Het is eindelijk weer terrasweer in Nederland. De stoelen worden naar buiten gesleept, de zon schijnt door de wijnglazen, en de serveersters en obers draaien weer volle dagen.
Maar terwijl het voor veel mensen voelt als ontspannen genieten van een drankje in de zon, betekent het voor mensen als Max keihard werken. En helaas niet altijd met een passend bedankje aan het eind van de rit.
Max is 32 jaar en werkt al meer dan acht jaar in de horeca, waarvan de laatste vier bij een populair café met een groot terras in hartje Utrecht.
Hij weet precies wat er allemaal komt kijken bij een drukke terrasmiddag. Van lome bestellingen tot klanten die klagen dat hun koffie vijf minuten te laat is, en tafels die constant opnieuw gedekt moeten worden. En dat alles met een glimlach.
“Wat mensen vaak vergeten, is hoeveel je aan het rennen bent op zo’n dag,” vertelt Max terwijl hij even pauzeert in de keuken. “We hebben soms dertig tafels buiten staan. Als ik alleen ben met één collega, dan loop ik in een middag makkelijk 15.000 stappen.
En dat terwijl je de hele tijd vriendelijk moet blijven. Iedereen wil aandacht, maar lang niet iedereen laat aan het eind merken dat ze je service waarderen.”
Volgens Max is het fooi geven in Nederland een gevoelig onderwerp. “Ik snap het wel hoor,” zegt hij. “We zijn hier niet in Amerika, waar het standaard is om 20 procent te geven.
Maar wat ik moeilijk vind, is dat mensen wel topservice verwachten, maar daar vervolgens niks tegenover zetten. Soms krijg je helemaal niks. Zelfs niet na een uur lang tafeltjes bedienen, drie keer extra water brengen en een speciaal verzoekje voor vegan slagroom.”
Een gemiddelde fooi? Die ligt volgens Max ver onder wat redelijk zou zijn. “Vaak laten mensen gewoon het kleingeld liggen. Vijfentwintig cent. Vijftig cent als het echt meezit. En heel soms, héél soms, krijg je een briefje van vijf. Dan ben ik echt even stil.”
Hij denkt dat het ook te maken heeft met een soort ongemak. “Mensen weten volgens mij gewoon niet wat normaal is,” legt hij uit. “En ze durven het ook niet aan elkaar te vragen. Of ze denken: ach, het is hun werk toch, daar krijgen ze voor betaald.
Maar wat veel mensen niet weten, is dat wij in de horeca vaak een minimumloon krijgen. Die paar euro fooi per tafel, dát maakt het verschil tussen een karige maand en een iets comfortabelere.”
Volgens Max zou een goede richtlijn zijn: een euro per drankje of vijf à tien procent van de rekening. “Dat is echt geen gek bedrag, zeker als je met z’n vieren een middag op het terras hebt gezeten. Dan is een paar euro extra gewoon een nette manier om te laten zien dat je het waardeerde.”
Wat hem het meest frustreert, is dat sommige gasten juist het tegenovergestelde doen. “Dan hebben mensen voor honderd euro gegeten en gedronken, en als je met het pinapparaat komt, drukken ze gewoon zonder iets te zeggen op ‘geen fooi’.
Dat voelt oprecht ongemakkelijk. Niet omdat ik het geld móet hebben, maar het voelt gewoon alsof je werk niks waard is.”
Max vertelt ook over een moment dat hem echt is bijgebleven. “Er was een stelletje uit Spanje. Ze zaten de hele middag op het terras, bestelden cocktails, tapas, toetjes. Echt zo’n lange, gezellige middag. Aan het eind gaf de man mij twintig euro extra.
Hij zei: ‘In mijn land zouden mensen je bedanken met meer.’ Ik moest bijna lachen van verbazing. Dat voelde zó goed. Niet alleen voor het bedrag, maar omdat iemand het zag. Dat je hard loopt, zweet, zorgt, onthoudt wie wat heeft besteld. Dat dat iets waard is.”
Maar Max wil ook niet alleen maar klagen. “Er zijn ook genoeg mensen die wel gul zijn. Vooral toeristen, of vaste klanten die je kennen. Die begrijpen het. Maar het zou fijn zijn als het iets normaler werd in Nederland om even een beetje waardering te laten zien.”
Hij hoopt dat mensen deze zomer wat meer stilstaan bij het werk achter hun koude biertje of perfect geschuimde cappuccino. “Als je met je vrienden lekker op het terras zit, denk dan even: wie zorgt er eigenlijk voor dat alles soepel verloopt? En wat kan ik doen om die persoon een beetje blij naar huis te laten gaan?”
Voor Max blijft het werken in de horeca een vak waar hij van houdt. “Je maakt mensen blij. Je hoort hun verhalen. Je bent onderdeel van hun dagje uit.
Maar waardering – of dat nou in de vorm van een fooi is of gewoon een vriendelijk bedankje – maakt alles leuker. En eerlijk is eerlijk: het helpt ook gewoon om je huur te betalen.”
Dus de volgende keer dat je op een zonnige dag op een vol terras neerploft, denk even aan Max. En vergeet vooral dat paar euro extra niet. Want voor jou is het misschien een klein gebaar, maar voor iemand die de hele dag op z’n benen staat, betekent het alles.