De nieuwste cijfers van opiniepeiler Maurice de Hond zorgen voor flink wat opschudding in Den Haag.
Hoewel de PVV van Geert Wilders virtueel de grootste partij blijft, schetst De Hond in zijn analyse een opvallend en somber scenario voor de partij: een minimale daling van slechts een paar zetels kan er al voor zorgen dat de PVV buiten het kabinet wordt gehouden.
Een zogenoemd ‘breed middenkabinet’ zou dan de macht kunnen grijpen, geleid door D66 en CDA, met steun van VVD, BBB en JA21.
PVV nog steeds aan kop, maar met risico’s
Volgens de meest recente peiling van De Hond staat de PVV op 28 virtuele zetels – een indrukwekkende score die de partij voorlopig op de eerste plaats houdt.
Toch is die voorsprong minder geruststellend dan het lijkt. De Hond wijst erop dat een lichte terugval, bijvoorbeeld naar 25 zetels, genoeg kan zijn om andere partijen de kans te geven de formatie volledig over te nemen.
Die paar zetels verschil kunnen dus het verschil maken tussen regeringsdeelname en uitsluiting. In dat geval zouden D66 en CDA het voortouw nemen, samen met de VVD als bestuurlijke factor, aangevuld met BBB en JA21 om het geheel een rechtser profiel te geven.
De PVV zou dan, ondanks een mogelijke verkiezingszege, opnieuw buiten de coalitie blijven.
Het gevaar van een middenkabinet
De Hond omschrijft het mogelijke resultaat als een “breed middenkabinet” – een coalitie die ogenschijnlijk evenwichtig oogt, maar in werkelijkheid vooral bestaat uit compromissen.
Volgens hem zouden D66 en CDA de koers bepalen, terwijl VVD de bestuurlijke stabiliteit waarborgt. BBB en JA21 zouden slechts beperkte invloed hebben en vooral dienen om het kabinet een rechtse uitstraling te geven.
Dit soort samenwerkingen zijn niet nieuw in Nederland. Ook in eerdere formaties gold dat partijen met voldoende onderlinge overeenstemming de koers bepaalden, zelfs als ze niet de grootste waren.
Wie 76 zetels bij elkaar krijgt, bepaalt de inhoud – en in dat spel kan de PVV zomaar buitenspel staan, ook al behaalt Wilders de meeste stemmen.
PVV als gespreksonderwerp, niet als coalitiepartner
De Hond benadrukt dat de PVV op dit moment het politieke debat domineert. De partij zet de toon, vooral op thema’s als migratie, veiligheid en nationale identiteit.
Toch verwachten veel analisten dat andere partijen afspraken maken om Wilders buiten de formatie te houden. Zowel D66 als CDA en VVD hebben eerder aangegeven moeite te hebben met regeren met de PVV.
Dat betekent dat Wilders weliswaar de grootste kan worden, maar niet automatisch het initiatief krijgt in de formatie. In Nederland geldt immers niet het principe van “de grootste mag regeren”, maar “wie een meerderheid weet te vormen”.
De invloed van campagnetactiek en debatmomenten
Een opvallend punt in De Honds analyse is het belang van zichtbaarheid in de campagne. Volgens hem kunnen keuzes zoals het al dan niet meedoen aan tv-debatten een groot verschil maken in de laatste weken voor de verkiezingen.
Wie een debat overslaat – zoals het RTL-debat – loopt het risico minder zichtbaar te zijn bij kiezers die nog twijfelen.
En juist die groep bepaalt vaak de laatste zetelverschuivingen. Een paar procentpunt minder kan al genoeg zijn om de PVV te laten zakken van 28 naar 25 zetels, en dat zou volgens De Hond precies de deur openen voor een middenkabinet.
Voor strategische kiezers is dit belangrijk om te beseffen. Een stem op de PVV heeft alleen kans van slagen als de partij groot genoeg blijft om de rest te dwingen rekening met haar te houden.
Wat betekent een middenkabinet voor het beleid?
