DENK-leider Stephan van Baarle heeft opnieuw de aandacht op zich weten te vestigen met een opmerkelijke campagnezet.

In een recente videoboodschap richt hij zich niet alleen in het Nederlands, maar ook in het Arabisch tot zijn achterban.
In de video legt hij uit hoe een stempas werkt en benadrukt hij dat kiezers deze moeten gebruiken om bij de verkiezingen hun stem op DENK uit te brengen.
De boodschap is duidelijk: “Stem op DENK.” Dat wordt zowel in het Nederlands als in het Arabisch herhaald.
Het is een strategie die direct de aandacht trekt, maar ook veel discussie oproept. Want hoe wenselijk is het dat een politieke partij in Nederland actief campagne voert in een andere taal dan het Nederlands?
Campagne in vreemde taal
Het gebruik van een vreemde taal in een nationale verkiezingscampagne is in Nederland hoogst ongebruikelijk.
Politieke campagnes zijn altijd gebaseerd op de gedeelde taal en cultuur die ons land verbindt. Door bewust in het Arabisch campagne te voeren, kiest DENK voor een aanpak die de traditionele grenzen doorbreekt.
Voorstanders zien hierin een vorm van inclusiviteit: mensen aanspreken in de taal waarin ze zich het meest thuis voelen. Tegenstanders daarentegen vragen zich af of dit niet juist averechts werkt.
Democratie draait tenslotte om een gezamenlijke deelname, en daarin speelt de Nederlandse taal een onmisbare rol.
Integratie onder druk
Een belangrijk punt van kritiek is dat deze strategie de integratie kan ondermijnen. Als een politieke partij kiezers vooral in hun moedertaal aanspreekt, schept dat de indruk dat meedoen in het Nederlands minder belangrijk is.
Daarmee wordt de kloof tussen groepen in de samenleving juist groter.
Critici stellen dat dit niet de bedoeling kan zijn. In verkiezingstijd hoort iedereen dezelfde boodschap te krijgen, in dezelfde taal.
Niet alleen omdat dat praktisch is, maar vooral omdat het een signaal afgeeft dat we samen één democratie vormen.
Als politieke campagnes worden opgedeeld in verschillende talen, wie garandeert dan dat de inhoud van de boodschap overal hetzelfde blijft?
Een bewuste strategie van DENK
Het is geen geheim dat DENK zich sterk richt op specifieke gemeenschappen in Nederland. Van Baarle kiest er met deze videoboodschap duidelijk voor om zijn achterban rechtstreeks te benaderen in de taal die hen het meest vertrouwd is.
Dat lijkt een slimme zet om stemmen te winnen, maar het heeft ook keerzijdes.
In plaats van bruggen te bouwen, ontstaat er het beeld van een partij die zich juist afzondert en de nadruk legt op identiteitspolitiek.
Burgers worden aangesproken op basis van hun taal of achtergrond, in plaats van als onderdeel van het gezamenlijke Nederland. Dat werkt verdeeldheid en polarisatie in de hand.
Politieke en maatschappelijke implicaties
Het feit dat een partijleider tijdens een landelijke campagne expliciet in een vreemde taal oproept om te stemmen, gaat verder dan een simpele “campagnegimmick.” Het raakt aan de kern van de democratische spelregels.
Als dit normaal wordt, wat betekent dat voor de toekomst? Gaan partijen straks ook campagne voeren in Turks, Pools of Urdu?
Bovendien is transparantie een belangrijk uitgangspunt van de democratie. Iedereen moet dezelfde informatie krijgen, zodat er geen verschillen ontstaan in de boodschap die verschillende groepen bereiken.
Als dat niet meer gegarandeerd kan worden, komt de betrouwbaarheid van het politieke proces onder druk te staan.
Eén taal, één democratie
Nederland is een land waarin mensen met allerlei achtergronden samenleven. Dat vraagt om een gedeelde basis waarin iedereen zich kan herkennen. De Nederlandse taal speelt daarin een centrale rol.
Het gaat niet alleen om communicatie, maar ook om het gevoel dat we allemaal onderdeel zijn van hetzelfde geheel.
Wanneer politieke partijen bewust kiezen om groepen los te benaderen in hun eigen taal, wordt dat fundament aangetast. Het kan mooi gepresenteerd worden als inclusiviteit, maar in de praktijk versterkt het juist de bestaande scheidslijnen.
Het risico is dat Nederland steeds meer een lappendeken wordt van losse gemeenschappen die elk hun eigen politiek bedrijven, in plaats van samen een gezamenlijke democratie te vormen.
Versterkt DENK de kloof?
De discussie rond Van Baarle en zijn Arabische videoboodschap past in een bredere trend waarin DENK vaak beschuldigd wordt van het versterken van identiteitsverschillen.
Door nadruk te leggen op taal en afkomst, lijkt de partij zich te profileren als vertegenwoordiger van specifieke groepen, in plaats van als brede volksvertegenwoordiger.
Voor veel Nederlanders roept dat de vraag op of dit wel de juiste weg is. Democratie draait om het verbinden van mensen, niet om het scheiden ervan.
Juist in een tijd waarin polarisatie steeds sterker aanwezig is, verwachten velen dat politici bijdragen aan een gezamenlijke koers in plaats van de verschillen uit te vergroten.
De toekomst van politieke campagnes
De actie van Van Baarle kan worden gezien als een testcase voor de toekomst van politieke campagnes in Nederland.
Als deze aanpak aanslaat en daadwerkelijk extra stemmen oplevert, bestaat de kans dat ook andere partijen gaan experimenteren met campagnes in verschillende talen.
Dat zou een fundamentele verandering betekenen in hoe we verkiezingen en democratie vormgeven.
De vraag is of Nederland die weg op wil. Eén ding is duidelijk: deze videoboodschap heeft de discussie opnieuw op scherp gezet.
Het gaat niet alleen om een kwestie van taal, maar om de waarden die de basis vormen van onze democratie.
Conclusie
De keuze van Stephan van Baarle om in het Arabisch campagne te voeren, zet de discussie over integratie, democratie en identiteitspolitiek op scherp.
Waar hij het presenteert als inclusiviteit, zien critici het als een gevaarlijke breuk met de gedeelde basis van ons land.
Nederland kan alleen functioneren als er een gezamenlijke taal en een gezamenlijke set spelregels is. Politieke partijen hebben de verantwoordelijkheid om dat te bewaken.
Of de stap van DENK een slimme strategie of een splijtzwam is, zal de toekomst uitwijzen. Wat nu al vaststaat: dit onderwerp zal de komende tijd voor veel politieke ophef blijven zorgen.





