Uit recent onderzoek uit Frankrijk blijkt dat mannen gemiddeld zo’n 26 procent meer broeikasgassen uitstoten dan vrouwen. Dit verschil komt vooral door twee belangrijke factoren: autorijden en vleesconsumptie.
Mannen pakken vaker de auto en eten meer rood vlees, wat een grote impact heeft op hun totale CO₂-voetafdruk. Dit artikel duikt dieper in de cijfers, de achterliggende redenen en wat dit betekent voor Nederland en het klimaat in het algemeen.
Autorijden en vlees eten: de grootste boosdoeners
Het Franse onderzoek, uitgevoerd onder 15.000 mensen, laat duidelijk zien dat mannen aanzienlijk meer autoritten maken dan vrouwen en daarbij ook vaker kiezen voor het rijden in auto’s die meer uitstoten.
Daarnaast consumeren mannen vaker rood vlees, dat bekend staat om zijn relatief hoge milieubelasting. Deze twee factoren samen verklaren het grootste deel van het verschil in uitstoot tussen mannen en vrouwen.
Rood vlees – zoals rundvlees en lam – vereist veel water, energie en land om te produceren, en zorgt daardoor voor relatief veel uitstoot van broeikasgassen. Autorijden, vooral met benzine- en dieselauto’s, draagt ook aanzienlijk bij aan de CO₂-uitstoot. Mannen lijken in hun dagelijkse keuzes vaker te kiezen voor deze milieubelastende opties.
Interessant is dat het onderzoek geen groot verschil vond tussen mannen en vrouwen als het gaat om vliegreizen. Vliegen zorgt voor een forse uitstoot, maar daarin zijn mannen en vrouwen ongeveer gelijk.
Sociaaleconomische factoren en het inkomen
Het verschil in uitstoot tussen mannen en vrouwen wordt ook beïnvloed door sociaaleconomische factoren. Mannen verdienen gemiddeld meer dan vrouwen, wat hen in staat stelt om meer te consumeren. Over het algemeen geldt: hoe meer geld iemand heeft, hoe groter de milieubelasting. Dit betekent dat een deel van het verschil in uitstoot ook kan worden verklaard door het hogere inkomen van mannen.
Wanneer het onderzoek rekening houdt met deze sociaaleconomische factoren – zoals inkomen en opleiding – daalt het uitstootverschil tussen mannen en vrouwen van 26 naar ongeveer 18 procent. Dit toont aan dat inkomen en levensstijl sterk verbonden zijn met de milieubelasting.
Waarom eten mannen meer vlees?
Naast autorijden speelt vlees eten een grote rol bij het uitstootverschil. Mannen eten gemiddeld meer vlees dan vrouwen, wat mede te maken heeft met culturele en sociale normen rondom mannelijkheid.
In veel samenlevingen wordt vleesconsumptie nog steeds gezien als iets typisch mannelijk. Vlees staat voor kracht, energie en status, terwijl vrouwen vaker kiezen voor plantaardiger en lichtere voeding.
Volgens het Nederlandse Voedingscentrum eten mannen hier gemiddeld zo’n 800 gram vlees per week, terwijl vrouwen uitkomen op zo’n 550 gram. Dit verschil is niet alleen slecht voor het klimaat, maar ook voor de gezondheid.
Energiebehoefte speelt een rol, maar verklaart niet alles
Het is waar dat mannen gemiddeld een hogere energiebehoefte hebben dan vrouwen vanwege biologische factoren zoals spiermassa en lichaamsgrootte.
Ze hebben daardoor ook meer calorieën nodig. Maar het onderzoek wijst uit dat mannen ook relatief meer eten dan deze hogere behoefte verklaart. Dit betekent dat het overmatige vleesverbruik niet alleen een kwestie is van fysiologische noodzaak, maar vooral een keuze.
Deze keuzes worden mede bepaald door gewoontes, tradities en marketing die mannen stimuleren meer vlees en meer autoritten te maken.
Wat betekent dit voor Nederland?
