is gezakt voor de examens. Waar veel ouders op zo’n moment vooral begripvol en bemoedigend zijn, worstelt zij met een onverwacht gevoel van schaamte. “Ik dacht altijd dat dit iets was waar je als ouder trots over praat,” geeft ze eerlijk toe.
Het nieuws sloeg in als een bom in haar familie, en het heeft haar flink aan het denken gezet. “Ik voel me alsof ik zelf gezakt ben,” zegt Mirjam, die dit alles eigenlijk heel lastig vindt om hardop te erkennen. “Ik weet dat ik het niet op mezelf moet betrekken, maar toch voelt het als mijn falen.”
Ze legt uit dat haar zoon, Lars, hard heeft gewerkt voor zijn examens, maar uiteindelijk net niet de cijfers haalde die nodig waren. “Het was echt niet dat hij er niets voor deed,” benadrukt Mirjam. “Maar toch was er misschien altijd iets in mij dat dacht dat we dit soort teleurstellingen wel zouden kunnen vermijden.”
Als moeder had ze onbewust hoge verwachtingen; ze had gehoopt dat Lars door zijn harde werk de examens moeiteloos zou doorstaan, en dat de feestelijke dag van het slagen binnen handbereik lag. Dat deze droom voor haar zoon én voor haarzelf nu uit elkaar is gespat, raakt haar diep.
Wat misschien nog het meeste knaagt, is de druk die Mirjam – waarschijnlijk onbewust – op zichzelf en haar kind heeft gelegd. “Je ziet al die ouders op Facebook die trots vertellen dat hun kind is geslaagd,” zegt ze. “Het lijkt wel alsof iedereen het fluitend haalt, en ik sta hier nu met lege handen. Het voelt alsof ik gefaald heb, alsof ik iets niet goed heb gedaan.”
Haar eigen omgeving is hierin niet altijd helpend geweest. “Ik krijg vragen van familieleden en vrienden, en hoewel de meeste mensen aardig en begripvol reageren, zijn er ook altijd die meewarige blikken die me vertellen dat ze misschien ook wel denken dat ik tekortgeschoten ben.”
Toch is Mirjam ook realistisch en probeert ze, ondanks de teleurstelling, perspectief te houden. Ze weet dat het zakken voor een examen niet het einde van de wereld hoeft te zijn.
“Ik herinner mezelf er telkens aan dat Lars nog zoveel andere talenten heeft,” zegt ze. “Maar ja, op zo’n moment denk je vooral aan wat je anders had kunnen doen. Misschien had ik hem strakker moeten begeleiden, of hem meer moeten stimuleren om nog harder te studeren.”
Wat Mirjam misschien het meest frustreert, is dat ze niet kan veranderen hoe ze zich voelt. Het besef dat dit een leerproces is, niet alleen voor haar zoon maar ook voor haarzelf, geeft haar een mengeling van frustratie en opluchting. “Ik wil hem laten zien dat dit niet het einde van de wereld is, maar het kost mij evenveel moeite om dat te voelen.”
Ze herkent nu ook dat haar eigen schaamte en teleurstelling vaak te maken hebben met wat anderen zouden kunnen denken. “Die trots die je als ouder graag uit wil stralen – dat ligt voor mij niet in een rapportcijfer. Dat wist ik ergens wel, maar nu wordt het ook echt getest.”
Het is een leerproces om te beseffen dat een mislukking niet automatisch alles zegt over haar eigen vaardigheden als ouder. Ze heeft besloten om dit moment juist aan te grijpen om open met Lars te praten. “Ik wil niet dat hij het idee krijgt dat ik minder van hem hou omdat hij gezakt is.
Het is maar een toets, dat weet ik heus wel. Maar tegelijkertijd wil ik ook eerlijk naar mezelf zijn over die schaamte. Ik kan dat gevoel pas echt loslaten als ik het erken,” legt ze uit.
Mirjam heeft inmiddels met Lars besloten dat hij in het nieuwe jaar het opnieuw zal proberen, maar dit keer met een andere aanpak. “We hebben samen besproken dat hij een jaar gaat gebruiken om niet alleen die toetsen opnieuw te maken, maar ook om te ontdekken wat hij echt wil,” vertelt Mirjam.
Ze voelt zich opgelucht en vastberaden om hem hierin te ondersteunen, zonder druk te leggen op het eindresultaat. “Als hij uiteindelijk maar gelukkig is – dat is nu wat ik mezelf vertel.”
Hoewel het voor haar lastig is om de teleurstelling van dit moment los te laten, blijft Mirjam vastberaden om het positieve te omarmen. “Het heeft me doen inzien dat mijn trots als ouder niet afhangt van een cijfer of een diploma, maar van de band die ik met mijn kind heb en de lessen die we samen leren,” besluit ze.