Renate Eringa, de huidige algemeen directeur van de NOS, heeft in 2024 een opvallend hoog salaris ontvangen: meer dan 28.800 euro per maand. Dat roept nogal wat vragen op, zeker omdat de publieke omroep grotendeels met belastinggeld wordt betaald en er een wettelijk maximum geldt voor topinkomens in de (semi-)publieke sector. Toch stelt de NOS dat er niets mis is. Hoe zit dat precies?
Interim-constructie biedt meer ruimte voor hoge beloning
Volgens de Wet Normering Topinkomens (WNT) mogen gewone bestuurders van publieke instellingen in 2024 maximaal 233.000 euro per jaar verdienen. Dat komt neer op ongeveer 19.400 euro per maand.
Maar Eringa kreeg als interimmer veel meer: gemiddeld 28.800 euro per maand. Dat lijkt een forse overschrijding, maar omdat ze werd ingehuurd als zelfstandige interimmer, golden er andere regels.
Voor interimmers ligt het beloningsplafond hoger. In de eerste zes maanden mag een interimmer tot 30.800 euro per maand verdienen, daarna maximaal 23.400 euro per maand. In totaal zou Eringa voor zeven maanden maximaal 208.200 euro mogen ontvangen volgens die regels.
Ze kwam met haar ruime twee ton dus net onder dat maximum uit. Juridisch klopt het dus, maar het blijft op z’n minst opvallend.
Was Eringa wel écht een interimmer?
Wat de zaak pas echt interessant maakt, is het moment waarop Eringa officieel werd benoemd als algemeen directeur. In oktober 2024 kreeg ze een contract voor drie jaar.
Daarmee werd haar rol dus permanent. Toch bleef de NOS haar ook in de laatste maanden van het jaar betalen volgens de hogere interim-tarieven.
In het jaarverslag van de NOS staat ze bovendien niet meer als ‘interim-directeur’ vermeld, maar gewoon als algemeen directeur. Dat roept de vraag op: waarom bleef ze dan wel als interimmer betaald worden?
Volgens experts zoals hoogleraar integriteit Rob van Eijbergen is dat vreemd. “Je bent óf interimmer, óf je hebt een vast dienstverband. In dat laatste geval geldt het WNT-plafond voor gewone bestuurders.”
NOS houdt vast aan juridische juistheid
De NOS zelf blijft erbij dat alles volgens de regels is verlopen. Een woordvoerder zegt dat het beloningsbeleid volledig is afgestemd op de geldende wet- en regelgeving.
De externe accountant zou het gecontroleerd hebben, en ook het Commissariaat voor de Media houdt toezicht. Toch blijven de vragen bestaan: als iemand vanaf oktober een vast contract heeft, waarom blijft dan de hogere interim-beloning gelden?
Opvallend is ook dat de NOS geen duidelijk antwoord geeft op de vraag wat Eringa inmiddels verdient sinds januari. Krijgt ze nu het lagere salaris dat hoort bij een vaste bestuurder? Of blijft ze – op papier of in de praktijk – interimmer?
De omroep verschuilt zich achter privacyregels en zegt dat het jaarverslag voldoende transparantie biedt.
Tegengeluiden uit de hoek van toezicht en beleid
Het ministerie van Binnenlandse Zaken wil geen inhoudelijk commentaar geven en verwijst naar het Commissariaat voor de Media.
Die organisatie beoordeelt pas ná 1 mei of het salarisbeleid van instellingen correct is toegepast, als alle jaarrekeningen binnen zijn. Op dit moment wil de toezichthouder dan ook nog geen uitspraken doen over de zaak.
Wat pikant is: Eringa zelf was in 2022 nog interim-collegevoorzitter bij het Commissariaat. In die rol gaf zij opdracht tot een onderzoek naar de naleving van de WNT binnen de publieke omroep, omdat er signalen waren dat de regels werden omzeild.
Dat zij nu zelf onder vuur ligt vanwege een mogelijk creatieve interpretatie van diezelfde regels, maakt de situatie dubbel gevoelig.
Belastinggeld en bezuinigingen maken het extra wrang
Dat dit allemaal gebeurt bij een organisatie die deels met publiek geld wordt gefinancierd, maakt het gevoeliger. Het kabinet wil vanaf 2027 flink bezuinigen op de publieke omroep, met een geplande besparing van 150 miljoen euro.
Dat voedt de discussie: hoe kan het dat er zoveel geld beschikbaar is voor topbeloningen, terwijl er aan de andere kant forse kortingen dreigen op de programmering?
Voor veel mensen voelt het wrang. De publieke omroep is er voor iedereen, en zou zorgvuldig met belastinggeld moeten omgaan.
Als een directeur dan tonnen ontvangt via een constructie die nét binnen de lijntjes kleurt, roept dat vanzelfsprekend irritatie en wantrouwen op.
Conclusie: juridisch in orde, maar moreel discutabel
Op papier klopt het verhaal: de NOS heeft zich gehouden aan de wet. Toch blijft het gevoel hangen dat er is geschoven met titels en constructies om een hogere beloning mogelijk te maken.
Zeker nu blijkt dat Eringa vanaf oktober een langdurige aanstelling had, maar toch tot het einde van het jaar als interimmer werd betaald, rijst de vraag of dit nog wel binnen de geest van de wet valt.
De komende tijd zal blijken of het Commissariaat voor de Media hier alsnog harde conclusies aan verbindt. Tot die tijd blijft het onderwerp voer voor discussie: hoe ver mag je gaan met het oprekken van regels als het gaat om publieke middelen?