De formatie in Den Haag lijkt muurvast te zitten en informateur Sybrand Buma windt er geen doekjes meer om.

Volgens hem is er op dit moment geen zicht op een meerderheid die een stabiel kabinet kan vormen.
Zijn boodschap klinkt hard, maar volgens insiders is het vooral realistisch: partijen schuiven, blokkeren, onderhandelen en dreigen, maar niemand komt écht in beweging. Het gevolg is een politieke situatie die steeds meer begint te lijken op een impasse.
De afgelopen weken zijn talloze gesprekken gevoerd tussen partijleiders en de informateur, maar volgens Buma leveren die gesprekken nog geen concrete resultaten op.
Het vertrouwen tussen partijen is fragiel, compromissen worden nauwelijks gevonden en elke uitspraak lijkt direct politieke spanning te veroorzaken.
De vraag die nu boven de markt hangt: is dit het moment waarop Nederland opnieuw naar de stembus moet?
VVD houdt GroenLinks-PvdA buiten de deur
Een van de grootste blokkades in het formatieproces komt vanuit de VVD. De partij is duidelijk: GroenLinks-PvdA komt niet aan tafel voor een kabinet. Die keuze maakt een brede meerderheidscoalitie vrijwel onmogelijk en zorgt ervoor dat een deel van de opties direct kan worden weggeveegd.
Vooral bij GroenLinks-PvdA valt dat hard. Jesse Klaver sprak na zijn gesprek met Buma met opvallend korte en gespannen reacties.
Volgens aanwezigen was hij duidelijk teleurgesteld, boos zelfs. Hij noemde een minderheidskabinet “een ernstige politieke fout” en waarschuwde dat Nederland behoefte heeft aan stabiele samenwerking, geen wankel compromis.
Wat opviel tijdens zijn persmoment was de lichaamstaal: korte antwoorden, afgemeten houding, nauwelijks oogcontact.
Voor veel politieke volgers voelde het alsof GroenLinks-PvdA voor het eerst openlijk erkent dat de invloed aan het afnemen is.
Minderheidskabinet lijkt kansloos
Op papier lijkt een minderheidskabinet bestaande uit VVD, CDA en D66 een optie, maar ook dat scenario verliest snel potentie. Met slechts 75 zetels is de combinatie afhankelijk van gedoogsteun of ad-hoc afspraken met andere partijen.
Partijen zoals JA21 en GroenLinks-PvdA zijn huiverig voor een model dat afhankelijk is van losse meerderheidsonderhandelingen. Zij willen duidelijke afspraken vooraf, niet per dossier strijd leveren.
Politieke analisten waarschuwen al weken dat een minderheidskabinet tot bestuurlijke instabiliteit kan leiden. Het risico is groot dat beleid vastloopt en dat wetsvoorstellen voortdurend sneuvelen in de Kamer.
JA21 trekt harde lijn
Een opvallende rol is weggelegd voor JA21-leider Joost Eerdmans. Bij zijn bezoek aan Buma was hij duidelijk: zijn partij doet alleen mee aan een coalitie waarin de VVD actief deelneemt. Met andere woorden: zonder VVD geen JA21.
Deze uitspraak verkleint het aantal opties en dwingt de formatie inhoudelijk naar rechts. Eerdmans heeft eerder aangegeven bereid te zijn verantwoordelijkheid te dragen, maar alleen onder voorwaarden die passen bij het mandaat van zijn achterban.
Zijn houding wordt gezien als strategisch sterk, maar zorgt ook voor irritatie bij partijen die hopen op een meer open onderhandelingsproces.
Wilders fileert beleidsschets van D66 en CDA
Geert Wilders was deze week eveneens aan tafel bij Buma. Zijn reactie was fel en onverbloemd. Wilders noemde delen van de voorgestelde koers “schadelijk voor Nederland” en maakte duidelijk dat zijn partij stevige bezwaren heeft tegen immigratiebeleid, klimaatmaatregelen en begrotingskeuzes.
