Op een drukke zaterdagmiddag in de stad loopt een jonge moeder met haar dochter aan de hand. Of eigenlijk, niet helemaal aan de hand. Want om het middel van het meisje zit een tuigje met een riempje eraan vast. Alsof ze een hondje uitlaat.
Omstanders kijken verbaasd en een paar tieners beginnen te lachen. Eén van hen blaft zelfs hardop. De moeder doet alsof ze niets hoort, maar aan haar strakke gezicht is te zien dat het haar raakt.
Waarom kiest iemand ervoor om haar kind aan een riem te laten lopen? Is dat niet zielig? Het roept vragen op. Mensen kijken haar na, fluisteren onderling en soms hoort ze zelfs bitsige opmerkingen. “Dat arme kind,” mompelt een oudere dame tegen haar vriendin.
Maar wat niemand ziet, is wat er gebeurt als dat riempje er niet zou zijn. Dit is niet zomaar een kind dat gezellig meewandelt en af en toe stilstaat om iets interessants te bekijken.
Nee, dit is een meisje dat, zodra ze de kans krijgt, zomaar de straat over zou steken, een winkel in zou rennen of misschien zelfs achter een fietser aan zou gaan. Het is een meisje dat de wereld om haar heen niet altijd goed begrijpt en prikkels anders verwerkt.
“Het is niet zo dat ik haar aan een riem wil hebben,” zegt de moeder als ze later thuis vertelt over de nare reacties. “Maar ik moet haar veilig houden.
Ze ziet een vogel en rent er gewoon achteraan. In één seconde kan ze al midden op de weg staan. Ik kan haar hand niet altijd stevig genoeg vasthouden, en het tuigje geeft ons beiden wat vrijheid.”
De moeder legt uit dat ze dit niet zomaar heeft bedacht. Het was niet alsof ze dacht: ‘Oh, laat ik mijn kind eens als een hondje behandelen.’ Ze had van alles geprobeerd: striktere regels, vaker praten over gevaar, haar hand altijd vasthouden.
Maar niets werkte. En toen hoorde ze van andere ouders met kinderen die, net als haar dochter, niet stil konden blijven staan. Kinderen die zich losrukken, die weg willen. Ze las over tuigjes en dacht: misschien moet ik dat gewoon proberen.
“Eerst voelde ik me echt een slechte moeder,” bekent ze. “Ik had er moeite mee. Het voelde zo raar, alsof ik haar niet vertrouwde. Maar het ging niet om vertrouwen, het ging om veiligheid. En toen ik eenmaal merkte dat het haar rust gaf, dat ze met dat tuigje gewoon kon lopen zonder steeds tegengehouden te worden, wist ik dat dit voor ons werkte.”
Haar dochter lijkt er zelf geen last van te hebben. Ze huppelt vrolijk naast haar moeder, maakt kleine sprongetjes en wijst naar alles wat ze ziet. Het riempje lijkt haar niet te deren, alsof het gewoon bij haar hoort. Misschien is dat ook wel zo: een stukje extra vrijheid in plaats van constant die drukkende hand om haar pols.
Ondanks alles blijven de reacties gemengd. “Ik heb mensen gehad die me uitmaakten voor dierenbeul. Maar er was ook een vrouw die naar me toe kwam en zei: ‘Wat goed van je. Mijn zoontje is ook zo. Het tuigje heeft ons zoveel geholpen.’ Ik denk dat mensen vaak niet snappen wat erachter zit. Ze zien alleen wat er op dat moment gebeurt, niet waarom.”
Toch is het niet alleen de veiligheid die telt. Voor de moeder is het ook belangrijk dat haar dochter zich vrij voelt. Ze weet dat het kind snel overprikkeld raakt en soms gewoon moet bewegen. Het tuigje maakt het mogelijk om haar los te laten zonder dat er paniek uitbreekt. “Als ik haar hand loslaat, kijkt ze me vaak vragend aan. Met het tuigje heeft ze meer ruimte om te ontdekken.”
Sommige ouders in dezelfde situatie herkennen het probleem maar kiezen toch voor andere oplossingen, zoals een buggy of een kinderwagen. “Maar mijn dochter wil juist lopen. Ze wil zelf stappen zetten, niet geduwd worden. Het is voor haar echt een overwinning als ze zelf ergens naartoe kan lopen. Die glimlach op haar gezicht als ze dat riempje ziet… Het breekt mijn hart als mensen daarover oordelen.”
Er is ook kritiek vanuit de opvoedkundige hoek. Sommige pedagogen vinden het gebruik van een tuigje te betuttelend en stellen dat kinderen juist moeten leren om aan de hand te lopen. De moeder begrijpt die visie, maar ziet het anders.
“Natuurlijk wil ik dat ze leert om aan mijn hand te lopen. Maar als dat nu nog niet lukt, wat is dan het alternatief? Haar binnenhouden? Continu in een buggy zetten? Nee, ik wil dat ze de wereld ontdekt, op haar manier.”
Op het schoolplein wordt er soms ook gefluisterd. De moeder weet het, maar probeert er niet te veel op te letten. “Ik wil geen discussie voeren.
Ik wil gewoon dat mijn dochter veilig is en een beetje vrijheid ervaart. Het is niet ideaal, maar het is wat voor ons werkt. En ik denk dat andere ouders ook meer begrip zouden hebben als ze wisten wat er echt speelde.”
Inmiddels heeft ze geleerd om de negatieve reacties van zich af te laten glijden. Ze weet dat haar beslissing niet altijd begrepen wordt, maar houdt vast aan wat voor hen werkt.
Als haar dochter met een grote glimlach aan de riem huppelt, weet ze dat dit de juiste keuze is. Soms is moederschap gewoon kiezen voor wat werkt, hoe ongebruikelijk het ook lijkt.