In de laatste dagen voor de verkiezingen in oktober werden Nederlanders dag in dag uit geconfronteerd met peilingen en grafieken die toonden hoe groot of klein het politieke speelveld zou worden.

De eenzame twijfelaar keek nog één keer naar de cijfers van EenVandaag en hoopte daar houvast uit te halen.
Maar nu blijkt dat deze cijfers allesbehalve betrouwbaar waren. Sterker nog: ze zouden de politieke realiteit op een compleet verkeerd spoor hebben gezet.
Onderzoeksbureau Verian gebruikte een methode die volgens critici simpelweg niet deugde.
Toch werden de resultaten breed verspreid via de publieke omroep, talkshows en grote kranten. Wat als kompas had moeten dienen, bleek achteraf een misleidende routekaart.
Het statistische fundament bleek veel te zwak
Verian baseerde haar conclusies op slechts iets meer dan duizend ondervraagde kiezers. In een land van ruim dertien miljoen stemgerechtigden is dat een verhouding waarbij de foutmarge automatisch groot wordt.
Normaal gesproken wordt die onzekerheid duidelijk benoemd. Maar in de campagneweek leek het alsof iedere zetel verschuiving een absolute waarheid was.
Door die kleine steekproef schoten de resultaten alle kanten op. Partijen die historisch nauwelijks van positie veranderen, zouden ineens binnen een paar dagen massaal stemmers verliezen of juist enorme winsten boeken.
Voor politicologen en data-analisten waren zulke schokken volkomen ongeloofwaardig. De cijfers suggereerden een soort politiek achtbaanrit die statistisch vrijwel onmogelijk is.
Media namen de fouten blind over
Het pijnlijke is dat deze gebrekkige data niet in stilte bleven liggen bij een onderzoeksbureau. Nee, ze werden groot in beeld gebracht bij EenVandaag en opgenomen in de Peilingwijzer, waardoor vrijwel alle grote nieuwsmedia ze ook braaf overnamen.
Zo verspreidde de vervormde informatie zich razendsnel.
Het publiek kreeg het idee dat er zich in de laatste dagen voor de stemming spectaculaire verschuivingen afspeelden, terwijl er in werkelijkheid nauwelijks iets veranderde.
Veel Nederlanders vertrouwen sterk op de publieke omroep als het gaat om objectieve informatie. Wanneer peilingen fout blijken te zijn, voelt dat daarom als een serieuze tik tegen de geloofwaardigheid van het nieuws.
De VVD als duidelijk voorbeeld van hoe fout het ging
De meest opvallende blunder zat in de voorspelling voor de VVD. Volgens Verian zou de partij kelderen en rond de zestien zetels eindigen. Die conclusie werd met veel nadruk gebracht, zo vlak voor het stemmen.
Andere modellen, waaronder die van ervaren analisten, voorspelden juist een stijging. En uiteindelijk bleek die laatste groep gelijk te hebben: de partij eindigde vele zetels hoger.
Het verschil was niet slechts een kleine misberekening, maar een stevige misser op een cruciaal moment.
Dat soort afwijkingen zijn niet onschuldig. Ze kunnen een klaarstaande stemmer beïnvloeden om strategisch over te stappen naar een partij die volgens de peiling beter zou scoren. Een verkeerd beeld kan daarmee een verkiezingsuitslag direct vervormen.
Correcties die wél nodig waren, werden genegeerd
In moderne peilingen is het essentieel om rekening te houden met hoe trouw kiezers zijn aan hun partij, welke groepen nog twijfelen en welke structurele verschuivingen zich gaandeweg ontwikkelen.
Experts op dit gebied waarschuwden al langer dat Verian deze noodzakelijke analyses te weinig toepaste. Die waarschuwingen werden genegeerd, waardoor de peiling cijfers presenteerde die vooral bestonden uit ruis.
Een paar toevallige antwoorden van een handjevol deelnemers kunnen zo worden opgeblazen tot zogenaamde “politieke aardverschuivingen”.
En juist omdat talkshows en media dolgraag nieuwe ontwikkelingen melden, wordt ruis al snel nieuws.
Invloed op het stemgedrag: echt of ingebeeld?
Peilingen zijn niet slechts een informatief hulpmiddel. Ze zijn een psychologisch instrument. Politici gebruiken ze om campagnestops te bepalen.
Journalisten gebruiken ze om verhalen spannend te maken. En kiezers laten zich erdoor leiden in de zoektocht naar een “nuttige stem”.
Wanneer dat instrument niet klopt, heeft dat gevolgen. Een peiling die ten onrechte suggereert dat een partij in vrije val zit, kan ervoor zorgen dat twijfelaars overstappen naar een partij die volgens het scherm in opmars is.
Dat is geen detail, maar een vorm van invloed op de democratie die niet gebaseerd is op werkelijkheid.
De publieke omroep faalde in haar controlerende rol
De kritiek richt zich inmiddels niet alleen op Verian, maar net zo goed op EenVandaag en andere nieuwsredacties.
Een mediaorganisatie moet immers kritisch zijn op de cijfers die zij verspreidt. Het blind vertrouwen op een onderzoeksbureau zonder zelf grondige controle uit te voeren, past niet bij de rol van de journalistiek.
Peilingen zijn geen exacte wetenschap, maar een inschatting. Dat vraagt om uitleg, nuance en transparantie. Nu werden schattingen gepresenteerd alsof ze harde feiten waren.
Een terugkerende fout die maar niet wordt hersteld
Dit is geen incident dat uit de lucht komt vallen. In eerdere jaren was er ook al kritiek op peilmethodes van onderzoeksbureaus en hoe media daarmee omgaan. Telkens wordt geconcludeerd dat de transparantie omhoog moet, maar concrete verbeteringen blijven uit.
De vraag dringt zich op: willen mediaplatforms en onderzoeksbureaus écht leren, of past het hen beter om spannende verhalen te blijven vertellen, ook als ze statistisch op drijfzand zijn gebouwd?
Democratie vraagt om betrouwbare informatie
Het vertrouwen van burgers in de politiek is al kwetsbaar. Wanneer de informatie waarop zij hun stem baseren ook nog eens wankel blijkt te zijn, is dat een gevaarlijke combinatie.
Democratie functioneert het best als burgers goed geïnformeerde keuzes kunnen maken. Foute peilingen ondermijnen die basis.
Wie eerlijk en open verkiezingen belangrijk vindt, kan niet genoegen nemen met peilingen die iedere dag andere conclusies trekken omdat de steekproef eigenlijk te klein is.
Hoe nu verder?
De discussie over deze peilingen zal voorlopig niet verstommen. Politici, kiezers en journalisten willen antwoorden. Hoe kon dit gebeuren? En vooral: wat moet er veranderen zodat het niet nog eens gebeurt?
Één ding is duidelijk: Nederland moet af van het idee dat een peiling de waarheid vertelt. Het is een momentopname met onzekerheden die serieus genomen moeten worden.
De verantwoordelijkheid ligt zowel bij de onderzoeksbureaus als bij de media die deze data verspreiden.