Hoewel het onderzoek in Frankrijk is uitgevoerd, gelden veel bevindingen waarschijnlijk ook voor Nederland. Het vleesverbruik en de autorijdynamiek lijken hier vergelijkbaar. Net als in Frankrijk bestaat er een aanzienlijke loonkloof tussen mannen en vrouwen; vrouwen verdienen gemiddeld zo’n 12,5 procent minder per uur.
Dat inkomen en consumptie nauw samenhangen betekent dat mannen in Nederland ook vaker kiezen voor duurzamere of milieuvriendelijkere alternatieven moeten worden gestimuleerd. De impact van autorijden en vlees eten op de Nederlandse CO₂-voetafdruk is daarmee een relevant thema voor beleidsmakers.
Gender, consumptie en klimaatimpact: een ingewikkelde relatie
Naast het directe effect van autorijden en vlees eten, is het ook interessant om te kijken naar de bredere consumptiepatronen van mannen en vrouwen.
Uit Zweeds onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat de producten die mannen kopen gemiddeld 16 procent meer klimaatvervuilende emissies veroorzaken dan die van vrouwen, ook als ze hetzelfde bedrag uitgeven.
Dit wijst erop dat het niet alleen gaat om hoeveel geld er wordt uitgegeven, maar ook wáár dat geld aan wordt besteed. Mannen lijken vaker te kiezen voor goederen en diensten met een hogere milieu-impact, zoals grotere apparaten, motorvoertuigen of energie-intensieve hobby’s.
Hoe kunnen we dit verschil verkleinen?
De bevindingen geven duidelijke aanknopingspunten om de CO₂-uitstoot te verminderen. Allereerst is bewustwording van het verschil tussen mannen en vrouwen belangrijk. Zowel mannen als vrouwen kunnen hun gedrag aanpassen door minder vlees te eten en vaker alternatieven voor de auto te kiezen, zoals fietsen, wandelen of het openbaar vervoer.
Daarnaast kunnen beleidsmakers inspelen op deze verschillen door bijvoorbeeld campagnes te richten op mannen, waarin duurzame alternatieven worden gepromoot die passen bij hun leefstijl en voorkeuren. Ook kunnen belastingen en subsidies gericht worden ingezet om duurzame keuzes aantrekkelijker te maken.
Wat kan de individuele man doen?
Iedereen kan zelf bijdragen aan het verminderen van zijn ecologische voetafdruk. Mannen die vaak de auto pakken kunnen bijvoorbeeld kiezen voor carpoolen, elektrische fietsen of het openbaar vervoer. Door vlees minder vaak op het menu te zetten, kan ook flink worden bespaard op CO₂-uitstoot.
Het veranderen van gewoontes is niet makkelijk, zeker als ze diepgeworteld zijn in culturele opvattingen over mannelijkheid. Toch groeit het bewustzijn steeds meer, en zijn er steeds meer smakelijke en makkelijke alternatieven voor vlees en auto’s beschikbaar.
De rol van bedrijven en overheid
Naast individuele acties, hebben ook bedrijven en overheden een grote rol. Door het verduurzamen van vervoersmiddelen, het stimuleren van plantaardige voeding en het aanpakken van inkomensverschillen kan de milieubelasting per persoon worden verlaagd. Bijvoorbeeld door belastingvoordelen voor elektrische auto’s en subsidies voor vleesvrije producten.
Daarnaast kunnen werkgevers bijdragen door het stimuleren van thuiswerken en fietsen naar het werk. Dit helpt niet alleen het milieu, maar bevordert ook de gezondheid en het welzijn van werknemers.
Conclusie
Mannen stoten door hun autorijden en hogere vleesconsumptie aanzienlijk meer CO₂ uit dan vrouwen. Dit verschil wordt mede veroorzaakt door biologische, culturele en sociaaleconomische factoren. Het aanpakken van deze verschillen vraagt een combinatie van bewustwording, gedragsverandering en gerichte beleidsmaatregelen.
Als mannen bewuster kiezen voor duurzamere alternatieven en minder vlees eten, kan een grote stap worden gezet in het verkleinen van de klimaatimpact. Samen kunnen we zo werken aan een toekomst met minder uitstoot en een gezondere planeet voor iedereen.
Bron: RTL