Zijn bijdrage benadrukt opnieuw hoe groot de afstand is tussen partijen die theoretisch zouden kunnen samenwerken. Zelfs wanneer zetelaantallen een coalitie mogelijk maken, staat de inhoudelijke afstand in de weg.
CDA en D66 balanceren tussen richtingen
Het CDA lijkt bereid tot een centrumrechtse samenwerking met JA21 en VVD. De partij verwijst naar de eerdere Kamerperiode waarin samenwerking goed verliep en dossiers vlot konden worden afgehandeld.
D66 is daar minder zeker van. De partij blijft twijfelen of samenwerking met JA21 haalbaar is, vooral vanwege verschillen op klimaat- en mensenrechtengebied.
Toch wil D66 de deur niet volledig sluiten — deels uit politieke noodzaak, deels omdat andere routes lijken te verdwijnen.
Bezuinigingen vergroten angst in Kamer
Een extra obstakel in de formatie zijn de aangekondigde bezuinigingen. Volgens insiders moeten forse financiële keuzes gemaakt worden om het begrotingstekort te beheersen.
Geen enkele partij wil in deze fase met harde maatregelen naar buiten komen, omdat dat direct invloed heeft op hun positie in de achterban — en, vooral, toekomstige verkiezingsuitslagen.
Daarom reageren partijen voorzichtig, afwachtend en soms defensief op financiële voorstellen.
Onvrede groeit zichtbaar in maatschappij
Buiten de politieke arena begint de frustratie in de samenleving toe te nemen. Mensen willen weten hoe het verder gaat met onderwerpen zoals betaalbaarheid, woningnood, zorgdruk en asielstromen.
Op sociale media wordt de toon steeds scherper:
“Wat doen ze daar nou al weken?”
“Formeren is geen hobby, maar een verantwoordelijkheid.”
“Misschien moet het volk opnieuw beslissen.”
Dit soort reacties laat zien dat vertrouwen in de politiek verder afbrokkelt zolang er geen duidelijke richting komt.
Nieuwe verkiezingen worden steeds realistischer
Het scenario dat wekenlang alleen fluisterend werd genoemd, wordt nu openlijk besproken: opnieuw verkiezingen.
Als geen enkel kabinet kan rekenen op stabiele steun, lijkt een nieuwe verkiezingsronde logisch — al weigeren enkele partijleiders die mogelijkheid nog hardop te erkennen.
Voor informateur Buma is het simpel: zolang partijen blijven blokkeren, schuift Nederland alleen maar verder richting stilstand.
Politieke tijd dringt — maar beweging blijft uit
De formatie laat duidelijk zien hoe kwetsbaar en versnipperd het politieke landschap geworden is. Waar vroeger brede coalities mogelijk waren, lijkt nu elke optie ingewikkeld, risicovol of inhoudelijk onmogelijk.
De vraag blijft: wie durft als eerste te bewegen?
Want één ding wordt steeds duidelijker:
Elke keuze heeft gevolgen — maar geen keuze maken heeft er inmiddels net zoveel.
Ondertussen groeit het gevoel dat deze formatie niet draait om samenwerking, maar om het vermijden van verantwoordelijkheid.
Terwijl partijen elkaar publiekelijk bekritiseren en intern strategische afwegingen maken, blijft het land wachten op beslissingen die allang hadden moeten vallen.
Het contrast is pijnlijk: waar burgers elke dag geconfronteerd worden met stijgende kosten, woningnood, druk in de zorg en onzekerheid over de toekomst, lijkt de politiek vooral bezig met positie, framing en machtsbehoud.
Dat voedt niet alleen frustratie, maar ook wantrouwen in het politieke systeem zelf.
Als deze impasse nog weken duurt, zal de vraag niet langer zijn of er nieuwe verkiezingen komen, maar of de politieke geloofwaardigheid daarna nog te herstellen is.