Critici van het mogelijke middenkabinet maken zich zorgen over de beleidsrichting. Zij vrezen dat zo’n coalitie vooral zal inzetten op stabiliteit en compromis, niet op verandering.
Op onderwerpen als migratie, klimaat en Europese samenwerking zullen er waarschijnlijk wel accentverschillen komen, maar geen fundamentele koerswijzigingen. D66, VVD en CDA waren de afgelopen jaren al de partijen die het beleid bepaalden.
Met BBB en JA21 erbij kan de toon iets rechtser worden, maar grote breuken met het huidige beleid zijn onwaarschijnlijk.
Dat betekent dat maatregelen om migratie te beperken of Europese regels terug te dringen waarschijnlijk afgezwakt worden in onderhandelingen.
Ook het klimaatbeleid zal vermoedelijk vooral bestaan uit stapsgewijze aanpassingen in plaats van radicale hervormingen.
Vertrouwen van kiezers op de proef gesteld
De Hond noemt dit geen politieke aardverschuiving, maar een herschikking van macht. Volgens hem blijven de namen misschien veranderen, maar de koers grotendeels hetzelfde.
Voor veel kiezers is dat juist wat het wantrouwen in de politiek voedt: het idee dat hun stem weinig invloed heeft als de grootste partij buiten spel wordt gezet.
Als partijen elkaar vooraf al uitsluiten, lijkt de uitslag van de verkiezingen soms slechts een formaliteit. Toch wijst De Hond erop dat dit ook bij de politieke realiteit hoort.
Coalitievorming in Nederland draait om meerderheden, niet om enkel de grootste worden. Partijen geven bovendien voor de verkiezingen al aan met wie ze wel of niet willen samenwerken.
De beslissende weken richting 29 oktober
De weken tot aan de verkiezingen van 29 oktober zijn cruciaal. Blijft de PVV rond de 28 zetels of groeit de partij zelfs nog verder, dan wordt het moeilijker voor andere partijen om haar buiten te sluiten.
In dat geval komt de druk op D66, CDA en VVD te liggen om hun standpunten te herzien of om snel een alternatief te vormen.
Maar als de PVV zakt naar 25 zetels of minder, zoals De Hond mogelijk acht, dan neemt de kans op een middenkabinet juist sterk toe.
Een samenwerking van D66, CDA, VVD, BBB en JA21 kan dan worden gepresenteerd als een “stabiele meerderheid” met brede steun, ook al vertegenwoordigt ze vooral de gevestigde politiek.
Een complexe formatie in zicht
Welke richting het ook opgaat, één ding lijkt zeker: de formatie na 29 oktober wordt een langdurig en ingewikkeld proces. Een kabinet met vijf partijen betekent maanden onderhandelen over beleid, financiën en machtsverdeling.
Een coalitie mét de PVV zou aan de andere kant politieke moed vragen, omdat meerdere partijen dan moeten breken met eerdere uitsluitingsuitspraken. In beide gevallen dreigt een lange formatie, waarin compromissen de boventoon voeren.
Conclusie: overwinning zonder macht?
De analyse van De Hond schetst een interessant, maar onrustig beeld van de Nederlandse politiek. De PVV kan de verkiezingen winnen en toch buiten het kabinet blijven.
Een middenkabinet met D66 en CDA aan het roer lijkt in dat scenario het meest waarschijnlijk.
Voor de kiezer komt het dus aan op een bekende Nederlandse keuze: wil men echte verandering aan de formatietafel, of toch liever stabiliteit en continuïteit via een coalitie van het midden?
De komende weken zullen bepalen welke richting het land opgaat. Eén ding is duidelijk: elke zetel telt. En voor Wilders en zijn aanhang kan een klein verschil het verschil zijn tussen regeren of opnieuw toekijken vanaf de zijlijn.
Wat denk jij: krijgt de PVV eindelijk een plek in het kabinet, of houden de middenpartijen elkaar opnieuw stevig vast? Laat het weten op onze sociale media – de discussie is pas net begonnen.